Mistige Tijden 7458.2

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
Mistigetijden.png
Nieuws uit Taratai.
Nummer 14 — Najaar 7458

Er broeit wat in Amagome – van oorlogsdreiging in Oreva tot oproepen tot revolutie in Misonia. In het zuiden is de epidemie nog steeds niet over en Karandis is in oorlog met Thurilië terwijl Sambekistan Uhh is binnengevallen.

Keek op de Feek van de Week - nummer D (Opper Bendër)

Keek op de Feek van de Week - nummer D
Een alternatieve schandelijke kijk op de alternatieve werkelijkheid - zoals gezien door onze verslaggever Donald Vlad Trumpoetin 

Prins Putuconyk nieuwe verslaggever

Nadat onze allerbeste verslaggever aller tijden Donald Vlad Trumpoetin onlangs, na een zeer wel gelukte geheime financiële transactie met het inmiddels ook al door de gauwdood getroffen Thurilische justitiële apparaat in ere werd hersteld en vrijgelaten, besloot hij om vervangend verslaggever Bernie Biden onmiddelijk terstond op staande voet te ontslaan, daar deze volgens Trumpoetin er een potje van gemaakt had, maar omdat volgens kwade tongen de heer Trumpoetin er zelf ook niet veel van bakt, hetgeen volgens hemzelf een pertinente leugen is (want zie inleiding van dit artikel), heeft men niettemin op de redactie der krant besloten om een nieuwe verslaggever aan te nemen en wel de prins van de Eerste Tak van Nunat en afstammeling van Zijne Majesteit de Koning en van Koning Kalalit V en nog veel meer, de heer Putuconyk, daar deze volgens Trumpoetin blijk heeft gegeven van een fantastische ondernemerszin en buitengewone betrouwbaarheid en dus uitermate geschikt voor het weergeven van het wereldnieuws zoals zich dat op het continent Taratai afspeelt.

Opper Bendër bereidt zich voor op oorlog met Oreva

Inmiddels heeft onze nieuwe verslaggever van onze krant, de prins van de Eerste Tak van Nunat en afstammeling van Zijne Majesteit de Koning en van Koning Kalalit V en nog veel meer, de heer Putuconyk, zich naar het uiterste noorden van het continent begeven waar volgens recente berichten de regering van Opper Bendër zich hevig aan het voorbereiden lijkt te zijn op een inval door het blijkbaar weer eens niet in toom te houden manvolk van buurland Oreva, een inval die volgens onze verslaggever ieder moment kan plaatsvinden en hij meldt dan ook dat enkele toppen in de hoge bergketen die de grens tussen de beide landen vormt thans beschilderd worden met portretten van onze eigen Donald Vlad Trumpoetin, daar men in het Opper Bendërse vermoedt dat diens gelaat met zijn blonde kuif het opgehitste Orevaanse manvolk in de richting zal lokken van de bergpas waar Opper Bendërse krijgers in een hinderlaag lijken te liggen, daar het schijnt dat juist onze welonedele allerbeste verslaggever aller tijden grote aantrekkingskracht bezit op uitsluitend door testosteron gedreven mannen.

Nieuwste verslaggever ontslagen

Naar verluidt heeft de prins van de Eerste Tak van Nunat en afstammeling van Zijne Majesteit de Koning en van Koning Kalalit V en nog veel meer, de heer Putuconyk, onverwacht zijn ontslag als verslaggever gekregen nadat deze in zijn eerste (en ook laatste) bericht op schandelijke wijze had vermeld dat het gezicht van Trumpoetin in de komende oorlog tussen Oreva en Opper Bendër gebruikt zou worden in verband met diens grote aantrekkingskracht op door testosteron opgehitste mannen, en volgens Trumpoetin had Putuconyk er een potje van gemaakt en was het wel duidelijk dat de prins geheel ongeschikt was als verslaggever.

Putuconyk doet Misal Nggattsauwontepenggukuvisak huwelijksaanzoek

Na zijn debacle als verslaggever (en nog veel meer) heeft de prins van de Eerste Tak van Nunat en afstammeling van Zijne Majesteit de Koning en van Koning Kalalit V en nog veel meer, de heer Putuconyk, naar het schijnt zijn onverwachte toevlucht gezocht (en gevonden) in de armen van het Orevaanse staatshoofd Nggattsauwontepenggukuvisak, tevens oppermachtig voorzitster van de Vrouwenraad, en alhoewel door kuise tongen (zeker abusievelijk) beweerd wordt dat de Misal in een vorm van celibaat leeft, meent de prins dat zelfs Nggattsauwontepenggukuvisak aan zijn mannelijke en prinselijke charmes geen weerstand zal kunnen bieden en bovendien lijdt het volgens prins Putuconyk geen enkele twijfel dat de Misal zeker ook spoedig de voordelen van een vleselijke vereniging met hem in zal zien als zijnde geheel noodzakelijk voor een herstel van de geslachtsbalans in het Orevaanse land, nu het er werkelijk naar uitziet dat een groot gedeelte van de mannelijke bevolking des lands op de slagvelden in de komende oorlog met Opper Bendër ongetwijfeld het Tarataise voor het hemelse zal verruilen.



Osovattsepiserrughydendax (Oreva)

Orevanieuws.png
ausotsoghauttse — ausonggyr rón 7458
nummer 7 — najaar 7458


Geruchten over huwelijk Misal

Ttsurevagha - In sommige kringen in de Orevaanse hoofdstad doen geruchten de ronde dat Misal Nggattsauwontepenggukuvisak zich aan het opmaken is voor een huwelijk, en wel met de Sambekistaanse prins Putuconyk, de oudste kleinzoon van de Sambekistaanse koning Xalkĩ V. Hoewel de Tekaranutts (Vrouwenraad) van Oreva hiervan op de hoogte lijkt te zijn, zijn er tot op heden geen pogingen ondernomen het een en ander te ontkennen. Wat precies het doel van zo'n huwelijk zou zijn, is voor velen een raadsel en het lijkt duidelijk dat Putuconyk de Misal nog nooit eerder gezien heeft; hoewel de leeftijd van de Misal niet zeker geweten is, zou zij toch een paar jaar ouder zijn dan de 41-jarige Putuconyk en haar uiterlijk zou de stevige en verweerde uitstraling hebben die zoveel vrouwen in het onherbergzame Oreva op die leeftijd tentoonspreiden. Traditionele stemmen in het land menen desondanks dat het goed zou zijn wanneer de Misal een partner neemt; het ontbreken van een mannelijke leiderfiguur heeft Oreva volgens hen geen goed gedaan en met geruchten over een aanstaande oorlog die de Tekaranutts zou willen ondernemen, denken velen dat mannelijke invloed tot een betere strategie zal leiden. Dit in ogenschouw nemende, lijkt het duidelijk dat de Orevanen geen idee hebben wie Putuconyk is en hoe zijn curriculum vitae eruit ziet.

Vijand wordt door loting bepaald

Ttsurevagha - Nadat 27 dagen na het vorige bericht over een mogelijke oorlog tussen Oreva en een nog te bepalen ander land, dat andere land nog niet was aangewezen, heeft Misal Nggattsauwontepenggukuvisak besloten dat de volgende vijand van Oreva door middel van loting bepaald zal worden. Zeven bolle poppetjes met verschillend gekleurde puntmutsjes en uitbundig aangekleed volgens de heersende mode in elk der zeven buurlanden (althans, een Orevaanse interpretatie daarvan) worden in een grote aarden pot gegooid en het deksel vastgelijmd, waarna Syneppepengguk, de onbevestigde zoon van Misal Nggattsauwontepenggukuvisak en Hoogstrijder in de Orde van de Bebloede Vlegel (Khanggeseltórtsótsurdahyngguxtaukukh) de eer heeft tijdens een feestelijke ceremonie geblinddoekt het deksel van de pot te rukken en een poppetje uit de pot te trekken.

De uitbreiding van 's lands leger in de afgelopen jaren heeft overigens een toestroom aan buitenlands manvolk naar Oreva veroorzaakt. Het feit dat Orevaanse mannen nog altijd schaars waren en het lange wachten op daadwerkelijke strijd heeft velen mogelijk hun toevlucht doen zoeken tot de vrouwlijke inwoonsters die de mannelijke aandacht gretig aanvaarden, hoewel dat de buitenlandse mannen vooraf ten strengste verboden was, en deze plotwending wordt dan ook door alle partijen ontkend. De plotselinge drastische toename van jonge Orevanen, terwijl hun moeders ongehuwd waren, is door vele sjamanen dan ook als een mirakel omschreven.

'Tijd voor een noordelijke Zuidelijke Ngandia'

Luhumucchubet - Ulkhiz Bardunduzgumalhi, een sjamanin en lid van de Ulughese minderheid in Oost-Oreva en sinds vorige week zelf-benoemd priesteres in het Irshanisme, heeft na het overlijden van de vorige Zuidelijke Ngandia aangekondigd dat het tijd is voor een noordelijke Zuidelijke Ngandia en dat zij in die hoedanigheid, namelijk afkomstig zijnd uit het noorden van Taratai, uitstekend geschikt zou zijn voor de functie. Zelf verklaarde zij haar kandidatuur als volgt: "U moet niet bang zijn! U moet niet bang zijn! Kom hier zitten! Houd mijn handen vast! Oooooh, u hebt veel angst in u! Waar bent u bang voor? Voor uw moeder? Voor een spin? Voor de Geest van Nepollonak? Kom hier! Drink dit, dit is goed tegen de bibbers! U moet niet bang zijn! U hebt veel angst! Wees kalm! Kalm! Waarom gaat u weg? U moet niet bang zijn!"

Zich baserend op de uitingen van Bardunduzgumalhi zou men kunnen conluderen dat zij zich achter de Jokpin sekte heeft geschaard.


Bede se Lanen an Silbes (Misonia)

Bede se lanen an silbes header.png


Noordelijke landen immer waakzaam voor invallen

In overeenstemming met hun onvermogen om hun activiteiten en beraadslagingen verborgen te houden voor de buitenwereld lijkt het na jaren relatieve rust er sprake te zijn dat de Vrouwenraad in Oreva op korte termijn een keuze moet maken voor het doel van hun volgende grote inval. Zoals bekend kunnen zij hun mannen niet oneindig onder de voet houden en moeten hun krijgers om de zoveel tijd goed gesnoeid worden zodat zij weer rustig onder de knoet van de Vrouwenraad zich aan hun taken houden. Worden zij te talrijk dan clusteren zij samen en jutten zij elkaar op om te laten zien dat zij beter zijn. Als uitlaatklep mogen zij een grote inval plegen tegen een gewoonlijk sterkere opponent om gratis snuisterijen voor de vrouwen te verzamelen. Met een beetje geluk kan het territorium uitgebreid worden, maar gewoonlijk heeft men niet de mankracht voor serieuze overheersing. De verleidingen van de beschaving zijn dan ook groot. Als de inval mislukt dan zijn de mannen voor de komende jaar minder in tal en makkelijker onder controle te houden. De Vrouwenraad kan sowieso niet verliezen. De uitdaging voor hen is echter de keuze voor het doel. Deze moet zorgvuldig gekozen worden. Als de naburige landen te armzalig zijn qua snuisterijen en juwelen dan worden zij niet voldaan aan hun behoefte. De smaken van de leden van de Vrouwenraad is ook niet hetzelfde en dat kan tot grote verdeeldheid leiden. Door stiekem bepaalde zaken in de openheid te brengen proberen de vrouwen hun rivalen te ondermijnen en de publieke opinie te beïnvloeden. Omdat zij dit echter allemaal doen zijn de beraadslagingen van de Vrouwenraad vrijwel geheel bekend voor de buitenwereld.

Met een mogelijke dreiging naderend hebben wij onze correspondenten in de noordelijke landen gevraagd om te onderzoeken of deze waakzaam en gereed zijn tegen een massale inval. Invallen uit het noorden zijn al eeuwen vrij gemeengoed, maar deze zijn meestal niet op grote schaal en bestaan uit hooguit enkele tientallen rovers. Het is onmogelijk om de volledige grens te bewaken. Daarom zijn er op strategische locaties wachttorens en forten om tijdig in te grijpen en de steden te waarschuwen.

Een rondgang langs de grenswachten van Skuria, Meria, Misandria, Fatomia en Wirdria liet een wisselend beeld zijn. De wachttorens en forten zijn immer bemand, maar de bezetting is niet overal volledig. Wel bleken de regeringen zich bewust te zijn van de mogelijke dreiging. Er wordt goed betaald voor relevant nieuws uit Oreva en de Orevanen hebben geen notie dat zij hiermee hun eigen positie verzwakken. Nieuwe soldaten worden geworven en de wapenarsenalen worden ververst en uitgebreid. Er worden zelfs al oefeningen gehouden ter voorbereiding van een eventuele grootschalige inval. Het kan natuurlijk uiteindelijk onnodig blijken te zijn, maar men neemt het in ieder geval serieus. In hoeverre zij daadwerkelijk in staat zijn om een eventuele inval af te slaan is onduidelijk. Men heeft kanonnen en geweren, maar de meeste landen zijn niet rijk en hun voorraden zijn beperkt. Wij hebben geen inzicht in de daadwerkelijke gereedheid van elk land, wat de kwaliteit is van de bewaping en hoe goed het onderhoud is geweest. De regeringen willen voorkomen dat hun land gezien wordt als een makkelijk prooi. Het kan ook zijn dat zij zich sterker voor doen.

Wij willen eindigen met een bijzonder anecdote uit Fatomia. Het is bekend dat de Orevanen bijzonder bijgelovig zijn. In Fatomia heeft men langs de grens palen met poppen geplaatst. De poppen hebben een bol lichaam en een bol hoofd. Op het hoofd staat een rode puntmuts en lange witte haren zijn aan de voorkant van het hoofd geplaatst. De poppen zijn verder op diverse wijzen op uitbundige wijze aangekleed. Klaarblijkelijk worden dit soort poppen gezien als symbolen van ongeluk en ontmannelijking.



De Kapitalistische Revolutionaire Waarheid (Mistel)

De Kapitalistische Revolutionaire Waarheid
De echte waarheid zoals deze geheel en al geinterpreteerd wordt door de Kapitalistische Partij in Noord Taratai

Volkeren in Noord Taratai demonstreren tegen inactiviteit en eisen kapitalistische revolutie!

De steeds grotere dreiging van oorlogszuchtige aanvallen door wilde mannelijke krijgers uit Oreva heeft niet alleen geleid tot grote onrust in de staten in het noorden van Taratai maar lijkt ook de druppel te zijn geweest die de emmer heeft doen overlopen bij een meerderheid van de bevolking in deze landen. De frustratie in de regio is dan ook uitermate groot en volgens de laatste berichten zijn grote mensenmenigten in bijna alle staten, van Oost Kuanga in het uiterste noordoosten, tot Zirkonia in het zuiden en Linkwenda in het verre westen, de straten op gegaan om massaal te demonstreren tegen de machteloosheid en vergaande inactiviteit van hun regeringen (of wat daar veelal voor door moet gaan) en in sommige landen heeft dit volgens de laatste nog onbevestigde berichten zelfs geleid tot een ware revolutie tegen de politieke verdrukking door de heersende elites. In Zirkonia, maar ook in andere landen, werden tienduizenden in Mistel gedrukte pamfletten verspreid onder het (helaas grotendeels ongeletterde) volk, met bloed geschreven (zoals dat daar de gewoonte schijnt te zijn), geschreven door Voldemort Iljitch Lening, welbekend bankier en woekeraar uit Mistel. In deze pamfletten wordt opgeroepen tot een ware kapitalistische revolutie die moet leiden tot het omverwerpen van al die onbeduidende vorstenhuizen en machtswellustige potentaatjes en uiteindelijk tot de vorming van één grote federale kapitalistische republiek die de meeste landen in het noorden van Taratai zal moeten omvatten en waarin dan de eeuwige diktatuur der kapitalistische burgerij zal moeten gaan heersen. Dit zal dan, volgens Lening, het einde vormen van de vergaande inactiviteit in het noorden, daar het kapitalisme in zijn ware vorm immers inherent is aan grote activiteit. Lening baseert zijn ideeën niet alleen op zijn eigen persoonlijke ervaring als uitzuigend kapitalist, maar heeft ook veel ideeën uit het gedachtengoed van de Irshanistische filosoof Kwartje Markt (7318 - 7383) overgenomen. Kwartje Markt, wiens ideeën overigens niet altijd evenveel worden gewaardeerd in Irshanistische kringen, gaf in 7348 immers zijn fameuze geschrift Het Kapitalistisch Manifest uit waarin hij schrijft dat het lijden der burgerij en de bezittende hogere klassen in de maatschappij geenszins een illusie is, doch geheel en al het gevolg van de angst voor het kwijtraken van deze bezittingen en de daaropvolgende armoede en daarmee de diepste vorm van lijden voor de bezittende klasse. Het Kapitalistische Manifest was dan ook een oproep aan het proletariaat om zich aan de bezittende klasse te onderwerpen, daar de zuiverste vorm van kapitalisme tot vermindering van deze angst bij de bezittende klasse zal leiden en uiteindelijk tot een schijnbaar gevoel van tevredenheid onder de lagere klasse, daar het ontbreken van bezit volgens Markt ook het ontbreken van angst betekent. Inmiddels heeft Voldemort Iljitch Lening, als een soort inofficiële leider van de Kapitalistische revolutie in Noord Taratai, zich naar onder andere Zirkonia begeven om daar het volk toe te spreken en ook maakte hij bekend dat zijn bank in Mistel fondsen beschikbaar gesteld heeft voor revolutionaire kapitalistische doeleinden.

Bank van Lening vraagt faillissement Raad van Ridders aan

De Bank van Lening in Mistel heeft, nadat de Thurilische Raad van Ridders opnieuw de aflossing op hun lening bij deze bank niet terug konden betalen, alle gelden en goederen van Jonge Ridders in Mistel en overig Noord Taratai in beslag laten nemen en hun schepen in havens buiten Thurilië aan de ketting gelegd. Volgens de bank is de kredietwaardigheid van de Thurilische ridders na enkele jaren oproer tegen het Lotharpaar inmiddels minder dan nul en zijn zij zelfs niet meer in staat om de rente op hun inmiddels enorme schulden te betalen en het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat zij ooit nog hun in beslaggenomen bezittingen terug zullen zien. De Raad van Ridders hebben (net als het Lotharpaar zelf overigens) grote leningen bij de Bank van Lening afgesloten om hun (tot nu toe tamelijk mislukte) oproer tegen het wettelijk gezag van Thurilië te bekostigen.


Ngyue Ha Bhian Ngan Hyum (Irshanisme)

NgyueHaBhianNgan.png
nummer 14 — najaar 7458


Zuidelijke Ngandia overleden

(Ngan Hyu) — Dia Faagum , de 28e Zuidelijke Ngandia is op 74-jarige leeftijd overleden. Faagum was afkosmtig uit Skachora (Sdacudoi) en trad op jonge leeftijd toe in een klooster in West-Kuanga. Hij vervolgde zijn studie in Hirrië en het Voorland alwaar hij naam maakte met zijn uiterst zorgvuldig gechoreografeerde erediensten die tal van volgelingen sterkten in hun trouwbelofte aan Sziabhian. Faagnum was een behoudend en voorzichtig Ngandia, die controverse meed en weinig in het nieuws kwam, maar die op de achtergrond de Kpoho sekte vaardig geleid heeft. Vooraanstaande leden van de Jokpin sekte zijn echter minder te spreken over zijn leiderschap.

De procedure voor selectie en benoeming van een opvolger is begonnen. De verwachting is dat het enkele maanden zal duren voor de 29e Zuidelijke Ngandia gevonden is. Speculaties over uit welk land de opvolger zal komen zijn al begonnen. Hirrië is verreweg het grootste land qua aantal Kpoho volgelingen, maar de Hirrische kloosters lijken enigszins ingeslapen te zijn. De nummer twee, Morün-Oı̯omod, steunt dikwijls de Hirrische kandidatuur, maar de laatste jaren lijkt de relatie tussen Moruunse en Hirrische kloosters wat bekoeld te zijn. De nummer drie, het Verbonden Voorland is doorgaans tamelijk onvoorspelbaar en of oude allianties tussen andere grote Kpoho landen nog intact zijn is evenmin niet helemaal duidelijk.

Nieuwe Dhyɩr Lhaɂa gevonden

(Harbhɩr) — De 35e Dhao Lhaɂa heeft bekend gemaakt dat de 25e Dhyɩr Lhaɂa gevonden is in Carcuŋŭatu en op weg is naar Yoğor. Nadere details zijn nog niet bekend gemaakt.

Opschudding in conferentie over Isrhanisme en Fraternalisme

(Chrounïngë) — In een conferentie georganiseerd door de Universiteit van Chrounïngë over overeenkomsten en verschillen tussen Irshanisme en Thurilisch Fraternalisme heeft een spreker uit Sambekistan grote opschudding onder de Thurilische aanwezigen veroorzaakt door te beweren dat het Thurilisch Fraternalisme niets anders is dan een gecorrumpeerde versie van het Irshanisme. Het Irshanisme is door de Hsue in de 64e eeuw naar Thurilië gebracht. De voorouders van de huidige Thuriliërs leefden toen met name in de binnenlanden en waren ongeletterd en uiterst primitief. De Hsue immigranten brachten beschaving, schrift, en filosofie. De Thuriliërs namen veel daarvan over, maar gaven er hun eigen draai aan. Omdat het Thurilisch Fraternalisme weinig theoretisch georiënteerd is en nauwelijks een schrift-traditie kent, zijn de historische wortels van die levensbeschouwing geleidelijk uit het oog verloren. Desondanks zijn er nog steeds belangrijke overeenkomsten in zowel "filosofische" grondslagen (voorzover daarvan gesproken kan worden in geval van het Fraternalisme) en praktijk. De spreker beëindigde zijn betoog met de stelling dat het Thurilisch Fraternalisme als en stroming binnen het Irshanisme beschouwd moet worden.

Nadat de gemoederen weer bedaard waren vond een discussie plaats tussen de aanwezigen (die niet boos de zaal verlaten hadden). De consensus was min of meer dat er geen bewijs tegen of voor deze beschrijving van de geschiedenis van het Fraternalisme is en dat een en ander dus louter speculatie is. Desondanks vond een relatief groot aantal aanwezigen het verhaal "aannemelijk". Vrijwel iedereen was het er echter ook over eens dat dit een louter academische kwestie is en dat de toekomstige relatie tussen Irshanisme en Fraternalisme veel belangrijker is. Echter, één van de aanwezigen wees er op dat verleden en toekomst geen losstaande kwesties zijn. Als Fratenalisme als een vorm van Irshanisme beschouwd zou worden, dan behoort het wellicht tot de Irghum school en in dat geval zou de Noordelijke Ngandia ook het Fraternalisme moeten vertegenwoordigen.

Volgens een andere spreker, een volkenkundig onderzoeker die veldwerk heeft gedaan in het uiterste oosten van Thurilië, wordt in delen van die regio helemaal geen onderscheid gemaakt tussen Irshanisme en Fraternalisme. Aanvankelijk dacht hij dat dit vooral het geval was in gemeenschappen met een hoog percentage Hsue afstammelingen, maar uit nader onderzoek bleek dat dat niet het geval was. Hsue gemeenschappen met meer contact met andere Hsue landen (omdat ze op een belangrijke route tussen de zuidelijke en noordelijke kerngebieden van de Hsue liggen) maken wel een onderscheid en hangen meest vormen van Irghum aan. Andere gemeenschappen in de regio – en etnische achtergrond speelt daarin geen rol – hangen een syncretisch mengsel van Irshanisme en Fraternalisme aan, maar identificeren dat mengsel verschillend: sommigen noemen het "Irshanisme" en anderen noemen het "Fraternalisme". In het noordwesten van Thurilië is de situatie weer heel anders. Irshanisten in die regio behoren tot de Kpoho sekte en maken een duidelijk onderscheid tussen Irshanisme en Fraternalisme. De twee worden aldaar echter als complementair gezien en de meeste Irshanisten in west Thurilië zijn dus ook Fraternalisten.

Zirkoonse overstes bezorgd over onrust in noord-oost Amagome

(Ngan Hyu) — De Diamanten Meesters hebben een brief ontvangen van de overstes van de twee belangrijkste kloosters van Zirkonia op het eiland Tionghyuahyou  in de deelstaat Arin. Deze overstes maken zich grote zorgen over onrust in noord-oost Amagome. Oreva schijnt een oorlog voor te bereiden, in Misonia roept ene Lening op tot gewelddadige revolutie, en in Opper-Ulughe en Zirkonia zelf lijkt het ook te broeien. Het eiland waarop de kloosters staan ligt in het grootste meer van het land in een regio die historisch veel soldaten aan Misoonse legers leverde. Mede daardoor is de regio een smeltkroes van etniciteiten, varierend van Misoons en Zirkoons tot Moruuns, Opper-Ulughees en – naar verluidt – zelfs Udumaans. Gerucht gaat dat dit multi-etnisch "volk" zich in Zirkonia gediscrimineerd voelt en verzet tegen de centrale regering voorbereidt. De bezorgde kloosteroverstes vragen of de Diamanten Meesters een gezand kunnen sturen om tussen de verschillende partijen te bemiddelen en zo (burger-) oorlogen te voorkomen. Vanwege het overlijden van de 28e Zuidelijke Ngandia hebben de Ngandia's echter (nog) niet op de brief gereageerd.


Thurilahén Vérsenpen (Thurilië)

Thurilahén Vérsenpen
nummer 12 — najaar 7458


Lotharpaar in geldnood – sluiten deal met verslaggever Trumpoetin.

Nu het Lotharpaar opgesloten is in quarantaine en de Raad van Ridders hun geldstromen hebben gestopt, hebben de leidende geliefden een deal gesloten met Trumpoetin. In ruil voor wat geld om hun artsen te betalen, zouden zij ervoor zorgen dat hij vrijgelaten zou worden. Deze transactie had geheim moeten blijven, maar dit is niet gelukt. Het lotharpaar heeft daarnaast meegedeeld dat zij herstellende zijn en dat later meer berichten naar buiten zullen komen.

Dit zijn echter wel sterke signalen dat het beleid van de Raad van Ridders tegen het Lotharpaar lijkt te werken. Dit is een teken dat wellicht zelfs in het geval dat het paar de macht zal herpakken, ze nog nauwelijks gezag zullen hebben. Het begint erop te lijken dat de machtsstrijd toch snel ten einde zal komen, omdat de fundering van beide groepen (het lotharpaar en de raad van ridders) aan het piepen en kraken is.

Medische veldslag in Malithis

Dokters uit Karandis en Sambekistan hebben zowaar de uitbraak van de pest in Malithis gebruikt om hun wetenschappelijke disputen uit te vechten. Het is werkelijk een strijd geworden tussen de twee kampen over wie de beste resultaten kan bieden en dus kan helpen de meeste mensen te laten overleven. Karandese doktoren beweren dat ze zelfs 50% van de zieken hebben kunnen redden, maar Sambeekse doktoren zeggen dat deze cijfers slechts leugens zijn. Zij beweren dat alleen zij tot nu toe daadwerkelijke resultaten hebben geboekt. De Karandese medisch specialisten zeggen dan weer dat hun cijfers niet kloppen. Er is een werkelijke medische veldslag bezig tussen de verschillende medische tradities uit deze twee landen. En zelfs deze unieke mogelijkheid lijkt geen wetenschappelijk bewijs te gaan leveren over de effectiviteit van de verschillende methoden.

Raad van Ridders verklaart oorlog aan Karandis

Na verschillende kapingen van Karandis van schepen van de Raad van Ridders, hebben de ridders besloten de oorlog te verklaren aan Karandis. Dit houdt specifiek in dat elke Karandees vogelvrij wordt verklaard alswel iedereen die samenwerkt met Karandezen. De eerste actie was het tot zinken brengen van een schip met Karandese doktoren die richting Malithis reisden. Het lotharpaar heeft nog niet gereageerd.

Levenloze ridders gevonden

Afgelopen maanden zijn er lichamen van gedode ridders gevonden. Het lotharpaar zegt hier niets van te weten. Geruchten gaan te ronde dat dit gedaan is door een groep van religieuze, jonge ridders die getraind zijn in Tatsufa en zich geroepen voelen om de orde te herstellen. Deze ridders zijn nauw verbonden met de Irshanistische kloosters in Tatsufa, en ze werken ook samen met de Fraternalistische geestelijke orde. Geruchten gaan te ronde dat rust is hersteld in de binnenlanden van Thurilie. Noch het lotharpaar, noch de Raad van Ridders lijkt daar nog enige machtsinvloed te hebben.

Conferentie over het Irshanisme en Thurilisch Fraternalisme

Aan de Universiteit van Chrounïngë is een succesvolle conferentie afgerond met velerlei academische discussies om allerlei verklaringen op tafel leggen over waarom de religies zoveel overeenstemming hebben. Terwijl een Sambeekse deskundige beweerde dat dit bewijs is dat het Irshanisme naar Thurilie gebracht was en dat daardoor het Fraternalisme zoveel gelijkenis toont, wordt niet breed geaccepteerd onder Thurilische deskundigen. Men is het ermee eens dat het Irshanisme de oorspronkelijke overtuigingen heeft beinvloedt, maar niet op een diepgaande manier. Het is waarschijnlijker dat meditatietechnieken overgenomen zijn, dan echt ideeen. Er zijn namelijk geen historische bewijsstukken die erop duiden dat er ook daadwerkelijk bekering plaatsvond. Veelal vond men het niet nodig om van overtuiging te veranderen, en dat is waarom in delen van het land beide benamingen gebruikt worden. Verder zijn de verhalen die binnen het fraternalisme gedeeld worden ook erg verbonden met de levensovertuigingen. Deze verhalen lijken te stammen van voor de Hsue invloeden in Thurilie aanwezig waren. Toch lijkt het wel dat sommige overtuigingen zijn aangescherpt en soms zelfs overgenomen. Maar dit vergt meer historisch onderzoek. Er was zelfs een deelnemer die na deze presentatie beweerde dat het onafhankelijk ontstaan van vergelijkbare overtuigingen toch wel bewijs is dat deze overtuiging juist is. Het is simpelweg gezond verstand.


Asjha (Sambekistan)

Asjhakop.png
14 buutŭnd — hbŏŏri 16442
nummer 12 — najaar 7458


Karabijn Lotunla V verrassend herkozen

Nosi lĕnd kărrbuumjeqtsĕ tăs Kărăbiinjs Lotŭŭnla V
Huurj-Qott, 15 jqldrĕdtqom 7434 – Bij gebrek aan kandidaten om Karabijn Lotunla V op te volgen als leider van de Deukistische Kerk, heeft de zittende Karabijn zich schoorvoetend kandidaat gesteld voor een tweede termijn en werd zonder tegenstemmen herkozen. Lotunla Tuxtuxtãlqik werd drie jaar geleden gekozen als opvolger van Karabijn IV en hoewel ze zich in haar eerste termijn vooral op de vlakte gehouden heeft, werd haar leiderschap kennelijk zo gewaardeerd, dat geen andere kozijn in haar voetsporen durfde te treden. Lotunla V is goed bevriend met de Uitvoerend Bestuurder van Sambekistan, de Kozijn Pŏzŏr Vlăk.

Koning Xalkĩ V stuurt geld naar Co-Lothar Olilywysy

Basals Jklăqe V Assa meerpaaqez qruus bu Qebjdĕise-Lootr Leeljiis Tjsărra
Qĭqaotj / Kykawc, 1 Qosŏŏvudjreen 7434Koning Xalkĩ V Nunat, Prins van de Eerste Tak van Nunat en afstammeling van koning Kalalit V heeft grote sommen gelds naar zijn kleindochter, Co-Lothar Olilywysy van Thurilië, gestuurd, nadat de laatste en haar man, de andere Co-Lothar, vanwege hun besmetting met de Dogause Gauwdood hun onkosten zagen stijgen om hun artsen te betalen. De handeling heeft naar verluidt tot tal van protesten gezorgd, onder meer bij Uitvoerend Bestuurder Pŏzŏr Vlăk, die het geld opzij had gezet voor de operatie die momenteel plaatsvindt in 's lands westelijke buurland Uhh, alsook bij Zijner Majesteits andere vijf kleinkinderen, die geklaagd hebben dat zij zo'n bedrag ook best kunnen gebruiken. Onder hen is Olilywysy's neef Putuconyk, die zich volgens laatste geruchten in het noordelijke roversland Oreva verlaagd zou hebben tot ordinaire verslaggeverij en bigamie om aan inkomsten te komen.

Opmars door Uhh zonder problemen na Karandese steun

Aqhamqe aq Ŭjqtăjjqen q-buu ohjĕĕw ĕppu kjrăăntsom laabj
Qĭqaotj / Kykawc, 16 Qosŏŏvudjreen 7434 – De opmars van het Sambekistaanse leger door Uhh op weg naar het door de Dogause Gauwdood geteisterde Dogau verloopt zonder al te veel problemen, nadat eventueel verzet door de autoriteiten van Uhh in handen van Karandis is geraakt. Karandese vertegenwoordigers zijn inmiddels in overleg getreden met Uitvoerend Bestuurder Pŏzŏr Vlăk om de operatie voor alle partijen zo efficiënt mogelijk te maken. Onderdeel hiervan is het in veiligheid brengen van plaatselijke en landelijke bestuurders van Uhh, of hun verwijdering uit de openbaarheid wanneer zij verdacht worden besmet te zijn met de Gauwdood, en hun vanzelfsprekend tijdelijke vervanging door Karandese en Sambekistaanse ambtsgenoten. Karandis en Sambekistan zouden elk verantwoordelijk zijn voor het in veiligheid brengen van een deel van Uhh. Beweringen dat eenzelfde strategie op termijn voor het ontsmetten van Dogau gebruikt zal worden, of dat Sambekistan hulp beloofd heeft aan Karandis in diens recent ontstane strijd tegen de Thurilische Raad van Ridders, zijn nog niet bevestigd geworden.

Sambekistaanse kloosteroverste kandidaat Zuidelijke Ngandia

Sambeqqĭ ĭjwe Aqvs jadqŏdruu wĕ jmejs Băssegăndja
Qyqeqak, 2 qtojjd 7434Pëlaki Mbaštu, de overste van het klooster Hoskãmocĩqilqillecekaqajtyqo (, de 'Verblijfplaats van Hen die Zien met Diamanten Ogen') nabij de Wacamakalit stad Qyqeqak, is naar verluidt kandidaat om Dia Faagum op te volgen als Diamanten Meester van het Zuiden. Dit wordt vooral beweerd in kringen rondom het klooster, maar ook in politieke kringen in de Sambekistaanse hoofdstad Qĭqaotj schijnt het gerucht hardnekkig te zijn.

Pëlaki Mbaštu is zeer bereisd: hij werd geboren in Tenakre in Hirrië, studeerde op diverse plaatsen in de wereld en was jarenlang de leider van het belangrijkste Kpoho klooster dat land, het Klooster van de Gouden Levensader in Kuluha. Vijf jaar geleden kwam Mbaštu naar Qyqeqak, waar hij als opvolger van de jarenlang demente overste Itqapyk Cakcaktuqapyk de tanende reputatietrend van dat klooster succesvol wist tegen te gaan. Mbaštu staat vooral bekend als een vriendelijk doch zakelijk bestuurder met grote kennis van zaken, die soms echter de neiging heeft ad hoc praktische oplossingen te verkiezen boven wat volgens Kpoho-leer verwacht zou worden. Mbaštu is daarnaast een begenadigd spreker die zonder moeite en zonder pauze urenlange verhandelingen over het Irshanisme weet te houden.


De Spiegel van Karandis (Karandis)

Spiegel.png
Charandice Opols ( ), het nieuwsorgaan van Karandis met nieuws uit en over Karandis en ommelanden.
nummer 14 — najaar 7458

Prinses geboren

Het koninklijk huis van ons land heeft wederom kond gegeven van het heuglijke feit dat koningin Siokas onlangs bevallen is van, jawel, ook dit keer een dochter en dat de nieuwe prinses de naam Voludas gekregen heeft (naar voormalig koningin Voludas van Orudis) en dat kind en moeder het ook dit keer goed maken. En zoals inmiddels een jaarlijkse traditie begint te worden verkondigden herauten overal in het land de geboorte van de nieuwe prinses en werden er in alle grotere steden kanonschoten afgevuurd (maar omdat het alweer het vierde kind was, waren dit er slechts tien). Maar er gaan inmiddels al hier en daar kritische stemmen op in de pers en in de wandelgangen dat de koning zich eigenlijk wat meer aan het bestuur des lands zou moeten wijden in plaats van de huwelijkse geneugten.

Heldhaftige Karandese artsen richten bloedbad aan in Málithis

In de afgelopen maanden hebben de door Karandese admiraliteit zo grootmoedig beschikbaar gestelde artsen dag en nacht gewerkt om de zo zwaar door de Dogause pest getroffen inwoners van de Thurilidische stad Málithis medische hulp te bieden, en dan niet door middel van schandelijke primitieve oplichterij zoals door Sambeekse kwakzalvers toegepast, doch met moderne medische methoden zoals deze in beschaafde landen worden gebruikt. Vele duizenden Málithezen werden daarom met in vers zeewater gereinigde instrumenten op evenzovele liters besmet bloed afgetapt en de tevreden artsen konden achteraf dan ook vaststellen dat bijna de helft van de patienten na deze behandeling niet overleed. De andere helft bleek helaas en ondanks hernieuwde aderlating toch niet meer te redden. Omdat het afgetapte besmette bloed niet voor bloedworst en andere gerechten gebruikt kon worden (zoals anders de gewoonte is in Thurilidis) zag men zich nu genoodzaakt om grote hoeveelheden besmet bloed in de kanalen van de stad af te laten vloeien, maar volgens de schepenen van Málithis was dit wel het laatste probleem waarover men nu klagen kon en sprak men zijn grote dank uit aan de heldhaftige inzet van de Karandese artsen.

Inmiddels is er vanuit Karandis een duizental soldaten naar Málithis vervoerd om de stad vanwege herniewd besmettingsgevaar hermetisch van de rest van Thurilidis af te grendendelen. Het is thans alle inwoners van Málithis verboden om de stad te verlaten, maar ook van buitenaf wordt de toegang tot Málithis ontzegd en de Karandese soldaten patrouilleren op de stadsmuren om toezicht te houden. "Geen jonge ridder of Lothar die er nu nog in of uitkomt," zo sprak de admiraliteit, "we doen er alles aan om de toestand onder controle te houden". Daarnaast is onlangs de volledige goudvoorraad van de stad Málithis met een aantal schepen naar Orudis vervoerd, waar het goud, met een geschatte waarde van enkele miljoenen kims, veilig in de onderaardse gewelven van de Karandese bank zal worden bewaard, zo maakte de Karandese regering onlangs bekend. Dit in overeenkomst met het verdrag met het Thurilische lotharpaar (zie Thurilahén Vérsenpen 11) dat toestaat dat onrechtmatige investeringen door de Raad van Ridders onteigend kunnen worden. Het is volgens de Karandese overheid een tijdelijke maatregel want volgens in beslag genomen dokumenten zou het goud namelijk bestemd zijn voor de aankoop van schepen en wapens door de Raad van Ridders en dit is nu voorkomen.

Laffe Thurilidische ridders richten bloedbad aan in Málithis

Nu de Raad van Ridders in Thurilidis steeds meer in het nauw gedreven worden, na een groot gedeelte van hun financiële tegoeden en bezittingen te zijn kwijtgeraakt (zie artikelen hierboven), hebben zij, in wat een soort van wraakactie lijkt te zijn geweest, hun onredelijke woede gekoeld op de heldhaftige artsen die hun landgenoten in de stad Málithis juist van de Dogause pest hebben gered. Als dank brachten zij namelijk een van de schepen waarmee enkele artsen naar Málithis voeren tot zinken. Hierbij kwamen enkele honderden mensen aan boord van het schip om het leven en veel Karandezen in Málithis en in Karandis zelf ontstaken na het bekend worden van deze schandelijke wandaad in grote woede, en volgens de Karandese regering bezint men zich in Orudis, in overleg met het Lotharpaar, reeds op krachtige maatregelen om de Raad van Ridders een lesje te leren. Volgens de jongste berichten houdt dit in dat Karandis opnieuw een groot aantal soldaten naar Málithis zal sturen voor een strafexpeditie, maar de minister van oorlog, de heer Olrins Brons, wilde hierover vooralsnog niets mededelen.

Uhhdis vraagt om Karandese hulp na Sambekistaanse invasie

Vanuit de Karandese oorlogsbasis op het eiland Hio zijn onlangs een aantal schepen met soldaten afgevaren naar Ttina, de hoofdstad van Uhhdis, dit nadat het staatshoofd van dat land, zijne excellentie Ttami Tra I, om hulp had gevraagd in de strijd tegen het Sambekistaanse leger dat onlangs dit land binnenviel en daar inmiddels al een groot aantal inwoners gedwongen heeft om niet geheel en al vrijwillig het Tarataise voor het hemelse te verruilen. Volgens zijne excellentie wordt zelfs al de hoofdstad bedreigd en de Karandese soldaten kregen daarom de opdracht om de stad te verdedigen. Dit deed men door alle inwoners die aan de Dogause pest leken te lijden terstond de stad uit te zetten, waarna de poorten van de stad gesloten werden. Ook werd besloten dat zijne excellentie Ttami Tra I naar Hio geëvacueerd zou worden, waar deze veilig zou zijn, waarna de stad, natuurlijk tijdelijk, onder Karandees militair bevel zou komen te staan. Inmiddels heeft de Karandese regering een gezant naar de Sambekistaanse Uitvoerend Bestuurder Kozijn Pŏzŏr Vlăk gestuurd om overleg te plegen. Volgens niet onbevestigde berichten zou dit overleg voornamelijk de verdeling van het land Uhhdis behelzen, maar dit wordt door de Karandese regering ontkend.