Territoriale ontwikkeling van Afana

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search

Dit artikel omschrijft de territoriale ontwikkeling van de Vrije Republiek Afana. Van de eerste bewoning door de Lamiërs tot aan de huidige landsgrenzen met huidige bestuurlijke indeling. Alle significante veranderingen in bestuurlijke indeling van de huidige buitengrenzen van Afana worden aan de hand van een kaart per verschillende relevante momenten in de geschiedenis beschreven. (kaarten volgen spoedig)

1820-1825: Prades, Belimô-Serwalië & Het Jupemorisch Verbond

In een periode van vijf jaar volgden enkele territoriale ontwikkelingen in Afana elkaar snel op:

  • De "Deelgebieden onder Rururmeens bestuur" 'Prades' en 'Lodiriaans Prades' (ook wel bekend als Lodirô, zeker onder de bevolking) worden opgeheven en worden door het Rurumeens bestuur nu op gelijke hoogte behandeld als "Kalië, Tèrmulev & Viresâ". Dit betekende ook dat de besturen van beide gebieden samen werden gevoegd in een "Onderbestuur" in Viâr. Dit leverde nogal wat kritiek in de zetelplaats van 'Prades': Erdil, maar niet genoeg om het besluit te verhinderen.
  • Het door de Fransen eerder ingenomen wijngebied Bellimoise (Belimô) en Cherwaine (Serwalië) zwichten voor de continue opstanden in zowel Sál-Falsar en Vodárg en het Française bestuur besluit de gebieden af te staan daar een te groot deel van hun geld naar het stoppen van de opstanden ging en de gebieden toch niet zo'n toegevoegde waarde hadden als aanvankelijk gehoopt. Door de eerdere inname van Sál-Falsar door de Duitsers (Sankt-Falzen) woonde er nog steeds een aanzienlijk aantal Duitsers in de stad. Hierdoor werd Zuid-Bellimoise 'teruggegeven' aan Zirrnosland, Sankt-Falzen werd weer de zetelplaats van dit gebied. Noord-Bellimoise en Serwalië ging terug naar het Lamische Machtsgebied, weliswaar veel beter ontwikkeld dan voor de inname. Hierdoor is hedendaags de architectuur in de stad nog steeds veel 'Franser' dan in de rest van het Afaneessprekende deel. Tegelijk met deze verandering in het Française gebied werd ook besloten de overheden van de drie provincies meer autonomie te geven, dit om de nogal chaotische politieke situatie te verbeteren. Françai werd hiermee een Federaal gebied.
  • Peltèbar, Darligië en de westelijke Jupemoren (Tablieden en Asnaten) besluiten nauwer te gaan samenwerken middels het Jupemorisch Verbond. Hierbij wordt in overleg met de Rurumeense overheid ook besloten de Asnaten en Tablieden samen te voegen in het 'Westelijk Jupemorisch Machtsgebied'. Dit zorgde voor een veel sterker deelgebied. Eilandstaat 'Koninkrijk Tonil' wil als enige uitdrukkelijk niet meedoen aan dit verbond en behoudt zijn volledige autonomie.

1841: Verenigde Afanese Republiek

Dankzij de inspanning van de laatste leider van het Rurumeens Machtsgebied, Kir Awa, ontstond in 1841 de 'Verenigde Afanese Republiek' (Unifîses Afânem Repuseg). De leiders van het Rurumeense, Lamische, Lestogische, Sagrosische en Madravische machtsgebied werkten al nauw samen en besloten dankzij de voordelige voorwaarden namens Kir Awa definitief samen één land te vormen. Hierbij ontstonden ook enige territoriale veranderingen, de machtsgebieden werden nu provincies, sommigen werden opgedeeld.

  • Het Rurumeens Machtsgebied splitste op in de provincie Kalië-Tèrmulev, de 'vrije stad' Rurumi en de provincie Prades & Lodirô, daar deze twee gebieden al -gescheiden door het Frodaland- los van elkaar lagen. Prades&Lodirô als één provincie betekende dat de ondergebieden 'Prades' en 'Lodiriaans Prades' nu ook echt nauwer moesten gaan samenwerken, iets dat al enige jaren redelijk succesvol steeds dichterbij kwam.
  • De eilanden van de Jupemoren verenigden zich -op de Korische en de Frodese na- in één provincie: Jupemorië-Darligië. Het 'Jupemorisch Verbond' van 1830 gaf hier al een aanzet aan en nu waren de banden tussen Jupemorië en Darligië stevig genoeg voor deze stap.
  • Het Madravisch Machtsgebied wordt provincie Madravië & Sinneland, het Sinneland zal vanaf nu nog maar enkele jaren volledig onderdeel van Madravië blijven. Stad Turgùs gaat nu door als 'vrije stad'.
  • Het Lestogisch Machtsgebied wordt de provincie Lestogië.
  • Het Sagrosisch Machtsgebied wordt de provincie Sagrosië-Wagarije. De financiële voordelen van een verenigde republiek komen positief van pas in het Sagrosisch-Wagaars conflict: Wagarij biedt weinig verzet tegen definitieve samenvoeging met de rest van het schiereiland Sagrosië.
  • Het Lamisch Machtsgebied wordt opgesplitst in drie provincies en twee 'vrije steden'. Provincie Ubnag ontstaat hier en wordt vernoemd naar hoe de Lamiërs de Lumezen noemen, 'Ubnahh'. De provincies Lâmes-Dirunag en Negesiw krijgen een bijzondere status in een samenwerkingsverband met de 'vrije stad' Peterdás. De provincies zijn relatief klein maar hadden al een goed ontwikkeld lokaal bestuursorgaan dat voorlopig nog in werking kon blijven op deze manier. Lams wordt ook een 'vrije stad'.

1843: Het einde van de Staat Tonil

Na de oprichting van de 'Verenigde Afanese Republiek' floreert de economie aldaar en zakt het aantal conflicten. Ook de gezondheidszorg en de economie worden centraler en beter geregeld. Voor een eilandstaat van een geringe grootte als Tonil ging dit alles flink minder, met een dalende lijn. Voedsel was lastiger te krijgen, Jupemorië-Darligië deed weinig inspanningen in verbetering van de voedsel- en waren-verbindingen met het eiland. Uiteindelijk zwicht de laatste Tonilese koning Yamèk Laliwor en besluit hij toch dele te nemen aan de 'Afanese Verenigde Republiek'. Op 25 mei 1843 tekenen hij, provinciehoofd Mandèl Vordlas van Jupemorië-Darligië en Kir Awa een decreet dat de Staat Tonil definitief onderdeel maakt van de provincie Jupemorië-Darligië. Tonil komt onder het lokale bestuur van district Darligië te vallen.

  • In hetzelfde jaar verliezen de vrije steden Lams, Turgùs en Peterdás definitief hun status en worden volledig ingebed in het provinciebestuur.

1846: Het Monbenau-Besluit

In 1846 wordt in de Duitse havenstad Monbenau besloten permanente vrede te sluiten tussen de Duitstalige deelgebieden Frodaland en Neu-Frodaland en tussen Frodaland en Françai. Ook worden diverse langlopende conflicten met de centrale Afanese overheid hiermee opgelost. Dit wordt besloten en ondertekend door de president van Frodaland: Friedz Noichfelde, de raadsvoorzitter van Neu-Frodaland: Rüdolf Maschdt, president van Françai: Albert-Jean Nouveaussou en president Kir Awa van Afana. Het volgende verandert hiermee in de territoriale verdeling van Afana:

  • De -eerder deels zelfstandige- deelgebieden Frodaland en Neu-Frodaland vallen nu direct onder Afana als provincies. Frodaland wordt Froda en Neu-Frodaland Ober-Frodaland, genoemd naar het hoger (noordelijker) gelegen deel van Frodaland.
  • Het westelijke Afanees-sprekende deel van Neu-Frodaland gaat bij Groot-Rurumi horen als district West-Nieuw-Frodaland.
  • Het 'Herzogtum Marsäfen' valt weer terug onder gezag van Tèrmulev, gezien de -nog steeds- grotendeels Afanees sprekende bevolking aldaar de meest logische keus, aldus Kir Awa.
  • Het jarenlange conflict tussen Françai en Frodaland wordt uiteindelijk ook opgelost. Het Zirrnosland gaat ten westen van de rivier de Siernoos weer terug naar Françai, ten oosten van die rivier gaat het tot Lestogië horen.

Kir Awa bereikte deze grote 'opofferingen' van Frodaland door ze er aan te herinneren dat ze -nu ze bij de Republiek gingen en mochten horen- vele voordelen kregen. Zoals de toegang tot meer financiële middelen, de economie van Frodaland daalde al jaren. Maar ook betere publieke voorzieningen en bescherming van 'buitenaf' kon Frodaland goed gebruiken. Ook mocht president Noichfelde blijven, als provinciebestuurder dan.

1850, 1852: de 'val' Françai en de verdeling van het Sinneland

  • Kir Awa staat bekend om zijn "expeditie" van 1850 naar de zogenoemde Française provincies, waar hij met veel 'gewone' burgers sprak. In de toenmalige meest belangrijke stad van Franstalig Afana, Maillebourg, overtuigde hij de lokale overheid uiteindelijk de banden met de Afanese Republiek nog sterker te maken door als volwaardige provincie onderdeel te worden van de Afanese Republiek. De naam veranderde naar 'Françafa', simpelweg 'Franstalig' Afana, enigszins verwarrend sinds noord-Sagrosië ook al Franstalig was. Françai bestond tot die samenvoeging uit de vier -grotendeels autonome- districten Lovion, Ible-et-Monniey en Appéouses, grotendeels overeenkomend met de huidige districtsindeling.
  • Van 1841 tot 1852 behoorde het -tijdens de stichting van de republiek opgeheven- Sinneland als bijzonder deelgebied onder de provincie Madravië. Het feit dat dit daardoor percentueel gezien de meerderheid van de provincie besloeg met nog geen 5% van de bevolking creëerde een lastige situatie. Provinciebestuurde klaagde al vrij snel over te weinig capaciteit om het grote dunbevolkte kale gebied te besturen, dit leidde tot een stijging in de criminaliteit. Hierdoor besloot president Kir Awa het Sinneland te verdelen over drie provincies: Noord-Sinneland bleef bij Madravië horen, Centraal-Sinneland ging bij de provincie Ubnag horen en het vrijwel onbewoonde Zuid-Sinaglart werd deel van Françafa. Het bestuur van Françafa reageerde het meest enthousiast, het Franstalig taalgebied werd uitgebreid. Als eersten stichtten zij ook een nederzetting in het Sinneland: Nouchaire, huidig zetelplaats van het district Pay-de-Sinaille-sud.

1874: Het Verdrag van Susâ

De huidige landsgrenzen en provinciale indeling stammen uit 1874, toen in het Vámadese stadje Susâ een verdrag getekend werd door onder andere de tweede president van Afana: Maryorim Mil en diverse provinciale leiders. Met als belangrijke gast Mudar Borâgals-Huwôriûs Delwer, de laatste koning van het Koninkrijk Vámad. Naast het belangrijke besluit omtrent de samenvoeging van de republiek en Vámad worden er ook diverse (volgens president Mil overbodige) provincienamen gewijzigd. Hieronder alle territoriale (naams)veranderingen:

  • Verreweg het meest bekend: Het Koninkrijk Vámad wordt definitief onderdeel van de republiek Afana, na bijna 150 jaar te hebben bestaan. Afana heeft nu weer dezelfde grootte die het toen, 150 jaar geleden, ook kende. Môyare wordt hierbij ten koste van Borag tot nieuwe hoofdstad van Vámad benoemd.
  • De provincie Kalië-Tèrmulev wordt nu kortweg 'Tèrmulev' genoemd, dit vanwege de geringe grootte van Kalië.
  • De provincie Prades & Lodirô wordt nu kortweg 'Prades' genoemd, dit vanwege het feit dat Lodirô ook wel door het leven ging als 'Lodiriaans Prades', de langere provincienaam was dus overbodig.
  • De provincie Sagrosië-Wagarije wordt nu kortweg 'Sagrosië' genoemd, vanwege het feit dat Wagarije ook op het schiereiland Sagrosië gelegen is, dit leidde overigens wel tot enig verzet in Wagarije.
  • De provincie Jupemorië-Darligië wordt nu kortweg 'Jupemoren' genoemd, dit vanwege het feit dat alle eilanden officieel bij de Jupemoren-archipel horen, ook die van voormalig hertogdom Darligië.