Karandis

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
Karandis
Charandice Voluszags  
Land in Taratai
Vlag Karandis.png
Planeet Durdaste
Werelddeel Taratai
Regio Tai
Hoofdstad Orudis
Staatsvorm Koninkrijk
Staatshoofd(en) koning Arenaldins I
Oppervlakte 412.533 km²
Inwonertal 3.800.000
Bevolkingsdichtheid 9,2 inw./km²
Talen Karandees, Cefalu, Vutassisch, Hsue Creooltalen, Scalvisch
Etnische groepen Kniezen, Cefaludoi, Scalviërs, Hsue, Vutassiërs
Religies Pisticixu, Uchilte, Kerdisme, Kniezendom, Irshanisme
Valuta Kims (1 kims is onderverdeeld in 25 taks en 1 taks is onderverdeeld in 5 uks

Karandis (; Cefalu: Caradisa; Sambeeks: Kjrăăntse; Voorlands: a Vesta Sidarik   , Holgun: Karhandis) is een land in Taratai.

Algemene gegevens

Taratai Staatkundig.png


  • Hoofdstad; Orudis () (ong. 32.000 inwoners)
  • Karandis is onderverdeeld in tien landschappen (emerszags); Tarodice, Parodice, Tarvodice, Valdice, Undice, Urudice, Arvice, Lindice, Vildice, Kardice (Karandis heeft nog een elfde landschap, Svikdice (of Koldice), maar dit wordt door de Confederatie bezet).
  • Belangrijkste rivieren; Valis, Linis, Karis, Taris, Tenis, Kimis, Garvaris, Duris, Sikis
  • Aantal inwoners; 3,8 miljoen
  • Universiteiten; Orudis 7437 en Valudis (heropgericht in 7448)
  • Tijdsindeling; 10 lunaire maanden (of beter; twee jaargetijden met ieder vijf maanden)

Staatsvorm

Karandis is een koninkrijk, maar de eerste koning Janes Volus vluchtte in 7443 naar de Confederatie waarna de functie van het staatshoofd vervuld werd door een stadhouder. In 7452 werd een nieuwe koning gekozen, maar omdat deze destijds minderjarig was stond de koning tot 7456 onder de voogdij van de stadhouder. De koning benoemt de regering, maar heeft geen absolute macht en dient rekening te houden met de Kermis (het parlement met ongeveer 150 leden dat enkele keren per jaar en bij belangrijke aangelegenheden bijeenkomt). Het land is opgedeeld in tien landschappen die het recht hebben om een aantal afgevaardigden, afhankelijk van het aantal inwoners van het desbetreffende landschap, naar de Kermis te sturen. Overigens hebben slechts diegenen die een bepaalde hoeveelheid belasting betalen stemrecht (hetgeen het aantal stemgerechtigden beperkt tot minder dan tien procent van de bevolking).

* Zie ook; Het bestuur van Karandis.

* Zie ook; Het koningshuis van Karandis.

Economie en middelen van bestaan

Ongeveer 10 % van de Karandezen woont in de steden (en dit aantal is na het uitroepen van de onafhankelijkheid sterk gegroeid), maar de overgrote meerderheid leeft nog op het platteland. Veeteelt en landbouw overheersen, vooral langs de kusten waar de meeste bossen gerooid zijn, maar in de afgelegen binnenlanden leven de schaarse inwoners soms nog van de jacht. In de rivieren en meren wordt gevist, maar dit is meestal alleen om in de eigen behoefte te kunnen voorzien. Door de slechte infrastructuur en gote afstanden is het lastig om goederen te vervoeren. Via bevaarbare delen van de rivieren wordt handel bedreven en ook in de steden langs de kust wordt handel gedreven met vooral het nabijgelegen buitenland. Belangrijke exportprodukten van Karandis zijn hout, maar ook edelstenen en ertsen (zink en tin) die op enkele plaatsen gedolven worden, landbouwprodukten zoals graan, vruchten en groenten, zuivelprodukten zoals kaas en yoghurt, maar ook bier, vlees, vis en honing worden geëxporteerd.

De Karandese munteenheid

De Karandese munteenheid is Kims. 1 kims is onderverdeeld in 25 taks en 1 taks is weer onderverdeeld in 5 uks (1 kims is dus 125 uks en dit heeft te maken met het feit dat de Karandezen in vijftallen rekenen, zie; De telwoorden in het Karandees). Het woord Kims is verwant aan het Karandese woord kumens, dat 25 betekent. De waarde van de valuta is relatief, een arbeider verdient ongeveer 10 tot 15 taks per dag, een ambtenaar 20 taks of 1 kims. Een brood kost 2 of 3 uks en een goed glas bier ongeveer evenveel. Er zijn (koperen) munten in omloop van 1 en 2 uks, 1, 2 en 5 taks en (zilveren) munten van 1, 2 en 5 kims. Een aantal steden heeft het recht verkregen om munten te slaan, maar een commissie houdt toezicht op het koper- en zilvergehalte dat overeen moet komen met de voorgeschreven waarde van de munten.

De Karandezen

De Karandezen zijn over het algemeen tamelijk flegmatisch van aard en voelen zich nauw verbonden met hun geboortestreek, waardoor de meerderheid van hen waarschijnlijk maar zelden of nooit zijn of haar geboortegrond verlaat (maar dit komt ook wel door de enorme afstanden, de slechte infrastructuur van het land en het tamelijk koude klimaat dat reizen vaak tot een moeizame aangelegenheid maakt). De overgrote meerderheid van de Karandezen leeft op het platteland en het leven daar volgt het langzame ritme van de jaargetijden. Daarentegen is in het kollektieve geheugen van de stedelingen de herinnering aan de tijd dat veel steden in Karandis ooit trotse en onafhankelijke stadsstaten waren nog springlevend. Hier heerst de handelsgeest nog en de stedelingen zien vaak neer op de conservatieve plattelanders. De overheid (welke dat dan ook is) is meestal ver weg en de invloed daarvan klein, waardoor de familie van groot belang voor de Karandezen. Binnen de familie hebben mannen en vrouwen weliswaar vaak verschillende taken, maar er heerst een tamelijk grote gelijkheid en in de plaatselijke samenleving hebben mannen en vrouwen gelijke rechten.

Godsdienst

Aangezien Karandis lange tijd opgedeeld was tussen buitenlandse mogendheden heeft dit natuurlijk grote invloed gehad op het religieuze leven van de Karandezen. In het noordwesten van Karandis overheerst het Pisticixu, terwijl de Karandezen in het midden en oosten van het land vooral aanhangers zijn van het Uchilte. Verder worden er, met name onder de minderheden in Karandis, nog enkele andere religies beleden zoals het Kniezendom. Op het platteland (waar de meerderheid van de Karandezen leeft) en met name in de afgelegen binnenlanden van Karandis, waar de invloed van de buitenwereld altijd zeer klein is gebleven, worden door de bewoners (en ondanks dat dit eigenlijk niet door de overheid geduld wordt) naast de officiële bovengenoemde godsdiensten nog steeds de Kerdische oerreligie beleden. Deze Kerdische oerreligie, waarvande oorsprong onduidelijk is, kent een groot aantal goden en godinnen die op mysterieuze plekken in de diepe wouden van Karandis te vinden zijn.

Minderheden en talen

Karandis is geen homogeen land, er leeft een aantal minderheden waarvan de voornaamste de Hsue, de Cefaludoi, de Kniezen, de Scalviërs en de Vutassiers zijn, bij elkaar zo´n kleine tien procent van de totale bevolking, de meeste met vaak hun eigen taal en religie. De Vutassiërs, in het noordwesten van Karandis, leven langs de grens met buurland Sdacudoi (waar ook Vutassiërs wonen) en spreken een aan het Karandees verwante taal en ook de Scalviërs en (veel Kniezen) leven hoofdzakelijk in de grensgebieden maar dan in de noordoostelijke landschappen, grenzend aan Löde en de Confederatie. De Cefaludoi in Karandis zijn eigenlijk geen minderheid in de juiste zin van het woord, want hiermee worden de Karandezen aangeduid die Cefalu spreken, een taal die in de tijd dat Karandis nog onder het bestuur van de buurlanden stond, als de officiële taal gebruikt werd. Het aantal sprekers van het Cefalu is echter, nadat Karandees twintig jaar geleden de officiële taal van het zelfstandige Karandis werd, sterk afgenomen. De Hsue en de Kniezen zijn minderheden die ook in vrijwel alle andere landen van het continent te vinden zijn en leven voornamelijk in de wat grotere steden langs de kust. Beide groepen zijn tamelijk goed geintegreerd in de Karandese samenleving, ofschoon zeker de Hsue (althans onderling) nog veelal Hsue creools spreken en er af en toe nog steeds wrijvingen zijn tussen Karandezen en met name de Hsue over gebeurtenissen in het recente verleden die niet verwerkt zijn.

Klimaat

Taratai klimaat.png

De zomers in Karandis zijn tamelijk warm, terwijl het ´s winters, met name in de bergachtige binnenlanden en in het zuiden van het land, erg koud kan zijn. In het uiterste noordwesten is het klimaat milder dan in de rest van het land. Er valt het gehele jaar neerslag, waardoor met name het noordwesten van Karandis en de kuststreken in het oosten goed geschikt zijn voor het bedrijven van landbouw.




Voorlopige geschiedenis

Referencearrow.png Hoofdartikel: Karandese geschiedenis

Gedurende de meeste tijd in de geschiedenis bestaat Karandis niet als zelfstandige staat en zijn de Karandezen onderdanen in andere staten. Het westen van Karandis wordt in de 74e eeuw een vazalstaat van Sdacudoi. Daarnaast ontstaat er een aantal stadsstaten (Vildis, Arvidis, Lindis, Orudis, Valudis, Sabardis en Kalodis) waarvan uiteindelijk alleen Kalodis zelfstandig lukt te blijven. De overige stadsstaten komen in de loop der tijd onder het bestuur van de Drie Koninkrijken te staan. Zie ook de Tarataiaanse Middeleeuwen (Stadsstaten langs de zuidelijke kust); [1]

In 7418 verklaart het Misoonse Rijk de oorlog aan de drie koninkrijken en Oost-Karandis wordt tot 7429 een deel van het Misoonse Rijk. Deze oorlog en bezetting leidt tot grote verwoestingen en een sterke afname van de bevolking. Na de Slag bij Sfixirẽ in 7429 waarbij de Misoonse keizer Neppollonak sneuvelt (en waaraan Karandezen aan Sdacudoisaanse zijde (Westelijke Alliantie) deelnemen), wordt er aan het zuidelijke front (in Karandis) een wapenstilstand gesloten, de Wapenstilstand van Valudis, waarna er een einde komt aan de vijandelijkheden tussen de Drie Koninkrijken, Dogau en Sdacudoi in Karandis en deze landen hun troepen terugtrekken. Deze wapenstilstand zou zes jaar lang stand houden totdat er in 7435 een formele vrede werd gesloten tijdens het Congres van Mistel en Karandis als zelfstandige staat ontstond.

Karandis wordt in 7435 een koninkrijk met als koning Janes Volus (koning Janes). Deze koning vlucht in 7443 naar de Confederatie, nadat bekend werd dat hij in het geheim onderhandelde met de Confederatie over het oostelijke landschap Svikdice dat in 7435 aan Karandis toegewezen was maar sindsdien door Confederatie bezet gehouden werd. Door deze bezetting werden de spanningen tussen de beide landen steeds groter en de onderhandelingen hadden als doel om oorlog te voorkomen, maar tegelijkertijd zou Svikdice aan de Confederatie afgestaan worden. Dit wordt als hoogverraad van de koning beschouwd. Er wordt in Karandis geen nieuwe koning benoemd, maar generaal Konstantins Pets, de held van Sfixirẽ wordt stadhouder, welke functie hij tot 7452 vervulde, maar in dat jaar werd hij opgevolgd door zijn zoon Kolpertins, nadat eerst de (minderjarige) zoon van Janes tot de nieuw koning gekozen werd.

Zie ook de Geschiedenis van Taratai

Nieuws