Mistige Tijden 7454.1

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
Mistigetijden.png
Nieuws uit Taratai.
Nummer 5 — Voorjaar 7454

Er is wat onrust in Taratai. In het zuidwesten van Utai heerst er wetteloosheid en dat laat piraten oprukken. Sdacudoi heeft besloten op te treden, waarschijnlijk mede omdat de handel getroffen lijkt te worden door dit probleem. Wellicht dat de onderhandelingen tussen Sdacudoi and Karandis kunnen helpen om de handel een positieve impuls te geven. Een vatentaks leek een probleem te gaan worden in Gulheb voor de handel, maar daar is nu weer orde hersteld.

Er zijn ook diverse roversbendes actief, zoals in de Woestijn van Kot. De rebellen in Sambekistan hebben een vrijstaat opgericht. Sambekistan is over het algemeen een beetje onrustig met arrestaties van bestuurders, en een aanslag op een gevangenis.

Sdacudoi is also een campagne begonnen tegen verboden boeken. In Oreva is er ook een discussie over het verbieden van boeken, maar dan met betrekking tot het privaat bezitten daarvan. Mistel profiteert van dit beleid in deze landen. In Karandis wordt nog gewacht op de uitspraak over de publicatie van een tijdschrift.

In diverse plekken zijn er anti-Sdacudoi incidenten. Voornamelijk frustratie over hoe Sdacudoi met Irshanistische ideeen omgaat is een probleem. Helaas voor Sdacudoi, het lijkt erop dat het Irshanisme groeit. Het anti-Irshanistische sentiment in Thurilie lijkt te keren: meerdere machtige mensen in het land neigen naar het verdedigen van de Irshanistische bevolking.

Waterwegse Wetenswaardigheden (Sdacudoj)

Waterwegse Wetenswaardigheden


nummer 5 — voorjaar 7454




Sdacudoi grijpt in bij conflictsituatie in Zuidwestelijke vazalstaten

De machthebbers van Sdacudoi hebben na voorlegging en toestemming van de jaarvergadering besloten om in te grijpen in het conflict in de Tair, Kif en Tsumenir. Al twee jaar heerst er onrust en wetteloosheid in het gebied wat heeft gezorgd voor een enorme toename in de piraterij in het zuidwesten van Utai. Vanuit het gilde van katoenhandelaren en hoge adel uit het westen werd al langer aangedrongen tot ingrijpen. Volgens geruchten zou het gaan om een legermacht van rond de 20.000 man ondersteund door 80 galleien en 70 transportschepen.

Kledingprijzen naar recordhoogte

Door de toenemende problematiek in Tsumenir, Kif en Tair zijn de kledingprijzen in de afgelopen twee jaar naar recordhoogte gestegen. Ten opzichte van twee jaar terug zijn de kosten van katoen per baal (170kg) 70% in prijs gestegen, dit terwijl er regelmatig tekorten optreden. Katoenproducten zijn voor een groot deel van de bevolking ondertussen onbetaalbaar geworden waardoor Handelsgilden oefenen al geruime tijd druk uit op de overheid om in te grijpen in het conflict om zo de katoenroutes te heropenen en prijzen te stabiliseren.

Anti-Sdacudese rellen in West-Kuange leiden tot repressailes in Ikarië

Nadat in Onganda, een regio in West-Kuanga, huizen en winkels van Ikarische burgers en anderen met een vermeende verwantschap met Sdacudoi in brand gestoken werden zijn in Ikarië ook de nodige ongereldheden uitgebroken. In Donusa liep het behoorlijk uit de hand en kwamen enkele inwoners uit Kuanga om het leven nadat hun woning afbrandde. In overige plaatsen bleef de onrust beperkt tot het gooien van stenen en vechtpartijen. De oligarch van Skachora, Zeno Arca, heeft extra troepen ingezet om de rust te doen wederkeren in de grensregio.

Sdacudoi begint campagne jegens verboden boeken

Tijdens de jaarlijkse landsvergadering van Sdacudoi is besloten de controle op verboden boeken te intensiveren. Alle schepen afkomstig uit Mistel zullen grondig gecontroleerd worden op verboden werken en overtreders zullen zeer zwaar gestraft worden. Tevens poogt de Sdacudoiaanse leiding aan te sturen op een internationale alliantie tegen verboden werken. Guaxiro gi Thasrei Gistalo, de 72 jarige consul van Sdacudoi, wees op het belang van samenwerking tussen de staten om de verspreiding van het verfoeide Deimiongistische gedachtegoed tegen te gaan en op het gevaar van als de vrije productie in Mistel de vrije hand gelaten zal worden. Met een voorstel van de raad van ouderen om de straffen voor het bezit van verboden boeken te verhogen werd ook ingestemd door de raad.

Onderhandelingen Karandis en Sdacudoi

Een delegatie Karandezen is op bezoek in I Stigitzu voor oriënterende gesprekken over economische samenwerking. Hierbij zou het uitgangspunt zijn tarieven te verlagen. Om de relaties tussen beide landen voor de toekomst zeker te stellen gaan er ook geruchten rond over een mogelijke trouwerij tussen de vijftien-jarige Arenaldins, het Karandese staatshoofd, en een vrouwelijk lid van de hoge Sdacudoiaanse adel. Gezien de jeugdige leeftijd van de vorst is het aantal opties beperkt. De 12-jarige Ierai Pirinai en 14-jarige Sioci Sfirai worden als mogelijke kandidates bezien. Uiteraard hangt het een en ander ook af van Arenaldins zelf.

De Ster van de Steppe (SR)

SterSteppe.png
uitgave 5 — voorjaar 7454


Strafexpeditie naar Gulheb succesvol verlopen

Ir - Na de woelige tijden die het Landschap Gulheb treffen is de Senkoldistische rust en orde er eindelijk hersteld. Na het conflict over de vatentaks, dat in alle hevigheid losbarstte in het najaar van 7452. Nadat Landheer Zin-Lövgin de belasting op vaten had verhoogd kwam het to een botsing met de lokale kooplieden. Vooral het Wijn- en Oliegilde ging heftig tekeer, maar de taks trof de gehele stadseconomie. Het conflict bleef aanslepen, zo dachten de kooplieden de belasting te slim af te zijn door buiten de stadsmuren te gaan handelen, maar deze praktijk werd hardhandig beëindigd door de Landheer, die het stedelijk garnizoen de opdracht gaf de haastig opgezette verkoopskramen te vernielen. Uiteindelijk was dit de laatste druppel voor de Heren van Ir. Onder leiding van Heer Behedin de Jongere werd een complot gesmeed om de Landheer te verjagen, dit met behulp van Tromaanse huursoldaten.

De Taksenfurie ging zo ver dat de stad werd gezuiverd van medestanders van de Landheer. Het bestuur van Gulheb werd in handen van de Stadsraad van Ir genomen, de Landheer ontvluchte net op tijd de moordpartijen en reside per schip naar Dasarb, alwaar hij zijn zaak ging bepleiten bij de Senkold zelf. Senkold Qvälug was niet opgezet met de toestand en beval meteen een strafexpeditie op te zetten, samengesteld door grenswachters gelegerd aan de grens met Taratur en de garnizoenen van Kilheb en Túplat om een voorbeeld te stellen. Landheer Zin-Lövgin werd omwille van zijn vernederende afgang wel op staande voet uit zijn functie ontheven werd verbannen naar de Nieuwe Gebieden van Nieuw-Logzãn en Zahgid.

De strafexpeditie heroverde in het voorjaar van 7453 Bandargahir, de havenstad van Ir aan de monding van de Gulhebrivier, vanwaar de troepen, onder leiding van Generaal Kin-Talhad van Lint, hun opmars in de vallei startten. De belegering van Ir duurde slechts drie maanden, tot de Opstandelingen zich overgaven na de garantie en zich neerlegden bij de straf.. De Senkold duidde ook meteen een nieuwe Landheer aan, en liet deze eer over aan Zehgund uit het geslacht Bänd-Lúb, een vertrouweling van de Senkold. Generaal Kin-Talhad zal als een held worden ontvangen aan het hof in Dasarb.

Al vijf karavanen overvallen door rovers in de Woestijn van Kot

Twaalf afvallige priesters van de muren van Vilt gehangen

Bouw nieuw fort Uan vertraagd

Angst voor Feiry-epidemie in de Vallei van de Zún

Osovattsepiserrughydendax (Oreva)

Orevanieuws.png
onggoltsoghauttse — gypsonggyr rón 7454
nummer 4 — voorjaar 7454


Misal wil einde aan boekbezit

Ttsurevagha - Misal Nggattsauwontepenggukuvisak wil privaat boekbezit in Oreva verbieden. Dat bleek na een bijeenkomst van de Tekaranutts, de Orevaanse regering. Volgens de Misal kunnen boeken zonder begeleiding op velerlei willekeurige manieren geïnterpreteerd worden en vormen zij aldus een gevaar voor de stabiliteit van de samenleving, en ook anderszins kunnen boeken schadelijk zijn voor individuen. Men herinnert zich al te goed het tragische verhaal van de onfortuinlijke belastinginner Nirghwataghughenggyt, die stierf na in aanraking te zijn gekomen met een boek, nadat hij op een avond argeloos doch iets te beschonken thuis was gekomen en daar zijn woedende eega aantrof!

'Ook diverse autoriteiten in het buiteland verbieden boeken', zo verklaarde de Misal. 'Ook zij zien het gevaar van verstoring van de maatschappij, maar waar zij zwakte vertonen en niet al het leesvoeder durven te verbieden, tonen wij thans moed door al het geschreven werk in gans Oreva vel over been te verbieden en de rest van de wereld aan te moedigen hetzelfde te doen!'

De Tekaranutts kijkt met argwaan naar de ontwikkelingen in Misonia, waar uitgeverijen verboden boeken juist opnieuw willen uitgeven.


Bede se Lanen an Silbes (Misonia)

Bede se lanen an silbes header.png


Verboden boeken goudmijn voor Mistelse uitgeverijen

Mistel - Misonia heeft al decennia een moeizame relatie met een groot deel van Taratai. Om uit de economische misère te komen heeft de Mizere tal van regels en wetten versoepeld of simpelweg verwijderd om de handel en bedrijvigheid te stimuleren. Het idee is dat Mistel een vrijhaven wordt waar iedereen welkom is en, binnen bepaalde grenzen, kan doen wat zij wil. In grote mate wordt veel gedoogd zodat als het toch scheef loopt men een goed excuus heeft om op te treden. Een van de industrieën die de laatste jaren garen spinnen bij dit beleid zijn de uitgeverijen. Men heeft de markt van zogenaamde "verboden boeken" open geboord en stad en land wordt afgezocht naar deze werken om ze naar Mistel te brengen en dan opnieuw in brede oplage opnieuw uit te brengen.

Volgens de eigenaar van een van deze uitgeverijen, Esonde vin Ranzel, is de situatie als volgt: "Na het einde van de oorlogen van Neppollonak zijn veel naties reactionair geworden. Alles moet volgens de oude tradities en alles wat af wijkt wordt onderdrukt of afgestraft. Zo zagen wij recentelijk heftige reacties over de werken van Godjaver Phuvmanuş en het verbieden van het nieuwsblad Pardis Nieuws en het boek van Khe Thecŭe, maar dit soort zaken spelen al jaren. Wij zagen in de theehuizen van Mistel veel discussie hierover. Men vroeg zich af waar dit nou allemaal over ging en men wilde het graag zelf eens lezen om te zien of het echt zo controversieel was als men beweerde. Verschillende uitgeverijen wisten een kopie te verwerven van een aantal van deze verboden werken, hebben vertalers ingehuurd en hebben deze gepubliceerd. Vertalingen kunnen lastig zijn, maar wij denken dat we recht hebben kunnen doen aan de originelen. De publicaties waren een groot succes en wij kregen zelfs verzoeken uit het buitenland. Sommigen wilden graag de originele versie hebben. Levering was soms een probleem en dus moeten wij onregelmatige kanalen gebruiken om dit met grote discretie mogelijk te maken. Deze klanten betalen er echter rijkelijk voor, dus het is de inspanning waard.

Op de vraag of de door haar genoemde werken ook binnenkort in Mistel uitgegeven worden antwoordde zij: "Ik weet dat enkele andere uitgeverijen reeds kopieën in handen hebben. Hoe hen dat is gelukt weet ik niet, maar sinds het bekend is dat wij goed betalen voor deze werken krijgen wij met grote regelmaat vanuit allerlei bronnen deze aangeboden. Hierbij moeten wij wel grote voorzichtigheid betrachten om er zeker van te zijn dat het werk authentiek is. Er zijn al enkele keren relletjes geweest omdat een uitgeverij een vals werk uit bracht. Dat waren geen gerenommeerde uitgeverijen, maar nieuwe die proberen een graantje mee te pikken."

Vooralsnog lijkt men zich geen zorgen te maken over diplomatieke incidenten met andere landen. Esonde zei daarover: "Er moet eerst sprake zijn van diplomatie voordat een incident mogelijk is. Veel landen worden nog bestuurd door oude mannen die nog een wrok hebben tegenover de successen en ambities van een man die tientallen jaren geleden de oude orde verstoorde. Zij zien Misonia als oud vuil, terwijl wij in de eeuwen daarvoor een baken waren van stabiliteit en voorspoed. Ik vind het niet erg om de nieuwe orde ook te verstoren. Zij kunnen het niet erger voor ons maken dan wij het al hebben. Deze situatie komt voort uit hun eigen acties. Dan moeten zij ook de gevolgen daarvan accepteren."



Ngyue Ha Bhian Ngan Hyum (Irshanisme)

NgyueHaBhianNgan.png
nummer 5 — voorjaar 7454


Noodhulp aan Senkoldistische Rijk leidt tot sterke groei Irshanisme

(Kilheb) — De noodhulp die vorig jaar werd verstrekt aan de hongerende arme bevolking in verschillende steden van het Senkoldistische Rijk door West-Kuanga in samenwerking met lokale Irshanistische kloosters heeft geleid tot een forse toename van het aantal Irshanistische bekeerlingen. Verschillende kloosters melden ook een grote toename van het aantal intredende nieuwe monniken en nonnen. Vooraanstaande kloosterhoofden hebben laten weten enerzijds gelukkig te zijn met de groei van het Irshanisme, maar anderzijds ook bezorgd omdat het geenszins de bedoeling van de noodhulp was om volgelingen te werven. Het zou kunnen dat de regering van het Senkoldistische Rijk in geval van een toekomstige hongersnood in het dikwijls door droogte getroffen land voedselhulp door Irshanistische kloosters en landen weert om verdere verspreiding van het Irshanisme tegen te gaan en dat zou tot meer doden onder met name de arme bevolking leiden.

Barbaarse straf voor Myolyun leidt tot anti-Sdacudese rellen

(Onganda) — Nieuws over de bestraffing van Śon Myolyun heeft tot anti-Sdacudese rellen geleid in Hsue gemeenschappen rondom de Tarataizee. Śon Myolyun is vorig jaar aangehouden in Sdacudoi in het bezit van Deimiongistische pamfletten. Het barbaarse bewind in dat land heeft hem daarvoor bestraft met het uitsteken van beide ogen, uitsnijden van de tong, en afhakken van vingers van de rechterhand. In Myolyun's thuisland, Yoğor, en elders is met ontzetting en afschuw op deze straf gereageerd. In Urkheyen, alwaar de haat voor Sdacudoi al decennia een wijd verspreid sentiment is, zijn protesten in rellen ontaard, en in Onganda in West-Kuanga zijn huizen en winkels van Ikarische burgers en anderen met een vermeende verwantschap met Sdacudoi in brand gestoken. In Yoğor zelf is het relatief rustig gebleven, maar de Deimiongistische Broederschap in dat land heeft aangegeven de propaganda-activiteit en steun aan lokale Deimionisten in Sdacudoi te vertienvoudigen.

Rebellen in Zuid-Yoğor stichten "vrijstaat"

(Harbhɩr) — Volgens een brief gericht aan de Gyenbaağar (regering van Yoğor) hebben Deimiongistische rebellen de onafhankelijkheid van een deel van Zuid-Yoğor (Sambekistan) uitgeroepen. De rebellen, die zich de "Deimiongistische Broederschap van Hsamuan" noemen, schrijven dat zij geheel Hsamuan onder controle hebben, en in het gebied de staat "Hasmuan Gyumngouwu" (, "Federatieve Vrijstaat van Hsamuan") gesticht hebben. "Hsamuan" is een traditionele naam voor een deel van Zuid-Yoğor zonder duidelijke of exacte grenzen en welk gebied de rebellen precies bedoelen is derhalve onduidelijk. Ruwweg beslaat Hsamuan een gebied tussen ca. 55 en 57 graden zuiderbreedte en tussen 40 en 44 graden oosterlengte, maar dat gebied omvat de plaatsen Unity en Kajsity en het is onwaarschijnlijk dat eventuele Deimiongistische rebellen die plaatsen onder controle hebben. Als de "Deimiongistische Broederschap van Hsamuan" echt bestaat en een deel van Hsamuan onder controle heeft, dan gaat het vermoedelijk hooguit om de dicht beboste valleien ten noorden van die plaatsen en/of meer oostelijke valleien. De Gyenbaağar heeft overigens niet op de brief gereageerd.


Thurilahén Vérsenpen (Thurilië)

Thurilahén Vérsenpen
nummer 5 — voorjaar 7454


Vergadering in Tatsufa door Thurilische Irshanistische leiders

Met toenemende zorgen hadded de Irshanistische leiders in Thurilie besloten om hun jaarlijkse vergadering te vervroegen en vanwege bedreigingen van de adel uit te wijken naar Tatsufa. Dit had behalve het feit dat Tatsufa onafhankelijk is ook het voordeel dat veel jonge Thurilische edelmannen krijgstraining krijgen in Tatsufa. Dus, behalve te vergaderen was dit bezoek ook een werkbezoek om te praten met jonge Thurilische leiders. In hun bijeenkomst is er vooral gesproken over de huidige marginalisatie van de Irshanistische minderheden in Thurilie door de adel en hoe dat doorslaat op de racistische activiteiten van de bevolking. In de hoofdstad Rothalen zijn mensen over het algemeen nog wel vriendelijk, maar in meer plattelandssteden is het niet meer goed leven voor Irshanisten. Tijdens deze vergaderingen zijn de jonge Thurilische leiders benaderd en is er een gesprek geweest om te benadrukken dat de Irshanisten echt wel Thurilisch zijn! Dit lijkt te werken en hopelijk kunnen zij hun oudelui overtuigen om deze rare politiek gedag te zeggen. Wat iedereen wil is dat er vrede is en dat de burgers van Thurilie vredig kunnen samenleven wanneer ze hun koeien en schapen beheren. Hier en daar is er ook wel een push geweest om zo langzamerhand de Raad van Adel omver te werpen omdat deze praktijken fout zijn, en wellicht zelfs corrupt zijn. Daar is echter nog geen bewijs voor... Gelukkig begint het koningshuis zich eindelijk in de chaos te mengen. Lang wilden zij zich afstandelijk houden als nieuwgekozen paar, maar dat lijkt niet meer mogelijk. Ze zijn zo nu een beetje langzaam aan het opschuiven om de Irshanistische bevolking te helpen en beschermen. De adel heeft hier boos op gereageerd, maar de koning kan niet afgezet worden in deze eerste 5 jarige termijn...

Boze Raad van de Ridders

Een hoop geschreeuw was er in de vergadering van de Raad van Ridders. De Nihira zijn nogal boos op het feit dat Karatur Erone heeft bezocht en kritiek heeft geuit op het beleid van de raad van ridders. "Regio's horen het centrale gezag niet te ondermijnen, wij zijn aangesteld om dat soort zaken te regelen". De geestelijken uit Karatur zeggen dat dit in feite laat zien hoe ver de adel weggevallen is van het Thurilisch fraternalisme. "Dit is geen fraternalistisch gedrag. Dit is machtswellust. Er is geen oog voor anderen. Er is geen respect voor samenhang in de wereld. Er is alleen maar nadruk op hierarchie en authoriteit. Dat is fout." In reactie tot dit overweegt de raad om het leger naar Karatur te sturen om orde op zaken te stellen. Dit betekent waarschijnlijk dat ze de geestelijke leiders aldaar willen vermoorden. Op dit moment is daar echter geen meerderheid voor, voornamelijk omdat dat de status van Thurilie in het buitenland nogal kan aantasten. Er wordt ook vermoed dat een aantal Nihira luisteren naar de berichten van Irshanistische leiders alswel fraternalistische geestelijken, inclusief die van Karatur. Zij zullen ook menen dat de harde lijn te hard is. Echter, uitspreken tegen de gevestigde adel kan het leven kosten, en velen zullen nog niet durven uit te spreken tegen het machtsgezag in de raad. Ridder Tarpir, gezien als de machtigste hardliner wordt nog niet aangevallen. Echter het lijkt er toch op dat hij niet meer de invloed geniet die hij oorspronkelijk had. Zijn plannen komen niet zo makkelijk meer door de raad, en zeker niet meer met goedkeuring van de voltallige raad. De koning heeft ook al gereageerd op het idee om het leger te sturen, en voelt daar niets voor. Omdat de koning de uitvoerende macht heeft met betrekking tot nationale orde, moet uiteindelijk de koning goedkeuring geven. Tarpir had gehoopt dat de raad wel meer invloed zou hebben op het beleid van het koningspaar, maar het koningspaar lijkt niet overtuigd te zijn van het gewelddadige beleid van de Ridders. De koningin heeft gereageerd: "Niemand voelt ervoor om in een burgeroorlog te geraken". Dat is tot op heden de stand van zaken.

5 Irshanisten gedood in Thurilie

Nationalistische extremisten, loyaal aan Ridder Tarpir, worden verdacht van het doodslaan van 5 Irshanistische Thuriliers in het oosten van het land. Het was een nogal gewelddadig en bloederig incident, waarover de autoriteiten nog weinig willen zeggen. Dit is wellicht het moment geweest dat de koning en koningin een actievere rol zijn gaan spelen in de Thurilische politiek door te weigeren het advies van de Raad van Ridders te volgen. Het koningspaar heeft gezegd dat ze er alles aan willen doen om de vrede te bewaren en niet emotionele politiek van de raad van ridders gaan volgen. Het schijnt dat het koningspaar verschillende Irshanistische landen en leiders heeft aangeschreven en bezocht om te verzekeren dat zij dit probleem gaan oplossen. In navolging van dit is de Raad van Rechtvaardigheid gevraagd deze aanslag te onderzoeken, alsmede verder onderzoek in de aanvallen van roversbendes waardoor dit begon. De Raad van Ridders heeft tot nog toe altijd zulke onderzoeken geblokkeerd onder het mom van "wij willen actie met betrekking tot het oplossen van het geweld en de criminaliteit, en geen gepraat". Andere mensen menen dat dit een teken is dat Ridder Tarpir zelf achter de roversbendes zit, of een voordeel haalt uit het aanvallen van Irshanisten. Het koningspaar lijkt echter dus niet meer loyaal te zijn aan Tarpir.

Spijt over de koningsstemming?

Sommige ridders hebben spijt dat ze voor het koningspaar hebben gestemd. Sommigen proberen een afzettingsprocedure te beginnen, maar staten waar de Irshanistische minderheid groter en actiever is, willen hier nog niet mee akkoord gaan. Het koningspaar heeft tijdelijk meer beveiliging om zich heen omdat de Raad van Ridders niet volledig vertrouwd kan worden. Dit lijkt ook een verzwakking van de raad van ridders te betekenen. Geestelijken, zowel fraternalistisch alswel irshanistisch, zijn volledig het koningspaar aan het steunen. Hoe dit verder gaat is nog onbekend, omdat dat de toekomst is.



Asjha (Sambekistan)

Asjhakop.png
5 buutŭnd — hĕĕrj 16436
nummer 5 — voorjaar 7454


Kantongraaf Pala laat groot aantal bestuurders arresteren

Meqtărsĕ Sŏqjtorjnĕlisĕ Pala buuvooqt qŭŭma wĕqenqŏdruuŏdv jpŏtasĕ hsjooden
Palacissewteteneki, 40 hoova 7430 – Graaf Srŏŏ Wĭggj, de Kantongraaf van het Kanton Pala, heeft bij decreet vandaag 34 bestuurders en assistent-bestuuders van diverse plaatsen in het kanton laten arresteren op verdenking van machtsmisbruik. De arrestanten zijn voornamelijk Wacamakalit, van wie er negen tot dezelfde familie behoren. Naar verluidt zou de Graaf sterke aanwijzingen hebben dat de betrokkenen hetzij sterke banden hebben met de roversbendes die het gebied al vele maanden teisteren, hetzij er zelfs de aanvoerders van zijn. De Graaf, zelf niet oorspronkelijk afkomstig uit het gebied, ergert zich al een tijd aan het onvermogen van soldaten en andere ordebewaarders om de bendes op te rollen en zou er inmiddels van overtuigd zijn dat ze ondersteuning vanuit het plaatselijke bestuur genieten.
Indien betrokkenheid van de aangehouden bestuurders bewezen wordt, zou dat een grote blamage betekenen voor een aantal leden van de landelijke regering van Sambekistan, die de aanstichters steeds buiten het land hebben gezocht. Een proces wordt nu op touw gezet; de Graaf heeft de bekende rechter en hoogleraar moderne rechtsgeleerdheid Djăjz Jsuudi uit Jsorbon bereid gevonden om het proces te leiden.

Orde van Nĕĭvel verdacht van mislukte aanslag op gevangenis Yrlyläi

Niŏ bujdaal Qăbbsĕ Nĕĭvel bu varra qistejn bu motjrĕstraesĕ Ruljla
Yrlyläi, 16 qoldis 7430 – De Dogause plaats Yrlyläi is vannacht opgeschrikt door een hoop kabaal en een kleine brand bij de plaatselijke nor, waar de vermoedelijk radicaal Uchiltische verdachten van de moord op jarlzoons Tanech en diens jongere broer en twee mogelijke leden van de Orde van Nĕĭvel enkele weken geleden hun straf afwachten. Volgens de plaatselijke ordebewaarders is er een poging gedaan om een aanslag te plegen op de gevangenis en de verdachten dienen volgens hen dan ook gezocht te moeten worden in de kringen van de Orde van Nĕĭvel, die waarschijnlijk wraak willen nemen vanwege de dood van hun ordegenoten.

De moord wekte alom verbazing, aangezien de verdachten blijven volhouden de jarlzoons niet te hebben vermoord, hoewel theorieën dat de mogelijke leden van de Orde van Nĕĭvel de jarlzoons hebben vermoord en vervolgens bij vergissing door de Uchiltiërs zijn koudgemaakt bij de inwoners van Yrlyläi weinig bevredigend is, aangezien het zou betekenen dat de eigenlijke moordenaars van de jarlzoons niet meer gestraft kunnen worden.

Sommige inwoners van Yrlyläi dringen er bij het bestuur van de plaats op aan de gevangenen naar de hoofdstad te vervoeren, waar ze beter bewaakt kunnen worden. Er heerst angst dat Yrlyläi het toneel wordt van een oorlog tussen radicaal-religieuze groeperingen.

Uitlevering Camala Mexokky aan Sambekistan vertraagd

Niŏ edjqod neqtaptŭndsĕ tăs Jtsamala Mejsoqqĭsă bu Sambeqqĭ Staed
Pegrönoǫ, 3 aarjdtqom 7430 – De uitlevering van toneelschrijver Camala Mexokky en zijn theatertroep, die enkele weken geleden tijdens een voorstelling gearresteerd werden, loopt aanzienlijke vertraging op. Dat zegt Păărjd Jostemjbrĭĭtt, die als speciaal gezant van de Sambekistaanse regering naar de Zeven Steden is gezonden om de uitlevering in goede banen te leiden. Volgens Jostemjbrĭĭtt is het onduidelijk wat precies de oorzaak is van de vertraging, maar volgens hem werken de autoriteiten van Pegrönoǫ tegen en lijken ze niet te weten waar het over gaat: volgens hen was Mexokky inderdaad in Pegrönoǫ, maar is hij verder gereisd.
Jostemjbrĭĭtt zegt te vermoeden dat onkundige dienders in Pegrönoǫ Mexokky en de zijnen per ongeluk hebben vrijgelaten en dat ze dus opnieuw voortvluchtig zijn. Hij heeft op een hoger niveau opnieuw de arrestatie van Mexokky verzocht.


De Spiegel van Karandis (Karandis)

Spiegel.png
Charandice Opols ( ), het nieuwsorgaan van Karandis met nieuws uit en over Karandis en ommelanden.
nummer 5 — voorjaar 7454


Hooggerechtshof doet uitspraak inzake verschijningsverbod Paardi Hyaa

Het hooggerechtshof te Orudis heeft onlangs uitspraak gedaan over het opmerkelijke verschijningsverbod voor het blad Paardi Hyaa (, "Pardis Nieuws"), dat vorig jaar door de plaatselijke rechtbank in Pardis afgedwongen werd. Volgens het hof was de uitspraak van de rechtbank geheel in strijd met de grondwet van ons land en kon het desbetreffende artikel, waarin opgeroepen werd tot een protestbijeenkomst van de Hsue, geen aanleiding geven voor gerechtelijke vervolging en het hof vernietigde daarom niet alleen het vonnis van de lokale rechtbank, maar wees de uitgever van Paardi Hyaa ook een schadevergoeding van 250 kims toe, te betalen door het stadsbestuur van de stad Pardis. De uitspraak is een groot succes voor de Hsue in Karandis, en met name in de stad Pardis, waar men er al over dacht om Paardi Hyaa voortaan in Mistel te laten drukken om het blad vervolgens (illegaal) in Pardis te verspreiden, maar dat is dus nu niet nodig. Overigens is het maar de vraag of het hooggerechtshof ook zo snel een uitspraak in deze kwestie gedaan zou hebben als niet parlementslid Ciller Tançu, afkomstig uit de Hsue-gemeenschap in het landschap Valdice, de zaak in de Kermis aan de orde gebracht had, waardoor er in veel kranten uitvoerig over geschreven werd. Volgens parlementslid Tançu was het opgelegde verschijningsverbod een schande voor Karandis dat, zo meende zij, de zo geprezen vrijheid van meningsuiting in ons land in groot gevaar gebracht had. Ook enkele andere parlementsleden steunden mevrouw Tançu hierin en eisten dat de Kermis bijeen zou komen om de zaak te bespreken, maar daarnaast waren er ook tal van leden die van mening waren dat het stadsbestuur van Pardis juist gehandeld had. "Nu zingen de Hsue waarschijnlijk wel een toontje lager", aldus deze leden, "want schadevergoeding eisen voor wat de Drie Koninkrijken hen dertig jaar geleden in ons land aangedaan hebben doen zij maar bij koning Somiųnes". De zaak lijkt overigens nog een onaangenaam staartje te krijgen, aangezien andere kranten in Pardis nu onlangs wisten te vermelden dat er vorig jaar een tamelijk grote som geld aan de plaatselijke rechter in Pardis zou zijn betaald, natuurlijk helemaal niet om het eventuele vonnis te beinvloeden, doch, althans volgens deze kranten, "slechts om vervelende en onjuiste rechterlijke dwalingen te vermijden". Er worden geen namen genoemd, maar velen binnen het stadsbestuur van Pardis hebben reeds verontwaardigd gereageerd op deze artikelen.

Regering stelt commissie in voor standaardisatie maten en gewichten

De regering van Karandis heeft in opdracht van stadhouder Pets een onderzoekscommissie ingesteld, die moet gaan uitzoeken hoe er een einde aan de enorme chaos van maten en gewichten in ons land gemaakt kan worden. Bijna iedere stad en regio gebruikt namelijk nog steeds eigen gewichten en inhoudsmaten, ondanks dat koning Janes al in 7438 een wet op standaardgewichten uitvaardigde met strenge boetes op het gebruik van "valse" gewichten, maar op veel plaatsen weigert men om de traditionele gewichten en maten op te geven met het argument dat men deze eenheden al eeuwenlang gebruikt en dat de door koning Janes uitgevaardigde maten en gewichten vaak niet kloppen. Dit leidt soms tot grote problemen in de handel daar kooplieden vaak opgelicht worden wanneer zij in andere steden waren willen kopen of verkopen. De commissie, bestaande uit een viertal wetenschappers van de universiteit van Orudis, moet nu gaan onderzoeken wat de beste en meest betrouwbare manier is om in het gehele land een standaard voor maten en gewichten in te voeren en dient ook een wetenschappelijke manier uit te werken om deze eenheden te kunnen controleren.