Maxĩn-Wacamakalit

Geopoeia
(Redirected from Wacamakalit)
Jump to navigation Jump to search

De Maxĩn en de Wacamakalit zijn twee aan elkaar verwante volkeren in Sambekistan alsook de talen die door deze volkeren gesproken worden. De grammaticale verschillen tussen Maxĩn en Wacamakalit zijn verwaarloosbaar en beide talen zijn zonder veel moeite onderling verstaanbaar, hoewel lexicale verschillen soms roet in het eten gooien. Zowel Maxĩn als Wacamakalit hebben veel leenwoorden uit naburige talen overgenomen, maar niet altijd dezelfde.

Geschiedenis en classificatie

Het Maxĩn-Wacamakalit vormt de zuidelijke tak van de Kelkonkische taalgroep. De Kelkonkische taalgroep werd oorspronkelijk in Zuidoost-Amagome gesproken, maar verschillende takken zijn na de Udumaanse inval enkele honderden jaren geleden uit elkaar gedreven. Al enige eeuwen vóór deze fysieke scheiding waren er duidelijke verschillen tussen de Kelkonkische dialecten ontstaan tot op een punt dat ze onderling niet meer verstaanbaar waren.

De Maxĩn en de Wacamakalit trokken na de Udumaanse inval zuidwaarts. De twee zustertalen vertoonden in die tijd grotere verschillen dan nu het geval is, en er wordt dus onderscheid gemaakt tussen het Oud-Maxĩn en het Oud-Wacamakalit (62e t/m 65e eeuw). Veel sprekers van het Oud-Maxĩn en een handjevol van het Oud-Wacamakalit bleven in het Ukutagebergte hangen en vormden een substraat voor de taal Tatsuurs. De overgebleven Oud-Maxĩn en de Oud-Wacamakalit trokken verder zuidwaarts en kwamen terecht in wat nu Sambekistan genoemd wordt. Aangezien de groep Oud-Wacamakalitsprekers dominanter was, paste het Maxĩn zich langzaam aan het Wacamakalit aan en ten tijde van het Middel-Maxĩn en het Middel-Wacamakalit (65e - 71e eeuw) waren beide hoofddialecten al ver naar elkaar toegegroeid. De verschillen tussen Modern Maxĩn en Modern Wacamakalit (71e eeuw tot heden) zijn dusdanig verwaarloosbaar dat beide talen doorgaans als één beschouwd worden.

In de onderstaande tabel een overzicht van klankontwikkelingen van het Proto-Kelkonkisch (PQQ) via het Oud-Maxĩn (links) en het Oud-Wacamakalit (rechts) (OMW) en het Middel-Maxĩn (links) en het Middel-Wacamakalit (rechts) (MMW) naar het hedendaagse Maxĩn-Wacamakalit (HMW). Klanken met een - tussen (haakjes-) geven weer dat deze alleen in de onset voorkwam.

PQQ OMW MMW HMW
m m m m m m
mh m m m m m
n n n n n n
nh n n n n n
p p p p p p
b b (b-) p (b-) p (b-) p p
t t t t t t
d (d-) t (d-) t t t t
k k c ʈʂ tʃ <c>
g g ɟ ɖʐ (ɟ-) tʃ tʃ <c>
q q k k k k
ɢ ɢ (ɢ-) k k k k
ʔ ʔ ʔ qu qw kw <q>
ts ts ts ts tʃ <c>
s s s s s s
kx ʃ ʃ ʃ ʃ <x>
ʒ (ʒ-) ʃ (ʒ-) ʃ ʃ <x>
h h h h h h
r ɮ l l l l
l l l l l l
j j j j j j
w w w w w w

Klankleer

De originele medeklinkers luiden als volgt:

bilabiaal alveolair palataal velair labiovelair glottaal
nasaal m /m/ n /n/
plosief p /p/ t /t/ c /tʃ/ k /k/ q /kw/
fricatief s /s/ x /ʃ/ h /h/
approximant l /l/ j /j/ w /w/

De originele medeklinkers zijn vooral stemloos. Stemhebbende varianten komen alleen in leenwoorden voor, maar meestal hebben moedertaalsprekers moeite om die klanken uit te spreken en ook bij het leren van andere talen ondervinden ze problemen aangezien ze het verschil tussen bv. /b/ en /p/ moeilijk waarnemen.

Klinkers zijn: a /a/, e /æ/, i /e/, o /ə/, y /i/ en u /u/ en de nasale varianten ã /ɑ̃/ en ĩ /ɛ̃/.

Tweeklanken zijn: aw /au̯/, ew /eu̯/, iw /iu̯/, aj /aɪ̯/, ej /eɪ̯/ en oj /əɪ̯/.

Wacamakalit past daarnaast een toonverandering toe (plotselinge toonstijging en -vertraging) op de de beklemtoonde lettergreep van bezielde proximatieve (voor)naamwoorden. Maxĩn heeft deze verandering niet.

Vormleer

Naamwoorden

Er zijn twee ‘geslachten’: bezield en onbezield. Abstracte naamwoorden (zoals ‘gebed’, ‘geluk’, ‘het verleden’) zijn meestal onbezield. Mensen, persoonsnamen, dieren, planten zijn meestal bezield. Er zit niet altijd logica in de toewijzing van een geslacht; woorden voor mensen en dieren van wie het geslacht niet bekend is en soortnamen (‘persoon’, ‘kind’, ‘kalf’, ‘rund’, etc.), zijn meestal onbezield, terwijl weertypen (‘regen’, ‘sneeuw’, ‘wind’, etc.) bezield zijn.

Door middel van een reeks suffixen kunnen betekenissen aan een woord worden toegevoegd, zoals 'vrouwlijk', 'locatief' (aanwezig), 'absentatief' (afwezig), 'proximatief' (belangrijk voor de spreker), 'obviatief' (minder belangrijk voor de spreker), 'demonstratief' (deze/die), 'interrogatief' (wie/wat/welke?), 'possessief' (mijn/jouw/zijn etc.) en 'aantal' (onbepaald meervoud/veel/weinig/enkele/een/twee/drie etc.):

stam vrouwlijk suffix locatief
absentatief
proximatief
obviatief
demonstratief
interrogatief
possessief aantal
-qoj- loc: -s-, -ete-
abs: -y-, -iwi-
prox.: ø
obv.: -ken-
deze/dit: -Vs(s)V-
die/dat: -VnV-
wie?/wat?/welke?: -Vh-
(zie onder) (zie onder)

Possessiefsuffixen

van de spreker alleen -p-
van de spreker en de aangesprokene(n) -pop-
van de spreker en iemand anders/anderen -pom-
van de aangesprokene(n) -ma-
van de aangesprokene(n) en iemand anders/anderen -mom-
van iemand anders (proximatief) -ty-
van iemand anders (obviatief) / anderen -tyky-
van iemand anders/anderen (neutraal) -tyqo-

Aantalsuffixen

zelfstandig bezield onbezield
onbepaald mv. -V -ulla
alle kuh -kVhVV -kVhV
veel oxen -xene -xen
weinig oxo -xoo -xo
enkele wew -ewee -ewe
geen -tikki -tikik
een akni -kini -ki
twee ãnsa -Ṽnasa -Ṽnsa
drie ewel -ulu -wel
vier aqal -qala -qal
vijf ompo -Vmopo -Vmpo
zes typo -typoo -typo
zeven top -topo -top
acht iny -nyy -ny
zelfstandig bezield onbezield
negen ewi -wi -wii
tien ãtta -ttVnV -ttV
elf ãttaki -ttVkini -ttVki
twaalf ãttãnsa -ttṼnasa -ttṼnsa
dertien ãttawel -ttVlV -ttVwel
twintig ãnsatta -Ṽnsattana -Ṽnsatta
dertig ewelte -weltene -welte
veertig aqalta -qaltana -alta
vijftig ompotto -Vmpottono -Vmpotto
zestig typotto -typottono -typotto
zeventig topto -toptono -topto
tachtig inytty -nyttyny -nytty
negentig ewitti -wittini -witti
honderd cãn -canna -cã

Voornaamwoorden

ik up
wij (spreker + aangesprokene(n)) uppo
wij (spreker + derde(n)) upom
jij, jullie, u ma
jij, jullie (aangesprokene(n) + derde(n)) omma
hij (proximatief) ty
hij (obviatief) tyken
zij (proximatief) tyqoj
zij (obviatief) tyqoxen
zij (mv proximatief) tyy
zij (meervoud obviatief) tykene
zij (alleen vrouwen, proximatief) tyqojo
zij (alleen vrouwen, obviatief) tyqoxene
deze, dit ussu
die, dat unu
wie?, wat? uh
ander, andere amoks
aarzelvoornaamwoord ih

Werkwoorden

Werkwoorden gedragen zich altijd overgankelijk. Bij werkwoorden die onovergankelijk zouden zijn, wordt het notionele subject als grammaticaal object aan het werkwoord toegevoegd. Werkwoorden assimileren o.a. het grammaticaal object van de zin volgens de volgende stammenopbouw:

  • initieel = bijvoegelijk of bijwoordelijke bepaling
  • mediaal = zelfstandig, bijvoegelijk of bijwoordelijk
  • finaal = het eigenlijke werkwoord
up - xapma (ik - wacht) > upxapma ik wacht (lett. 'het wacht mij')
pon - iselqep - xapma - up (nieuw - buurman - wacht - ik) > poniselqepxapmap ik wacht op mijn nieuwe buurman
kas - lanatĩnasa - tut (groot - zijn twee handen - hebben) > kaslanatĩnasatut hij heeft grote handen
pempin - lanatĩnasa - istu (eigen - zijn twee handen - breken) > pempĩlanatĩnasastu hij breekt zijn eigen handen

Werkwoorden worden vervoegd naar persoon en getal. Er zijn infixen voor ontkenning, wijs, tijd. Reflexieve (wederkerende) en reciproke (wederkerige) werkwoorden hebben een eigen vervoegingsparadigma.

Syntaxis

De woordvolgorde in het Maxĩn-Wacamakalit is zeer vrij.

Direct-inverse aspect

Maxĩn-Wacamakalit heeft een direct-inverse aspect dat ten tonele verschijnt wanneer het (bezielde) object van een zin belangrijker is dan het (bezielde) subject. De constructie van de zin voltrekt zich op dezelfde wijze als hierboven beschreven, behalve dat het (bezielde) object een zelfstandig voorkomende ‘echovorm’ heeft, dat normaliter direct na het gerelateerde verbum geplaatst wordt.

Tekstvoorbeelden

Aknejkentyky kotistinhewtkenacajsekokok

Aknejkentyky kotistinhewtkenacajsekokok

Illejkuk: wultuqal qaqak oktupo pupĩtik ona 2003

ENSKITI – Aknejkentyky Enskityhekyniktetene mantaqotinstaqepnojwi kotistinhewtkenacajsekokok. Kotistuwekok awol sejkĩtimpo putinet paktewt. Qihiksyheknecaptastawpaknejkentyky sirãkokok ask kotistinhewtkennewmacawekok awpaqipupĩtik yheknecapta. Keqam kiwexãtiptiptykĩnsatãpicopmawekok.

Pal sirãkonyxyny onaqaltatopyhekĩkonhewtkenkaculiwekok, susuqenewmacawekok ha qillecexawok uh alywecewek. Kotistinhewtkempowiwek. Pal okacultekyhukinissi ikiheh aknejken tomac sawqojuktĩkĩqaskopoplektusaqetok.

Konijn verjaagt inbreker

Uitgegeven: 14 oktober 2003

ENSCHEDE – Een konijn heeft in de nacht van maandag op dinsdag in een woning in Enschede een inbreker verjaagd. Rond 05.00 uur werd er via de achterdeur ingebroken. Het konijn, dat in een hok in de woonkamer verblijft, sloeg alarm toen de inbreker de kamer in kwam. Het dier begon hard met zijn poten te stampen.

Dat alarmerende geluid wekte de 47-jarige bewoner die naar beneden ging om poolshoogte te nemen. De inbreker koos daarop snel het ‘hazenpad’. Door het alerte optreden van het konijn bleef de schade beperkt tot een gestolen portemonnee.

Beknopte woordenlijst Nederlands=Maxĩn-Wacamakalit

  • aan, xew
  • aarde, kaj
  • aarzelvoornaamwoord, ih
  • ademen, sol_h
  • al, kuh
  • als, mãca
  • ander, amoks
  • as, weqik
  • Avalgo, Apawko
  • been (bot), soqon
  • been (ledemaat), awis
  • berg, lukuk
  • bij, jo
  • bijten, awot
  • binden, luwyxe
  • blad, semãx
  • blazen, pow_
  • bloed, likto
  • bloem, taw
  • boom, hikis
  • borst, olew
  • bot, seknek
  • bot, soqon
  • braken, koco
  • branden, palo
  • breed, weqassi
  • breken, istu
  • broederschap, joloktek
  • broer, jolka
  • buik, lalin
  • buurman, iselqe
  • confederatie, luwyxewkitajkon
  • Confederatie vd Lippe, Lyppeluwyxewkitajkon
  • correct, pixe
  • daar, etunu
  • dag, wul
  • darmen, kawa (mv)
  • dat, unu
  • Demani, Timany
  • denken, sopas
  • deze, ussu
  • dichtbij, ussu
  • die, unu
  • dier, keqam
  • dik, xom
  • dit, ussu
  • doden, pilata
  • doen, kyhewk
  • Dogau, Tukaw
  • draaien, cewco
  • Drevna Zemja, Tilpassĩ
  • drie, ewel
  • Drie Steden en Troglod, Cissewtwel qo Tawklut
  • drijven, piwte
  • drinken, soxali
  • droog, qopmos
  • dun, qelwek
  • Durdaste, Toltaste
  • duwen, posun
  • echtgenoot, cama
  • echtgenote, cãqoj
  • een, akni
  • ei, iwti
  • eigen, pempin
  • en, qo
  • enkele, wew
  • eten, hĩpa
  • fruit, potulla (mv)