Sekipa (taal)

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search

Het Sekipa (Sekipa toku, Abi'i: oκ:п +cκ·) is een creooltaal, met het Westerlauwers Fries als lexicale basis. Het Sekipa is de voornaamste taal binnen de Óridi Te'olongta Tiyera, en behoort daardoor tot de grotere talen van Ārdra. Taalkundig kenmerkt het Sekipa zich door een vrij eenvoudige fonologie en een morfologie die, op de hulpwerkwoorden na, niet complex is. Sekipa wordt geschreven in het Abi'i-alfabet.

De Sekipa taal is een van de belangrijkste bestanddelen van de Sekipa cultuur. Er heeft zich in de afgelopen eeuwen een prestigieuze variant (Standaard-Sekipa) ontwikkeld, die als schrijftaal dient. Met name geletterde Sekipa organiseren zich wel in tokuli tiyera, +cκ·ð: +:ςz ('taalverenigingen'), waarbinnen men zich bezighoudt met voordrachten, discussie en het normeren van de schrijftaal. Naast de standaardtaal bestaat er een grote variëteit aan dialecten. Het Sekipa is een belangrijke handelstaal, vooral in de nogal vereenvoudigde (pidgin-)variant Maki Toku, џ.κ: +cκ· ('eenvoudige taal'). Het spreken van Maki Toku onder Sekipa onderling wordt echter door de meeste Sekipa ernstig afgekeurd. Zich afzettend tegen het pidgin-Sekipa beschouwt men de eigen taalvariant graag als deréha toku, λzяŋ +cκ· ('complexe taal').

Een aan het Sekipa verwante nader te bepalen taal wordt gesproken in het Fatardonische departement Kvahn en de Ótangti deelstaat Sepókang.

Uitspraak

Er zijn in het Standaard-Sekipa 9 klinkers (vocalen) en 16 medeklinkers (consonanten). Lettergrepen (syllaben) hebben een eenvoudige structuur: (C)V(ng). Dit houdt in dat er geen clusters van twee of meer medeklinkers voorkomen, dat er geen tweeklanken zijn, en dat elke lettergreep op een klinker of op -ng eindigt. De ng staat nooit aan het begin van een lettergreep.

De volgende medeklinkers worden in het Sekipa net als in het Nederlands uitgesproken: b, d, f, k, l, m, n, p, s, t. De overige medeklinkers zijn:

ĉ: /tʃ/, klinkt als ‘tj’ in ‘tjilpen’

h: /ɦ/, een ‘Oost-Europese h’, houdt het midden tussen ‘h’ en ‘ch’, vergelijkbaar met de Arabische ‘ح’.

r: altijd een tongpunt-r

w: een bilabiale /w/, zoals o.a. in het Engels

y: de medeklinker /j/

ng: in de standaarduitspraak /ŋ/; in regionale varianten van het Sekipa ook wel gerealiseerd als /n/ of /m/, of als een nasalisering van de voorgaande klinker (zoals veel voorkomt in het Frans, Portugees en Fries). Deze genasaliseerde klinkers zijn o.a. gebruikelijk in de stadsdialecten van Niyóngpata en Pewatang, en zijn geleidelijk bezig om de uitspraak als /ŋ/ in de standaardtaal te verdringen. Het foneem ng staat alleen aan het eind van lettergrepen.

De negen klinkers zijn alsvolgt. Alle klinkers worden kort uitgesproken:

a: /ɑ/ als Ned. ‘kat’

e: /ε/ als Ned. ‘pet’

é: /e/ ongeveer als Ned. ‘mee’ (maar dan zonder /j/-klank)

ë: /ɪ/ als Ned. ‘vis’

i: /i/ als Ned. ‘niet’

o: /ɔ/ als in het Friese woord ‘kant’, ongeveer de gewone Nederlandse uitspraak van een korte ‘o’, zoals in de uitroep ‘goh!’

ó: /o/ als in het Friese woord ‘kont’, een korte ‘o’ die wordt uitgesproken met geronde lippen

ö: /ø/ ongeveer als Ned. ‘neus’ (maar dan zonder /w/-klank)

u: /u/ als Ned. ‘boek’

Klemtoon is niet heel belangrijk voor de uitspraak van het Sekipa. De een-na-laatste of de twee-na-laatste lettergreep van een woord wordt meestal met iets meer nadruk uitgesproken.

N.B. Een foneem /g/ bestaat niet in het Standaard-Sekipa. De lettertekens g (behalve in ng), j, q, v, x, z en c (zonder circonflexe) worden niet gebruikt in de transliteratie van het Sekipa.

Dialecten

Het Sekipa wordt vooral gesproken in een zeer uitgestrekt gebied in Zuid-Wandao. Vanwege de omvang van dit taalgebied, en het feit dat het vooral uit eilanden bestaat, is het dan ook niet verwonderlijk dat er flink wat dialectvariatie is in het Sekipa. Sommige dialecten, zoals bijvoorbeeld Noord-Sekipa, zou men zelfs als een afzonderlijke taal in kunnen delen. Anders dan in het Loridischtalige oosten van Wandao (Ohun̥sizifãh Zihumais An̥am̥ et) beschouwen de Sekipa-taligen hun uiteenlopende talen eerder als varianten van het "standaard"-Sekipa dan als eigenstandige talen.

Er worden in het Sekipa twee typen regionale taalvarianten onderscheiden: buku toku ("boektaal") en mula toku ("mondtaal"). Met buku toku (dat overigens ook de aanduiding is voor de geschreven standaardtaal) duidt men "dialecten" aan die eigenlijk alleen in de uitspraak en in details in de woordenschat afwijken van wat als standaard beschouwd. In feite gaat het om een lokaal of regionaal accent, aangevuld met een paar lexicale regionalismes. Buku toku is bijvoorbeeld de spreektaal van een aantal centraal gelegen steden, zoals Niyóngpata en Holung, van een streek die juist perifeer ligt en weer Sekipa van gemengde afkomst zich onderscheiden van anderstalige buren (de Mangsiri Sekipa in de zuidoostelijke olong), en van Sekipa die als een soort "kolonisten" tussen anderstaligen wonen (Pewatang, Niyö, Öĉuköya, maar ook de Wolu Sekipa in Jonkershoek).

Met mula toku (kortweg ook wel mula) duidt men "echte" dialecten aan, die in sommige gevallen onderling niet of nauwelijks verstaanbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn het reeds genoemde Noord-Sekipa, het dialect van Wilapola, en het door het Temisi beïnvloede dialect van Midden-Sëngma.

Grammatica

Een inleiding op de grammatica van het Sekipa kan men op twee manieren beginnen. Men kan de nadruk leggen op de eenvoud van de taal, als om gerust te stellen. Daarbij kan gewezen worden op wat er ontbreekt in het Sekipa, in vergelijking tot de uit Europa bekende talen: het Sekipa heeft geen naamvallen, geen grammaticaal geslacht, geen verschil tussen enkelvoud en meervoud; eenzelfde woord kan dienen als zelfstandig naamwoord én werkwoord én bijvoeglijk naamwoord én bijwoord; er zijn geen lidwoorden. Andersom kan men wijzen op een bevreemdend element dat het Sekipa onderscheidt van de andere Ārdratische talen: de complexe hulpwerkwoorden, die de kern van elke Sekipa volzin vormen.

(meer volgt)

Voorbeeldzinnetjes

и ς·џ: ŋ:ςι зcς ς·џ: λ· иvи. зєıκz qzєı иq·q:z· /

No yumi hiyang-oya yumi du nëne óngkera-weróng newuwiru.

Wij wilden nooit terug naar huis.


+ џ.e: џєς· з:+: кvς·+z и пq.+ı /

Ta maĉi móyu iti këyutera no Pewatang.

Maden kunt u in Pewatang eten, mevrouw.


ų.ıк: өz: өvo – кvλ· q+ /

Fangki beri bësa, këdu weta.

Vrouwen zijn bergen, mannen zijn water. (Sekipa spreekwoord)


өєп и өz: +vџz: qøz ŋєк: /

Bópa no beri tëmeri wöra hóki.

Op de berg wordt een huis gebouwd.


λ:ς·к: џ: ς.q λк:+и + кvк·и ө·к· eєк џ +q.өz: /

Diyuki mi yawa dekitena ta këkuna buku ĉóka mo Tewaberi.

Ik geef aan Diyuki een dik geschiedenisboek over Tewaberi.


o зcςz ų.ıк: зvз.ız: λz:+øz q:o:z: зco·ς·ı ų зvз.и ŋc+: oo· к ŋvı oєи· ө+:ς: ų.o+єı /

Sa oyera fangki Ë'angri deritöra wisiri osuyung fe Ë'ana Hoti sesu ka hëng sónu betiyi-fasetóng.

De Directeuren waren allen vrouwen, behalve Păro Ăgilihae zelf en zijn vroeggestorven zoon.


зк + ðvo+ qc џ зcςz џєς· ųcλ: џ зcðcı џ: зєıп:ð: q·к·+· ςıи /

Eka ta lëseta wo mo oyera móyu fodi mo olong mi óngpili wukutu yengna.

Ook een lijst met alle landvoogdessen wilde ik graag maken.


q qøe o q+ өvoz џ ų.λєıς +cк· /

Wa-wöĉa sa "weta" bësera mo Fadóngya toku?

Wat is het woord voor "water" in het Fatardonisch?


и зcλcıλ: пz.+ п· + +.и.џ qc ŋcz џø+z ŋvı /

No odongdi perata pu ta tanama wo hora mötera hëng.

In het dagelijks gebruik zal hij wel een bijnaam hebben.


џ: өo: п· з·z·з:+: o e+z: өvoи џ өqєџ·ı /

Mi besi-pu uru'iti sa ĉeteri bësena mo bewómung.

Mijn favoriete tijdverdrijf is kletsen met de buren.


+ q qo.и ς· зıλ: ų.z ovς·z /

Ta wa-wesana yu engdi fara sëyura?

Waar reizen jullie heen?


зøo· џςøe: к·q:+·z· + ςıo+: к к:q.e: – zяλı ų зøo· ðvz:ı кce· џ oк:п +cк· /

Ösu meyöĉi kuwituru ta yengseti ka kiwaĉi, rédang fe ösu lëring koĉu mo Sekipa toku.

Wij konden het nuttige met het aangename verenigen, doordat wij Sekipa leren spreken.


џ: ςvı ųvo· з:+: λџcк:+ – зєo·ı ŋvı к:ı џєк· o·п: λџcς:+ /

Mi yëng fësu iti demokita, ósung hëng king móku supi demoyita.

Ik houd niet van vis, maar hij houdt niet van melk.


пzє+ ς· ςvџ.e: o·ς·+z· и e.џ.ıкv – oяo λø /

Peróta yu yëmaĉi suyuteru no Ĉamangkë, sésa dö.

Je kunt veel verdienen in Öĉuköya, zeggen ze.


oяo ŋ – зco· ŋяп· џ.o·o· + зøo· /

Sésa ha, osu hépu masusu ta ösu.

Ze zeggen dat ze ons moesten helpen.


з·ıo:к: +qvo· џ qo+ к oк:п +cк· o zø+ өvo – зcς· и. +vıк иo·ς·+· – зc з:ız: ςvo +q +cк· o ðvи: +cк· ųŋ q:з:o: /

Ungsiki tewësu mo Weseta ka Sekipa toku sa röta bësa, oyu ne tëngka nesuyutu, o ingri yësa tewa toku sa lëni toku fa wi'isi.

De verschillen tussen Westerlings en Sekipa zijn zo groot, dat je niet zou denken dat deze twee talen ooit wellicht één taal waren.


Zie ook De Zidra van Giyanadri#Sekipa voor de grammaticale en lexicale verklaring van deze Sekipa zinnen:

ų к:ς.и.λz: +vıп· eєк џө.зı qczce: oøı oøı qςякı өvıөz: λø+ + qvųŋ: зcςz / өðєıк өðєıк ųq:ð: z·ŋð: џ өðєo·ı ө:ςџ ðe.q: λø+ + qςvz: зc+ зк з·ıλєıк qø oє+.ςvð· oє+.ө.o: џяı / иv+ qc λө:ςє – зcςz ų.q:и· qø – qяз·e· o λco и q:и: өvo //

Fe Kiyanaderi tëngpu ĉóka meba'ang woroĉi-söng-söng weyékang bëngberi döta ta wëfehi oyera. Belóngka-belóngka fewili ruheli mo belósung biyema leĉawi döta ta weyëri ota eka ungdóngka wö sótayëlu sótabasi méng. Nëta wo debiyó, oyera fawinu wö, wé’uĉu sa dosa no wini bësa.

Woordenschat

Zie Woordenlijst Sekipa.

nëma nemen; iti eten; supa drinken; fara reizen (over zee); ridi reizen (over land); wengyi wonen.

bësi dier; hungĉi hond; baru varken; kóki koe, rund; bólu stier; suyëpi schaap; koyuti geit; bë'era beer; fuhu 'vogel'; ongyi eend; kuwósu gans; kotulu uil; ë'ana arend; fësu vis; keróba insect.

olong eiland, land; séyi zee; weta water; pola eiland(je); ó'ada schiereiland; hópu baai; beri berg; höfu helling; hena hoek, woonplaats; dewapa stad; pelëĉa boerderij; pósa woonplaats, dorp; hangfa haven.

Voor Sekipa namen voor plaatsen buiten de Óridi Te'olongta Tiyera zie Exoniemen in het Sekipa.