Tyssië

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
N.B.: Op het Atlantisforum staat dit land in het Museum, wat betekent dat het land niet verder zal worden uitgewerkt.
Republikken af Tysie
land in het project Atlantis

Hoofdstad: Hirdæm

Officiële taal: Deens

Motto: E mare et luce et lege

Inwoners: 6.058.000 (2011)

Oppervlakte: 65.781 km² (92 inw./km²)

Staatsvorm: Democratische parlementaire republiek

Munteenheid: Tysieske Flørin (Tyssische Florijn, 1 TFL ≈ 1,59 EUR)

UTC: -1

Toegangsnummer: +428

Landencodes: TYS, TY Internetdomein: .ty

BNP: 2011: $ 45.081 per capita

Tyssië (Officieel Democratische republiek Tyssië) is een republiek en eiland in Atlantis. Het land is onderverdeeld in 8 kantons en in 162 gemeentes. Tyssië is een democratische parlementaire republiek en de officiële taal van het land is Deens.

Geografie

Klimaat

Aangezien Tyssië slechts uit eilanden bestaat, is het klimaat er gematigd door de aanwezigheid van de zee. In het algemeen komt de wind in Tyssië uit het westen. Deze lucht is in de regel droog, omdat de wind voordat deze Tyssië bereikt, zijn vocht verliest boven Atlantidië, met name door de aldaar noord-zuid gelegen bergketen (grens tussen Hochmark en Brilamontië). De zeestraat tussen Sustulië en Tyssië is niet breed genoeg om een grote invloed uit te oefenen op het weer.

Binnen Tyssië onstaan met name verschillen in het weer door de hoofdzakelijk noord-zuid gelegen heuvels. In het westen is het daarom iets natter dan in het oosten. De temperatuur is heel gematigd, zoals gezegd door de nabijheid van de zee. De grootste verschillen in temperatuur ontstaan door de hoogteligging. In mindere mate onstaan er verschillen door breedteligging: in het zuiden is het een tikkeltje warmer dan in het noorden.

Het KNMI van Tyssië is Vejrinstitutet. Het Vejrinstitut kende net zoals het KNMI vroeger ook de aanduiding koninklijk, maar die aanduiding is na het ontstaan van de republiek verdwenen. Het Vejrinstitut is gevestigd nabij Tjilte, een stadje tussen Hirdæm en Reksdam.

Geschiedenis

± 300 miljoen jaar voor Christus Gedurende de Hercynische orogenese wordt een kleine bergketen opgeworpen die zal verworden tot het huidige Tyssië. Het toen gevormde middelgebergte is afgesleten en vormt tegenwoordig het glooiende Tyssische landschap. Ook wordt in deze periode de basis gelegd voor de toekomstige aardgasvelden van Tyssië. Door het rijke plantenleven in deze tijd zijn dikke pakketten veen afgezet die zich in de loop van de tijd hebben omgevormd tot steenkool en aardgas.

± 10.000 jaar voor Christus Door de stijging van de zeespiegel aan het einde van het Holoceen, stroomt de Pelopponese Laagvlakte onder. Peloppo blijft over als schiereiland, op het smalste punt slechts 5,3 kilometer breed. Tevens raakt Amøj los van Skejrsel. Tyssië bestaat vanaf nu uit drie eilandjes en de hedendaagse vorm wordt vastgelegd.

rond Christus Er zijn aanwijzigen dat er ooit een aantal verdwaalde Romeinen zijn aangekomen in de zuidoostelijke delen van Tyssië. Er zijn namelijk Romeinse inscripties gevonden in een aantal oude stenen blokken. Waar deze blokken toe dienden is onbekend, maar waarschijnlijk waren ze onderdeel van een fonteintje uit een kleine Romeinse nederzetting. Nadere details ontbreken helaas. Men vermoedt dat de resten uit het einde van de Romeinse tijd stammen, aangezien de Romeinen niet lang in Tyssië zijn gebleven, waarschijnlijk vanwege de ineenstorting van het Romeinse Rijk.

± 1500 Europese ontdekkingsreizigers treffen Tyssië aan. Portugezen schijnen de eersten te zijn die een kamp in Tyssië oprichten en contact onderhouden met de bevolking. Waar de oorspronkelijke bevolking vanaf stamt, is onduidelijk. Het is niet uitgesloten dat er ooit voorouders van Yunoi, Franken of Friezen op Tyssië zijn beland en er blijven wonen. Men neemt tegenwoordig aan dat kleine groepjes laagontwikkelde boeren Tyssië bewoonden, maar duidelijkheid op dit vlak ontbreekt.

± 1600 De Nederlanders claimen het huidige Tyssië als kolonie. Zij zijn verbaasd door het zeer vruchtbare land, maar ze besteden er weinig aandacht aan, omdat de handel met Indië vele malen lucratiever is. De Nederlanders vestigen zich vooral op Skejrsel omdat dat simpelweg de eerste locatie is waar ze Tyssië benaderen.

± 1700 Het Zesde Verdrag van Gertesserårsingsbjerg uit 1678 bepaalt dat Tyssië als afhankelijk gebiedsdeel onder de personele unie van het Koninkrijk Denemarken-Noorwegen valt, op de eilanden Skerjsel en Amøj na. Deze twee eilanden blijven verbonden aan Nederland. De Denen beloven nauw met de Nederlanders samen te werken door hen kampementen aan te bieden op de handelsroutes. Zo ontstaat een win-winsituatie voor beide kolonisatoren.

± 1800 Van een heuvelachtige kolonie die weinig aandacht trok, verandert Tyssië in een toevluchtsoord voor emigranten. Onrust in Europa is een reden voor velen om te vertrekken. In deze periode komt Tyssie aan zijn huidige naam, want voor die tijd stonden de drie Tyssische eilanden bekend onder de Nederlandse naam Grooter-Schiersel. Het druivenras dat in Tyssië goed gedijt, in de volksmond tys genoemd, levert goede wijnen op. Wijn blijkt een prima exportproduct en voor men het weet, wordt Tyssië daadwerkelijk Tyssië genoemd.

1836 De Skejrseler Florijn wordt officieel betaalmiddel op het eiland Skejrsel en in het departement Peloppo. Dit is een formalisering van de al jaren bestaande munteenheid die min of meer gekoppeld is aan de Nederlandse Gulden. De munt doet het zeker niet slecht en vijf jaar later wordt de munt in heel Tyssië gebruikt. Voor die tijd betaalde men met allerlei soorten buitenlands geld of in natura.

1844 Onrusten in Europa – Napoleon, het verdrag van Wenen – blijven Tyssië bespaard, maar de interne spanningen groeien des te harder. De bevolking roept op 27 mei 1844 zijn onafhankelijkheid uit en Gherardus I, die claimt een of andere vage nazaat van de oude Deense koning te zijn, bestijgt de troon. Echter, er worden geen grondwet en statuten geschreven en Tyssië is feitelijk nog gebiedsdeel van Denemarken (Noorwegen hoorde inmiddels bij Zweden). Volgens de oude bepalingen vallen de eilanden Skejrsel en Amøj nog steeds toe aan Nederland.

1868 Gherardus II, de zoon van Gherardus I, bestijgt de troon. Hij maakt zich onpopulair door de belangen van het volk achter te stellen en zichzelf te verrijken. De bevolking van Tyssië ziet Tyssië al een tijdje als onafhankelijk land en ook het buitenland erkent Tyssië als zodanig. De oud-kolonisatoren Nederland en Denemarken maakt het niet zoveel uit, maar koning Gherardus II schijnt in ieder geval niet naar een onafhankelijke staat te streven.

1871 Op 28 mei komt de vreemde situatie van een quasi-onafhankelijk Tyssië abrupt tot een einde als de koning wordt afgezet en de republiek met de volledige naam Femten Forenede Provinsers Republikken af Tysie wordt uitgeroepen. Bloederige taferelen blijven de Tyssiërs gelukkig bespaard. Een grondwet wordt op 28 mei 1872, precies één jaar na het afzetten van de koning, aangenomen in het kersvers democratisch verkozen parlement. De koning is het land uit gevlucht; men weet tot op de dag van vandaag niet waarheen, maar het vermoeden bestaat dat hij zijn oude dag in Zuid-Zweden heeft doorgebracht.

1873 De Skerseler Florijn wordt omgedoopt tot Tyssische Florijn. De waarde blijft hetzelfde. Door deze naamswijziging hoopt men de munt beter aan het land te verbinden.

1875 Enigszins verlaat komt de Industriële Revolutie ook in Tyssië op gang. Met name de streek rond Barelej en Gæjvelig ontwikkelt zich op industrieel gebied, vanwege de beschikbare delfstoffen. Tyssië heeft namelijk beschikking over voorraden van met name ijzererts, koper en bauxiet. Verder is er ook zilver, klei, grind en steenzout aanwezig, maar deze delfstoffen dragen niet veel bij in de Industriële Revolutie. Halverwege de 20e eeuw zal blijken dat Tyssië ook aardgas in de bodem heeft.

1898 Een Kadaster en Topografisch Instituut worden opgericht. Deze overheidsinstellingen krijgen als doel elk perceel uit het hele land in kaart te brengen en de interne grenzen vast te leggen. Dit is namelijk nooit secuur gedaan. Het Kadaster legt de grenzen van de vijftien provincies definitief vast. Overigens verdwijnt de aanduiding Femten Forenede Provinser in 1898 uit de officiële landsnaam.

1899 Tyssië is een vooruitstrevend land. In 1899 wordt het vrouwenkiesrecht ingevoerd en kinderarbeid wordt afgeschaft. Aan de andere kant begint Tyssië wel erg vol te raken en dat brengt een isolationistische beweging op gang. De grenzen voor immigratie raken steeds verder gesloten en dat is heden ten dage nog steeds zo.

1902 De eerste spoorweg van Tyssië, tussen Hirsav en Skaven, wordt geopend. Drie jaar later volgt verlenging naar het industriële hart van Tyssië. De ietwat verpauperde industrie bloeit hierdoor weer op en men krijgt door dat spoorwegen van vitaal belang zijn voor de economie. Binnen twintig jaar groeit het spoorwegnet tot een lengte van 650 kilometer en diverse stukken spoor worden omgebouwd tot dubbelspoor.

1943 Tyssië is altijd afhankelijk geweest van het buitenland, hoewel een doorsnee Tyssiër dat liever niet toegeeft. De Tweede Wereldoorlog leert het land harde lessen. Tyssië is weliswaar volstrekt neutraal in de oorlog en raakt er dus niet bij betrokken, maar door het verlies aan handelspartners in Europa stort de blijkbaar fragiele Tyssische economie in. Het land blijkt simpelweg niet draagkrachtig genoeg zonder buitenlandse handelsrelaties.

1956 De eerste autosnelweg (Rijksweg 10) wordt geopend tussen Hirdæm en Reksdam. In de volgende jaren haalt het belang van het wegverkeer dat van het spoorverkeer in rap tempo in. Het is een teken dat de economie weer op volle toeren draait.

1960 Ongeveer gelijktijdig met de vondst van het Slochteren-gasveld in Nederland, treft men in Tyssië winbaar aardgas aan in de Ålbugt en het Skejrgatte. De aardgasvelden zijn bij lange na niet zo groot als het Slochterenveld, maar toch dragen ze in de volgende decennia substantieel bij aan de Tyssische energievoorziening. Er wordt ook steenkool gevonden, maar op onwinbare diepte.

1968 Twee kerncentrales worden geopend. Het besluit tot de bouw is al genomen in 1962 door kabinet-Ælen. De groeiende energievraag kan alleen worden bijgehouden door de bouw van deze centrales. Enkele decennia later krijgen politici al spijt van de keuze voor kernenergie, omdat Tyssië geen uranium of andere splijtstoffen bezit en dus afhankelijker is geworden van andere landen. Beide kerncentrales zullen naar planning in 2028 worden gesloten.

1970 Door het voeren van isolationistische politiek enerzijds, maar juist het nemen van het voortouw in internationale betrekkingen anderzijds (lees: waar voordeel te halen valt), groeit de Tyssische economie als een razende. De lengte van het snelwegnet neemt dientengevolge snel toe.

1977 De 25 provincies en 458 gemeenten die tot 1981 hebben bestaan, worden van 1977 tot 1981 herindeeld. Er blijven acht kantons en 171 gemeenten over.

1998 Als een van de eerste landen ter wereld verbiedt Tyssië het roken. Aangezien Tyssië een eilandstaat is, is dit verbod redelijk goed handhaafbaar door simpelweg de import goed door te lichten. Het verbod werd al aangekondigd in 1994. Vervolgens is jaarlijks de tabakaccijns flink verhoogd en in 1998 is tabak verboden waar geworden. De vier jaar golden als afbouwfase, waarin de rokers tijd kregen om van hun verslaving af te komen.

2000 Tyssië is een toonaangevend voorbeeld op de wereld geworden wat betreft staatsinrichting en economie. Het land is progressief ingesteld, maar wel met het nodige voorbehoud. De internationale relaties, met name de contacten met Nederland, Duitsland, Denemarken en Luxemburg, zijn bijzonder goed. Binnen Atlantis staat Tyssië vaak open voor samenwerking. Vooral Brilamontië en Hochmark zijn goede handelspartners.

2009 Het streven van de Tyssische overheid om minder afhankelijk te worden van buitenlandse leveringen en om over te schakelen op duurzame energie bereikt een mijlpaal. De helft van de Tyssische elektriciteitsproductie is duurzaam na de opening van een waterkrachtcentrale aan een zijtak van de Hirde nabij Barelej.

Bestuur

Tyssië is bestuurlijk ingedeeld in drie lagen. Het Rijk, de deelstaten en de gemeenten. Of in het Tyssisch: Rigen, distrikterne en amtene. Alle drie de bestuurslagen stellen regels op. Slechts de nationale overheid int belastingen, die vervolgens worden verdeeld onder de bestuuslagen. Er zijn vierjaarlijkse verkiezingen voor elke bestuurslaag. Het Rijk controleert de provincies, de provincies controleren hun gemeenten, maar de provincies en gemeenten controleren ook het beleid van het Rijk.

Het Rijk houdt zich bezig met overkoepelende zaken zoals relaties met het buitenland, infrastructuur, gezondheidszorg, uitkeringen en pensioenen.

Er zijn acht kantons. Zij houden zich bezig met zaken op een lager niveau, zoals waterbeheer, milieu, openbaar vervoer, politie, brandweer en structuurvisies. De naam kanton doet vermoeden dat deze bestuurslaag een grote onafhankelijkheid heeft, maar dat is niet zo. Vroeger waren de kantons weliswaar vrij autonoom, maar die macht is steeds meer bij het Rijk komen te liggen, zeker na een herindelingsactie in 1977. Toen werden 25 provincies samengevoegd tot 8 stuks, waardoor de verbondenheid van het volk met haar deelstaat (vanaf toen kanton genoemd) grotendeels verloren ging. Daarmee verloren de kantons een groot deel van hun invloed.

Gemeenten vormen de derde en laagste bestuuslaag. Zij houden zich alleen met lokale zaken bezig. Dit kan gaan over een bestemmingsplan, kapvergunningen of lokale betrokkenheid. Per 1 januari 2011 zijn er 162 gemeenten. Voor de herindeling van 1977 bestonden er maar liefst 458. Dit aantal werd binnen vier jaar beperkt tot 171. Nadien zijn er nog enkele kleinschalige samenvoegingen geweest.

Het parlement

Tyssië is een parlementaire democratische republiek. De minister-president (Hoved-Minister) is het gezicht van het land, maar heeft niet de allesoverheersende macht. De laatste verkiezingen waren in 2008. Qua zetelverdeling is er toen niet veel veranderd ten opzichte van 2004. In 2004 waren de verkiezingen overigens wél heel spannend, met verrassende winnaars.

Om een beetje een indruk te geven van het Tyssich bestuur hieronder een politiek spectrum. Het stelsel is relatief ten opzichte van de Tyssichse partijen. In het algemeen neigt Tyssië wat naar "rechts" voor Nederlandse begrippen. Maar Tyssië kent ook een sterke "linkse" sociale kant, wat wel blijkt uit de sociale zekerheid. Te zien is ook dat het spectrum iets naar de progressieve kant neigt. Enkele partijen uit het Tyssiche spectrum vertonen overeenkomsten met het Nederlandse: zo valt GRØN! te vergelijken met GroenLinks, PPT met D66, LD met de VVD en TAP met de PvdA.

De Tyssische kamer telt 99 zetels. Er is een kiesdrempel van 2 zetels. Restzetels worden verdeeld volgens grootste gemiddelden. Lijstverbindingen aangaan is niet mogelijk. In de huidige verdeling vormen de LD, PPT en DG een coalitie van 51 zetels (meerderheid = 45 of meer). De LD levert 4 ministers en de hoofdminister. De DG en PPT leveren beide 3 ministers.

Externe link

Tyssië op Atlantis

Landen in Atlantis
Borealië: (Antalmenië) • ArdeimBurghtelandCȧrq́axCarthamiëCyleniëDumeriëFryseachImaginiëKwang YungNieuwegouwen (Nova Hollandia) • SchellingenSolweziëTholeniëZerderen
Atlantidië: BrilamontioFrankenlandHochmarkSustulië
(Carmentera: (Contraniva) • (Fijdië) • (Iwtopaidanië) • Kvarinsuloj • (Udra))
Davaleda: AnevaFenjamen • (Fingevoren) • ForezenIreggio • (Kratizi) • Nefen en Daar • (Neravië) • SeoviëViguros
Meridilië: EdukoUneta
Eilanden: AtrocaeaBenjilandFinoccië • (Grenenland) • (Isole Iamara) • (Kicimisië) • Kvarinsuloj • (Laconia) • MaldariëNoord-AquilasPaganiëRodova • (Tyssië) • Zuid-Aquilas