Taratur

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
Taratur

o Taraturako Thagaripe
Land in Taratai
Deel van een serie over Taratur
Planeet Durdaste
Werelddeel Taratai
Regio Utai
Hoofdstad Troglod
Staatsvorm koninkrijk
Staatshoofd(en) {{{staatshoofd}}}
Oppervlakte 220.200 km²
Inwonertal 3.360.306 inwoners
Bevolkingsdichtheid 15,26 inw./km²
Talen Tromaans, Urqusimi, Fraski, Opper-Ubisch, Stromaans.
Etnische groepen Tromanen, Urquruna, Kniezen.
Religies Tromaans Irshanisme (Irghumisme), ...
Valuta Nonolet

Taratur (, Cefalu: Taratu , Voorlands: Tartorlun , Holgun: Trõhmãn ) is een koninkrijk in Taratai. Taratur ligt in het oosten van Utai, grenst in het zuiden aan Oliago, in het westen aan Sdacudoi en West Kuanga en in het noorden aan het Senkoldistische Rijk en Tsahgaënder.

Het Koninkrijk Taratur bestaat uit twee onderdelen met een zeer verschillende staatsvorm: aan de ene kant het ‘eigenlijke’ koninkrijk, dat ook wel i Tromanengi phuv (land van de Tromanen) genoemd wordt, en aan de andere kant de aantal autonome stadstaten die samen de Drie Steden en Troglod zijn. De samenbindende factor is de koning (o thagar) van Taratur, wiens voornaamste residentie een paleiscomplex net buiten de stad (en het stadsgebied van) Troglod ligt. De havenstad Troglod – een handelsstad van internationaal belang – functioneert in de praktijk als de hoofdstad van Taratur. De historische hoofdstad van Taratur is Igitur, een burcht die nu als Irshanistisch klooster en mausoleum van de koningen dient.

Daarnaast ligt in het zuidoosten van Taratai de Tromaanse Stad Burek, in naam een onafhankelijk staatje, maar de facto een "kolonie" van Taratur.


Volkeren en talen

De belangrijkste etnische groep in Taratur zijn de Tromanen. Hun taal, het Tromaans, heeft een lange geschiedenis als cultuurtaal. In meerderheid zijn de Tromanen aanhangers van het Irshanisme.

Met name in de steden, en vooral in Troglod, is er een aanzienlijke en invloedrijke minderheid van Kniezen.

De grootste minderheidsgroep in Taratur zijn echter de Urquruna. De Urquruna leven vooral in het bergachtige binnenland van Taratur. Hun taal is Urqusimi, dat in het geheel niet verwant is aan het Tromaans.


Bevolking

de 10 grootste steden in Taratur
naam naam inwoners regio
1 Zingiber  37.957 Drie Steden en Troglod
2 Troglod  37.112 Drie Steden en Troglod
3 Nevudar  28.322 Noord-Tavçe
4 Rat thaj Avgin -- 26.406 Opper-Taratur
5 Phakulti  19.522 Ajvar
6 o Veş   15.507 Neder-Taratur
7 Ajvaraki Phurd   14.126 Ajvar
8 Enim  12.327 Opper-Taratur
9 Guruvesko Lebçe   11.731 Ajvar
10 Lolosaraj  10.975 Ajvar

Recente geschiedenis

Het land Taratur is als gevolg van de Grote Oorlogen weer een onafhankelijk land geworden. Gedurende de hele tijd dat Taratur door Sdacudoiaanse overheerst vond er om de gemiddeld 15 jaar wel een gewapende opstand plaats.

Tromaanse edelen speelden een belangrijke rol in dergelijke opstanden. Na het neerslaan van weer een opstand, ontvluchtten telkens duizenden militair getrainde edellieden en boeren Taratur. Vaak kwamen ze in ballingschap terecht als huurlingen (in bijv. het Misoonse Rijk of het Rijk van Dasarb, waar zij niet zelden carrière maakten. Eén zo'n officier in ballingschap was Guruv Çuçorkesko, een edelman uit de regio Pindjur, die in Misoonse dienst opklom tot één van de voornaamste generaals van Neppollonak.

Guruv Çuçorkesko stond op een gegeven moment in Utai aan het hoofd van een corps van de westelijke troepenmacht van Neppollonak, met als geharde kern betrouwbare regimenten van Taraturse ballingen. Toen Çuçorkesko de noordoostelijke vazalstaten van Sdacudoi binnen marcheerde, werd hij in de steden als een verlosser onthaald en braken er rondom anti-Sdacudoiaanse opstanden uit.

Ook al werd Neppollonak verslagen en gedood, Çuçorkesko wist met hulp van zijn deel van het Misoonse leger de controle te behouden over het oosten en midden van Taratur. Het heroveren van Moljagor en het historische Tromaanse koninkrijk Tavçe mislukte, maar niettemin bevestigde het Congres van Mistel de onafhankelijke status van Taratur als een middelgrote speler in het Tarataise geopolitiek.

Guruv Çuçorkesko, die zich kon beroepen op afstamming van de historische koningshuizen van Pindjur en Taratur, liet zich uitroepen tot koning Guruv Orçhan I. De naam Orçhan is de Tromaanse vorm van "Irshan": met deze toenaam gaf de nieuwe koning een duidelijk signaal af van zijn Irshanistische overtuiging. Als hoofdstad koos hij Troglod, de grote havenstad in de oostelijke regio Ajvar. Ter ondersteuning van zijn macht bedreef de koning een sterke Tromaans-Irshanistische restauratiepolitiek. De Pisticixu-orden alsmede daaraan gelieerde organisaties zijn strikt verboden, en de zonneverering wordt van hogerhand ontmoedigd.

Na de dood van Guruv Orçhan I, werd hij opgevolgd door zijn oudste zoon, die de naam Guruv Orçhan II aangenomen heeft.

Vroegere geschiedenis

Oudheid

Volgens de overlevering zijn de Urquruna de oorspronkelijke autochtone bevolking van het huidige Taratur en zijn de Tromanen ooit ergens anders vandaan hierheen verhuisd. De Tromaanse taal vertoont inderdaad een zeer verre verwantschap met o.a. Scalva en Karandees, wat zou kunnen wijzen op een oorsprong aan de zuid- of oostkust van de Zee van Taratai, maar veel valt daar met zekerheid niet over te zeggen.

In de Oudheid waren de Urquruna georganiseerd in kleine staten of stammen, met aan het hoofd zogenoemde "zonnenkoningen". Deze koninkrijkjes hadden elk een opvallende bergtop als hun symbolische (en religieuze) centrum. De "zonnenkoningen" waren hogepriester en opperrechter ineen. Aan de zonnen werden ook paarsgewijs mensen geofferd.

De Tromanen waren in de Oudheid kustbewoners, die stadstaten vormden die zich sterk op lokale "vrijheid" beriepen. Het woord Tromano (Tromaan) is niet voor niets een oude variant op het moderne Tromaanse woord tromalo (vrij), volgens de Tromanen.

De stad Khaprivi (het huidige Caprirõ) ontwikkelde zich tot de machtigste Tromaanse stadstaat. Vanuit Khaprivi vormde zich een Tromaans Rijk langs de oostkust van Utai, dat ook in meer of mindere mate het binnenland overheerste.

Op een zeker moment werd het Irshanisme de dominante godsdienst van de Tromanen. De Irshanistische religieuze overtuiging leidde vermoedelijk tot missionaire strafexpedities tegen de "zonnenkoningen" in het binnenland.

Middeleeuwen

In de Zwarte Eeuw werd het Tromaanse kustgebied zwaar getroffen. De steden verloren veel bevolking en hun politieke macht. Er vormden zich vier Tromaanse koninkrijken, te weten: Ajvar, Pindjur, Taratur en Tavçe.

Aanvankelijk was Tavçe de machtigste van de vier, maar uiteindelijk werd - na allerlei onderlinge en internationale verwikkelingen - Taratur de sterkste. In het begin en midden van de Middeleeuwen waren de Tromaanse koninkrijken een zeer serieus te nemen macht in het westen van Taratai. Ook cultureel waren de Hoge Middeleeuwen een bloeitijd voor de Tromanen.

Het Tromaanse cultuurgebied werd na de Taraturische Oorlog in 7161 onderverdeeld tussen de grootmachten Sdacudoi en het Rijk van Dasarb, pas na het Congres van Mistel zou het haar soevereiniteit weten te herwinnen.

Economie

Taratur heeft een mediterraan klimaat. Het land produceert en exporteert o.a. olijfolie, graan en wijn. Het land is vrijwel geheel in handen van grootgrondbezitters: de Tromaanse adel (waaronder het koningshuis) en iets mindere mate Irshanistische kloosters.


Periodiek

Troglodeske Neve Patra (Troglodeskische Nieuwe Bladen) is een krant die verschijnt in de Taraturse hoofdstad.