Sambekistan
Het Koninkrijk Sambekistan (Sambeeks: Basaljpăsĕ Sambeqqĭ Staed; Maxĩn-Wacamakalit: Pasalypas qaqak Sampekkistawit; Vivilakees: Basalypaisy Stiad Sambeke, Nisurisch: Basalċùsiht Sambehj Staedt; Cefalu: Samebecista ...; Voorlands: Somkelun ; Karandees: Sambekdice Voluszags, Holgun: súl-Sombek õ-Mãb) is een land in de continentale regio Taratai op de planeet Durdaste (Project Taratai). Het koninkrijk bestaat in zijn huidige vorm achttien jaar, sinds de Acte van Qĭqaotj werd gepasseerd die de huidige staatsinrichting vaststelde. In het noorden grenst Sambekistan aan Thúrila, in het oosten aan Yoğor en Tangbangtroi, in het zuiden aan de Thandirat en aan de ijsvlakten van Tuyet, en in het westen aan Dogau en Uhh. Staatshoofd is de Koning, maar de uitvoerende macht is in handen van de Koning-Stadhouder. De hoofdstad van Sambekistan is Qĭqaotj / Kykawc.
INFORMATIE OP DEZE PAGINA IS ONBEVESTIGD EN BEVAT DUS VOORALSNOG ONONTLEENBARE RECHTEN
Sambekistan | |
Sambeqqĭ Staed · Sampekkistawit Land in Taratai | |
Planeet | Durdaste |
Werelddeel | Taratai |
Regio | oostelijk Demani |
Hoofdstad | Qĭqaotj / Kykawc |
Staatsvorm | koninkrijk |
Staatshoofd(en) | {{{staatshoofd}}} |
Oppervlakte | 1.376.020 km2 |
Inwonertal | 4.676.325 |
Bevolkingsdichtheid | 3,4 inw./km2 |
Talen | Sambeeks, Maxĩn-Wacamakalit, Vivilakees, Nisurisch, Luinbeeks, Oechs, Hsue, Thandirat en mengvormen |
Etnische groepen | Sambeken, Maxĩn, Wacamakalit, Neuronen, Hsue, Thandirat, e.a. |
Religies | Deukisme |
Valuta | diverse |
Nieuws
Nieuws uit Sambekistan verschijnt in de Asjha (, 'Zon').
Geografie en klimaat
Sambekistan bevindt zich in het geografische gebied Demani (Sambeeks: Dmaanj; Maxĩn-Wacamakalit: Timany). Het land heeft een korte kust met een veel groter, heuvelachtig achterland. Het land is met de klok mee omgeven door de Sambeekse Zee (Sambeqqĭ Pŭs, Sampekkiwxã), Uhh (Ŭjqtăjjqen, Uho), het Ladogaumeer (Oldsĕ Dogau, Latukawelqax), Dogau (Dogau, Tukaw) , Thuyet (Tweet, Tuwet), Thandirat (Hăndjrat, Tãtylat), de Koraezee (Qrăĕ, Kulaj), Tangbangtroi (Tanjbămtrj, Tãpãtriw), Yoğor (Jŏŏr, Swiqipyk) en Thurilië (Băssehurrĭ, Tulyla).
Het westen van Sambekistan bevat veel rivieren en meren, het oosten is iets minder grillig. De langste rivier is de Omjtĭvve (Umytym), die in het zuiden in het kanton Nisuurjt ontspringt en via de meren Qĕnjz Old (Kasulqax), Ŭwerjq Old (Qelweqelqax), Oldsĕ Qjejqe (Cexewelqax), en Oldsĕ Urpjtova (Umytĩlqax) de Sambeekse Zee instroomt. Andere rivieren zijn de Oras (Ulas), die ontspringt in het kanton Xotely en eerst noordwaarts stroomt en vervolgens, op het punt waar de rivier de Qjan (Cã) in de Oras uitmondt, een flinke bocht westwaarts maakt, tot hij in het kanton Qjejqe in de Omjtĭvve uitmondt. In het oosten vormt de Pala de belangrijkste rivier; deze ontspringt in het gelijknamige kanton en mondt uit in de Koraezee. In het uiterste oosten, aan de Koraezee, vormt een uitloper van het Thechunggebergte (Heqjum, Tecum) een natuurlijke grens met Tangbangtroi. De bergrug in het zuiden, het Emsgebergte (Ems, Ĩs), is geologisch actief en er vinden dan ook geregeld aardbevingen plaats in de regio. Ten zuidoosten van dit gebergte wonen de Thandirat, een toendranomadenvolk waarvan leden door Sambekistanen als slaven verhandeld worden.
Klimaat
Het westen van Sambekistan heeft een gematigd klimaat met droge winters (Cw); het midden en zuiden zijn daarentegen koel en kennen het hele jaar neerslag (Df), terwijl de winters in het oosten droog zijn (Dw). Landbouw komt vooral voor in het westen van het land.
Geschiedenis
Zie: Geschiedenis van Sambekistan
Oorspronkelijk werd Sambekistan vooral bewoond door Sambeken en aanverwante volkeren. In de loop der eeuwen zijn daar Hsue en Maxĩn-Wacamakalit tussen komen wonen, wat geregeld tot conflicten leidde. Sinds het Congres van Mistel van 7435 heeft Sambekistan haar huidige vorm.
Demografie
In Sambekistan wonen Sambeken (42,64%), Wacamakalit (25,00%), Maxĩn (17,65%), Nisuriërs (5,99%), Hsue (5,38%), Vivilakezen (2,12%), Thandirat (0,29%), Uhh (0,24%), Jechiliërs (0,21%), Luinbeken (0,17%), Thuriliërs (0,09%), mengvormen en overige (0,21%).
De belangrijkste talen van Sambekistan zijn Sambeeks en Maxĩn-Wacamakalit, hoewel alleen Sambeeks in alle gevallen als lingua franca gebruikt wordt. Daarnaast worden er diverse minderheidstalen gesproken, zoals de aan Sambeeks verwante talen Nisurisch, Vivilakees en Luinbeeks, Hsue, Thandirat-dialecten, Syhh Ttipp, Thurilische dialecten, Jaberisch (dialect van het Cila) en mengvormen hiervan.
Een ruime meerderheid van de Sambekistanen (82,3%) belijdt het Deukisme of de belangrijkste variant daarvan, het Erdeukisme. De tweede religie qua grootte die in Sambekistan beleden wordt is het Irshanisme (14,8%), voornamelijk door de Hsue, maar ook bij sommige Wacamakalit en immigranten is Irshanisme populair.
Steden
- Hoofdartikel: Lijst van Sambekistaanse steden
Steden met meer dan 5000 inwoners:
- Atolin (11522)
- Qĭqaotj / Kykawc (10878)
- Puwajaty (8855)
- Xawcuk (6281)
- Qĭsqjne (6125)
- Jsorbon (5670)
- Ĕrivem (5535)
- Lustely (5456)
- Toqturmet (5444)
- Huurj-Qott (5416)
- Rjdŏŏd (5380)
- Suumjqesta / Sumykista (5376)
- Mala (5294)
- Boqqas (5261)
Sambeeks en Sambekistaans
Sambeeks wordt doorgaans gebruikt om het volk en de taal der Sambeken aan te duiden; wanneer men het over de staat heeft (waar ook andere volkeren woonachtig zijn) dan spreekt men van Sambekistaans.
Administratieve indeling
Sinds het Congres van Mistel heeft Sambekistan twee Gouwen (Sb. Qŭŭmtăjjqenjtew, WM Kumtajkene) die min of meer gevormd zijn volgens de ter plaatse aanwezige meerderheid van Sambeken of Wacamakalit (andere bevolkingsgroepen worden hierin genegeerd, hoewel vooral de Wacamakalit op sommige plekken maar krap in de meerderheid zijn): de Sambeekse Gouw en de Oostgouw. Voor het verloop van de grens tussen de Gouwen is uitgegaan van de reeds bestaande kantongrenzen, waardoor de indeling op sommige plekken tamelijk lukraak lijkt als men alleen naar de etnische samenstelling van de bevolking kijkt. In de praktijk wordt de verdeling in kantons als belangrijker beschouwd en is het bestaan van de Gouwen slechts een formaliteit en een middel om leden van de koninklijke familie aan baantjes te helpen; elke Gouw wordt geleid door een lid van de koninklijke familie.
Er zijn 31 kantons (Sb. Sŏqjtorjnĕliw, WM Suktunelyy), waarvan er veertien in de Sambeekse Gouw liggen en zeventien in de Oostgouw. Er zijn drie soorten kantons:
1) kantons die door een eigen adellijke familie geleid worden en dus een grote interne zelfstandigheid genieten;
2) kantons die door een lid van de koninklijke familie geleid worden en nog steeds een aanzienlijke interne zelfstandigheid genieten. Het lid van de koninklijke familie wordt benoemd tot Kantongraaf, voor het leven of tot het moment dat hij aan de beurt zou zijn om koning van Sambekistan te worden;
3) kantons die geleid worden door een andere persoon dan een lid van de koninklijke familie en hierdoor een nauwere relatie met de centrale regering hebben. Ook deze bestuurder wordt Kantongraaf genoemd en kan een lid van een andere adellijke familie zijn, of iemand uit de geestelijkheid of de burgerij. Deze Kantongraaf wordt gewoonlijk voor een van te voren vastgestelde periode benoemd.
| |||
---|---|---|---|
Gouwen: Oostgouw (SB: Naatălj Qŭŭmtăjjqenjtes, WM: Ĩttelikumtajken), Sambeekse Gouw (SB: Sambeqqĭ Qŭŭmtăjjqenjtes, WM: Sampekkikumtajken) | |||
Tuskschappen: Nisuurjt (SG), Qjejqe (SG) • Putinaten: Ajkos (OG), Vivilăq (SG) • Hertogdommen: Awmyl (OG), Kalto (OG), Wakaj (OG) | |||
Kantons 2e categorie: Ĕmeroop (SG), Hĕŭpidt (SG), Hiliqjperte (SG), Olzaajd (SG), Soortqevinjdjăs (SG), Sŏvar-Luudiqm (SG), Sutinamy (OG), Talty (OG), Xotely (OG) | |||
Kantons 3e categorie: Atolin (OG), Cunnytepy (OG), Jantaj (OG), Jsorbon (SG), Lustely (OG), Mala (OG), Maw (OG), Nely (OG), Oa (SG), Ojropaw (SG), Pala (OG), Qĕqqis (SG), Solakin (OG), Urpjtova (SG), Yjuky (OG) | |||
Steden met meer dan 5000 inwoners: Atolin, Boqqas, Ĕrivem, Huurj-Qott, Jsorbon, Lustely, Mala, Puwajaty, Qĭqaotj-Kykawc, Qĭsqjne, Rjdŏŏd, Suumjqesta / Sumykista, Toqturmet, Xawcuk |
Politiek
Sambekistan is een koninkrijk, maar door het opvolgingssysteem dat door Kalalit IV Nunat, de eerste koning van de huidige dynastie is ingevoerd, die bepaalt dat zijn oudste nog levende mannelijke afstammeling koning is, volgen de snel stervende hoogbejaarde koningen elkaar snel op. Sinds de val van het Oostelijke Rijk en de troebelen die daarop volgden is een jonger lid van de familie als Koning-Stadhouder werkzaam.
De regering wordt gevormd door de Koning(-Stadhouder) en zijn entourage (leden uit de hogere adel, hogere geestelijkheid, vooraanstaande burgers).
Het parlement (de Toestand) is een niet-permanent vergaderorgaan van alle hogere adel, hogere geestelijkheid en vooraanstaande burgers); zij nemen elk zitting in een van de drie Standen van het Parlement: de Opstand, de Stilstand en de Achterstand. De Toestand komt bijeen op verzoek van de Koning(-Stadhouder) of om een nieuwe Koning aan te wijzen wanneer de troon vacant is en er onduidelijkheid is over de opvolging. De Koning(-Stadhouder) kan een of meerdere Standen bijeenroepen om (bindend) advies in te winnen. Een besluit tot offensieve oorlog (dus wanneer Sambekistan niet al wordt aangevallen door derden) mag alleen genomen worden door de Koning en/of de Toestand.
Koningen van de huidige dynastie
|
|
|
|
Adel
Sambekistan kent de volgende adellijke titels (in volgorde van prioriteit):
- de Tusk (SB: Tusq (m), Tussiqqăse (v); WM: Tussyk) staat aan het hoofd van een Tuskschap (SB: Tusqjpă, WM: Tussykypas);
- de Putijn (SB: Pŭtiinj (m), Pŭtniqaise (v); WM: Putyn) staat aan het hoofd van een Putinaat (SB: Pŭtnijpă, WM: Putynypas);
- de Hertog (SB: Rhaqatjraqqŏdruu (m), Rhaqatjraqeqqăse (v); WM: Kassot) staat aan het hoofd van een Hertogdom (SB: Rhaqatjraqjpă, WM: Kassocama)
- de Graaf (SB: Meqtăr (m), Meqtrăqaise (v); WM: Conultut) staat aan het hoofd van een Graafschap (SB: Meqtărjpă, WM: Conultucama)
- de Kantongraaf (SB: Meqtărsĕ Sŏqjtorjnĕli (m), Meqtrăqaisesĕ Sŏqjtorjnĕli (v); WM: Suktuneltut) staat aan het hoofd van een Kanton (SB: Sŏqjtorjnĕli, WM: Suktunely)
De titels Tusk, Putijn, Hertog en Graaf zijn erfelijk, maar (op enkele uitzonderingen na; zie ook Administratieve Indeling hierboven) niet (meer) verbonden aan land; ze garanderen echter een zekere voorrang in de aanwijzing van hooggeplaatste bestuurders in het land. De titel Kantongraaf is niet erfelijk en verbonden aan de heerschappij over een Kanton.
De meeste adellijke families zijn Deukistisch georiënteerd; er zijn echter twee Irshanistische families: de putijnse familie van Sutinamy en Ajkos (hoewel tegenwoordig slechts titulair van Sutinamy staat deze familie nog steeds aan het hoofd van het kanton Ajkos) en de hertogelijke familie van Neder-Xotely-Pepelemiw-Usulemiw.
Regering
De Regering wordt gevormd door de Koning of in zijn naam de Koning-Stadhouder; deze benoemt naar eigen goeddunken ministers om hem in de regering van het land bij te staan. De huidige minister van buitenlandse zaken is de Kozijn Umtiqytyk Poloxaltuktik, benoemd in 7451.
Economie
Het noordwesten van Sambekistan (het politieke machtscentrum en het merendeel van de kuststreken) zijn redelijk welvarend. In delen van het land wordt landbouw bedreven, op sommige plekken vindt mijnbouw plaats en ook hout wordt geëxporteerd vanuit het bosrijke midden en zuiden. Andere exportproducten zijn o.a. zilver, (Thandirat-)slaven, dieren en dierlijke producten.
Een negatief aspect van de Sambekistaanse economie is dat het in het land woonachtige semi-nomadische volkeren op gezette tijden de grenzen overschrijden om in de buurlanden op plundertochten te gaan. Ze zouden een afspraak hebben met de Sambekistaanse machthebbers dat hun levenswijze grotendeels kan worden gehandhaafd en beschermd in ruil voor een deel van de buit van deze plunderingen, die vervolgens door Sambekistaanse handelaars wordt doorverkocht aan derden of zelfs terugverkocht aan de oorspronkelijke eigenaars. Anderen beweren dat de nomadische volkeren simpelweg schatplichtig zijn aan de Sambekistaanse machthebbers en dat ze door middel van de plunderingen aan hun plicht weten te voldoen. De Sambekistaanse machthebbers verontschuldigen zich bij de getroffen buurlanden door te beweren dat de nomadische volkeren het ook op Sambeken, Maxĩn en Wacamakalit gemunt hebben.
Valuta
Er zijn verscheidene valuta's in omloop in Sambekistan, waaronder met name in de handelssteden aan de kust ook veel buitenlandse. Veel Sambekistaanse munten hebben de vorm van een oor en worden daarom Ruudt / Kyssa ("Oor") genoemd.
Een standaardmunt is de Koninklijke Gouden Munt (Basalve Qruus Petotĭ / Pasalipukpewpetuty) die in het hele land kan worden ingewisseld voor plaatselijke munten tegen plaatselijke wisselkoersen (die niet altijd even duidelijk zijn); in bv. Atolin is een Koninklijke Gouden Munt 32 Atolijnse Oren waard, in Solakin tussen de 19 en 23 Solakijnse Oren. Koninklijke Gouden Munten komen echter niet vaak voor, aangezien de uitgifte ervan slechts als een speciale geste van een prominent lid van de koninklijke familie geschied. Wie er een krijgt, houdt hem vaak zelf in plaats van hem in omloop te brengen, tenzij zijn financiële situatie hem noopt de munt uit te geven. Naar schatting zijn er momenteel in heel Sambekistan ongeveer 60 Koninklijke Gouden Munten in omloop.
Maatschappij
Onderwijs
Universiteiten
Universiteiten bevinden zich in Huurj-Qott, Jsorbon, ...
Cultuur
De Deukistische kalender
Jaartelling
De Deukistische jaartelling begint bij de laatste Overgang en duurt tot de volgende Overgang, waarna de jaartelling gereset wordt. Op de 218e dag van het Durdastische jaar 7451 begon het Deukistische jaar 3862 (octonaal 7426); 3863 (octonaal 7427) zal beginnen op de 219e dag van het Durdastische jaar 7452.
Jaarindeling
- Hoofdartikel: Durdastisch Jaar
De Deukistische kalender volgt maancycli die eens in de drie jaar een 'sprong terug' maken om niet te veel uit de pas te lopen met het zonnejaar. Een normaal jaar bestaat dus uit 320 dagen, maar eens in de drie jaar worden er van de laatste maand vijf dagen (en eens in de vijftien jaar slechts vier dagen) van afgetrokken. Voor 7296 werkte men in Sambekistan met een pure maankalender, wat betekende dat data ten opzichte van de seizoenen door het jaar reisden; onder Karabijn Lutaltek II werd dit echter gewijzigd. Het Deukistische jaar begint ongeveer 100 dagen vóór de lente-equinox.
Er zijn tien maanden:
dagen | Sambeekse naam | MW naam | Bijzonderheden | |
---|---|---|---|---|
1 | 32 | hoova | ylqexipuma | Nieuwjaarsdag op 1 hoova/ylqexipuma |
2 | 33 | jraadqĕjreen | ylatkojxutqe | Feest van de Jraadqĕ op 33 jraadqĕjreen/ylatkojxutqe |
3 | 30 | qoldis | qissejpuma | |
4 | 32 | aarjdtqom | alystak | Lentefeest op 5 aarjdtqom/alystak |
5 | 32 | jqldrĕdtqom | jokolkastak | |
6 | 32 | jdrĕdtqom | ytlastak | Jaarmarktdag (zie onder) op 15 jdrĕdtqom/ytlastak |
7 | 32 | birrodtqom | pylustak | |
8 | 30 | butrvadĭ | nusqakapuma | |
9 | 33 | qosŏŏvudjreen | kusawutkoxutqe | Feest van de Qosŏŏvut op 1 qosŏŏvudjreen/kusawutkoxutqe |
10 | 34 (29, 30) | qtojjd | sawajpuma |
De grootste niet-religieuze 'feestdag' van Sambekistan is Jaarmarktdag (Sambeeks: Jpănardidj; Maxĩn-Wacamakalit: Ypanartyc) op 15 jdrĕdtqom/ytlastak. Op deze dag trekken velen naar de grootste stad in de buurt om te handelen en te feesten.
Naamgeving
Sambeken hebben doorgaans twee namen, die volstrekt willekeurig zijn en beide gelden als voornaam. Familienamen bestaan niet. Dit geldt ook voor de Sambeekse namen van 's lands koningen: waar de oorspronkelijke Maxĩn-Wacamakalit achternaam Nunat in beide culturen vaak wordt weggelaten, heeft de Sambeekse variant van 's konings naam een extra toevoeging die in de Maxĩn-Wacamakalit variant ontbreekt.
Maxĩn-Wacamakalit hebben daarentegen een of soms meerdere voornamen en een familienaam. Welke familienaam een kind krijgt hangt af van het belang van de familie: de ouder wiens familie belangrijker is, heeft het recht zijn familienaam aan het kind door te geven. Het kan voorkomen dat minderjarige kinderen van naam veranderen wanneer:
- hun ouder van wie ze hun achternaam hebben gekregen, de familie te schande maakt en de familienaam van hem of haar wordt afgenomen. In zo'n geval heeft deze ouder geen eigen achternaam meer en alleen nog die van zijn of haar echtgeno(o)t(e).
- de familie van de voorheen minder belangrijke ouder ineens belangrijker wordt en het recht opeist de kinderen van hun telg hun achternaam te geven.
Eens een kind meerderjarig is de achternaam die hij of zij op dat moment heeft, definitief inzoverre deze niet om bovengenoemde reden wordt afgenomen.