Religie in Kwang Yung

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
Referencearrow.png Hoofdartikel: Kwang Yung

(Inleiding toe te voegen.)


historische reconstructie van het Shenchaoisme

De officiële religie van de Qán is ontstaan uit vermenging van Chinese, Bantoe, Soefi en Nagaskische invloeden. De religie staat in Kwang Yung bekend onder een aantal verschillende namen:

  • Qán-dhaa 蟬道, 'de weg van de Qán'; een 19e eeuwse nationalistische benaming geïnspireerd op Japanse ~do /~to 道 namen ter vermijding van expliciete religieuze connotaties.
  • Sa-xen-jiao 卅神教, 'leer/religie van de 30 "goden"'; vermoedelijk ontstaan (als naam) in de 17e of 18e eeuw ter onderscheid van San-xen-jiao 三神教, d.w.z. Nagaskisme.
  • Xen-ngiu-jiao 神祐教 en Xen-txáo-jiao 神䄚教 'leer/religie van de bescherming door de "goden"'; beide stammend uit de 19e eeuw. De laatste van deze namen is verbasterd tot Duits Schentschauismus en later tot Engels Shenchaoism, waarvan de thans gebruikte Nederlandse naam is afgeleid.

Aangetekend moet worden dat tot het einde van de 19e eeuw het Chinese schrift door slechts zeer weinigen beheerst werd en dat degenen die konden schrijven dikwijls maar een zeer beperkt aantal karakters kenden. De (moderne) Tjannese namen en Chinese karakters voor religieuze termen in de beschrijving hieronder zijn derhalve van veel recenter datum. De meeste zijn 'vastgesteld' in de tweede helft van de negentiende eeuw. Hetzelfde geldt voor de meeste van bovenstaande namen, al zijn sommige in betekenis wel ouder. Sa-xen-jiao 卅神教, bijvoorbeeld, is een vertaling van een oudere term naar het moderne Tjannees.

Het Shenchaoisme is een monotheïstische religie. Echter, naast God (ng 㵩) bestaat er een groot aantal andere mythische wezens (vgl. engelen en duivels in het christendom) en die worden gezamenlijk xen 神 genoemd, hetgeen dikwijls ook vertaald wordt als 'god' of 'goden' (maar nooit met een hoofdletter).

pre-Borealische religie

De Chinese piraten die zich in 1419 op Tsing Fú Dháo (青福島) / Annobón vestigden waren hoogstwaarschijnlijk niet actief religieus. Dat wil zeggen, ze geloofden wel in aspecten van de Chinese volksgodsdienst (een mengsel van Taoisme, Boeddhisme en Confucianisme), maar ze hadden daarvan slechts beperkte theoretische kennis en kenden geen rituelen, erediensten of andere religieuze uitingen. Kinderen van de piraten en hun Bantoe slavinnen werden in religieus opzicht bovendien dikwijls meer beïnvloed door hun moeders dan door hun vaders. Bantoe religie en mythologie vermengde zich daardoor met aspecten van Chinese volksgodsdienst en aan piraterij en zeevaart gerelateerde bijgeloven.

Overeenkomsten tussen de Bantoe en Chinese godsbegrippen vergemakkelijkte de versmelting daarvan tot ng 㵩. Zowel de Bantoes als de Chinezen geloofden in een tamelijk abstracte en niet gepersonaliseerde hogere entiteit en associeerden die met de hemel ( voor de Chinezen, "ng" voor de Bantoes). Ng is de hemel boven de zee, of een wezen dat zich bevindt in de hemel boven zee. Ng is weliswaar schier almachtig, maar heeft zich al lang geleden afgekeerd van de mensheid.

In tegenstelling tot de Joodse/Cristelijke/Islamitische god is ng niet de schepper van de wereld. De wereld is niet geschapen maar heeft altijd bestaan en zal altijd bestaan. Ng is echter wel de schepper van dieren en de mensheid (maar niet van planten). De eerste mensen en dieren zijn gegroeid uit planten. Verschillende dieren en verschillende menselijke volkeren zijn gegroeid uit verschillende plantensoorten. Mensen, landdieren en vogels uit planten op het land, vissen en ʒǝn 蜃 ('zeemonsters') uit waterplanten en wieren.

Ʒǝn zijn intelligent en buitengewoon machtig (maar er zijn er niet zoveel). Ze kunnen bijvoorbeeld weer en zeestromingen bepalen en daarmee het lot van de piraten en andere zeevaarders. Ʒǝn bepalen bovendien het lot van de doden. Na de dood wordt iemand een geest (khúng 魂) en zwerft rond op aarde tot een ʒǝn zich over hem/haar ontfermt en naar de hemel/ng brengt. Geesten hebben beperkte mogelijkheden om in te grijpen in aardse zaken, maar het bestaan als geest is zeer onprettig. Kwade geesten (zuei 祟) trotseren dat ongemak en grijpen in in de menselijke wereld door mensen ziek te maken of door ongeluk te brengen. Ʒǝn brengen kwade geesten niet naar de hemel/ng tenzij de levenden daar middels rituelen en offergaven om vragen.

Aanbidding van ʒǝn is derhalve om drie redenen van belang:

  1. ze kunnen weer, zeestromen, en andere belangrijke gebeurtenissen en omstandigheden bepalen of beinvloeden;
  2. ze brengen de overledenen naar de hemel/ng;
  3. ze verlossen de levenden van kwade geesten.

Ʒǝn zijn de mythische wezens geassocieerd met de zee (alhoewel sommige ook kunnen vliegen en zelfs op vogels lijken), maar er zijn ook enigszins vergelijkbare mythische wezens van het land: wung 氳. Anders dan ʒǝn hebben wung geen stoffelijke vorm. Wung huizen in rotsen, bomen en andere natuurlijke rol en hebben een beschermende rol. In tegenstelling tot de mensen en ʒǝn staan wung tamelijk dichtbij ng. Wung kunnen derhalve bemiddelen tussen mensheid en ng, maar ze hebben ook een belangrijke beschermende rol. Om die reden worden naast ʒǝn ook wung aanbeden. Ng wordt echter niet aanbeden. Aangezien ng zich van de mensheid heeft afgekeerd is dat tamelijk zinloos. Ʒǝn en wung zijn gezamenlijk xen 神, hetgeen soms als 'goden' vertaald wordt, maar dat is niet geheel correct. 'Supernatuurlijke wezens' is een betere vertaling.

Nagaskische en Islamitische invloed

Na vestiging in Borealië in 1466 kwamen de Qán om contact met het Nagaskische volk en hun religie, het Nagaskisme. Daarnaast werd in deze periode uit Noordwest-Afrika het Soefisme (Islam) geïmporteerd. Dit laatste doordat een klein aantal Qán piraten intrad in een Soefistische orde en uiteindelijk naar Kwang Yung terugkeerde. Deze Soefi's bouwden in het begin van de 16e eeuw een moskee in het huidige H̊ieng Dhǝ die nog steeds bestaat, maar geen uitsluitende Soefi identiteit meer heeft. Het aantal Moslims in Kwang Yung is echter altijd zeer klein geweest en de moskee heeft lange perioden met maar één of twee volgelingen gekend. Desondanks hebben met name de stichters van de moskee, dat wil zeggen, de uit Afrika teruggekeerde Soefi's wel een belangrijke invloed gehad op het Shenchaoisme. De Nagaskische invloed stamt echter uit dezelfde periode en de twee invloeden en hun effecten kunnen maar in beperkte mate van elkaar gescheiden worden.

De drie Nagaskische goden, Aliste, Semÿr en Ustite, werden min of meer overgenomen, maar hun namen werden "ver-Tjanneest" en hun rollen veranderden enigszins. Lhí-shu 厘苴, Xé-maa 邪卯, Tsí-te 齊徳 (i.e. Aliste, Semÿr en Ustite) werden toegevoegd aan het pantheon van xen 神. Ze vormden daarbinnen aanvankelijk met z'n drieën een nieuwe sub-klasse naast ʒǝn 蜃 en wung 氳: lhiang 魎. Later werden er echter ook andere lhiang toegevoegd (zie hieronder). De rol en aard van lhiang is tamelijk variabel, maar ze zijn meer gepersonaliseerd dan de abstractere wung en lijken in dat opzicht dikwijls meer op ʒǝn.

De Nagaskische vier rijken van het leven na de dood werden ook min of meer overgenomen door de Qán, maar in behoorlijk aangepaste vorm. Waar ze in het Nagaskisme een soort plaatsen zijn (of lijken te zijn) zijn het in het Shenchaoisme eerder toestanden. Gÿe ('de Grote ziel') is ng 㵩. Na de dood wordt een geest uiteindelijk opgenomen in ng, al dan niet dankzij bemiddeling van een ʒǝn of lhiang. De drie andere rijken, arvenner, illimister en mortirur, zijn toestanden waarin geesten (khúng 魂) verkeren alvorens in ng opgenomen te worden. Goede geesten verkeren in arvenner, kwade geesten in illimister of mortirur.

Onder Soefi invloed werd ng machtiger, minder afstandelijk en meer persoonlijk. Ng was niet langer een verre en abstracte entiteit die zich geheel van de mensheid had afgekeerd. De eenwording van geesten met ng na de dood was ook een Soefi idee, maar de Qán-Soefi's ontkenden een scherpe scheiding tussen de stoffelijke wereld en de wereld van geesten, en tussen individu (of "zelf") en andere zielen, inclusief die in ng. Mensen kunnen in hun leven al - tot op zekere hoogte - één worden met ng. Die eenwording kan bereikt worden door bepaalde leefregels te volgen en door te mediteren. De belangrijkste meditatie-oefening in het Shenchaoisme was en is de meditatie op de syllabe 覓 (meestal uitgesproken als /m̩/), hetgeen (ongeveer) 'ik zoek (eenwording met ng)' betekent. (Oorspronkelijk zijn meditatie en verwante rituelen ontstaan onder invloed van Dhikr en Muraqaba, maar die invloed is nauwelijks nog te herkennen.)

De leefregels die deels van Soefisme en deels van Nagaskisme afgeleid werden hadden aanvankelijk weinig invloed omdat ze slecht met het piratenbestaan te combineren waren. In Kwang Yung ontstond echter geleidelijk een klasse van boeren en onder hen waren regels als geweldloosheid en wederzijds respect algemeen aanvaard.

Na 1632 was piraterij onmogelijk en raakten de Qán geïsoleerd. Landbouw en kustvisserij waren de enige mogelijke bestaanswijzen. Dit had belangrijke effecten op het Shenchaoisme. Ʒǝn werden veel minder belangrijk en hun taken werden grotendeels overgenomen door een uitbreidend pantheon van lhiang (en sommige ʒǝn veranderden van aard en status en werden lhiang). Tsí-te 齊徳 (Ustite) was de lhiang die meer dan enige andere het lot van geesten (khúng 魂) bepaalde en kreeg daarmee een veel belangrijker rol. (Een belangrijk verschil tussen Ustite en Tsí-te is dat de eerste vrouwelijk is, maar de Qán variant mannelijk.) Xé-maa 邪卯 (Semÿr) werd - min of meer - de god van noodweer en andere vormen van ongeluk die de voedselvoorziening troffen en moest derhalve middels offers gekalmeerd worden. (Kwade geesten (zuei 祟) zijn de belangrijkste oorzaak van relatief klein ongeluk; Xé-maa is de veroorzaker van grotere rampen.) De belangrijkste lhiang naast die twee waren een aantal vruchtbaarheidsgoden gerelateerd aan verschillende gewassen: fǝng-lhiang 豐魎. Eén van hen, An-laa 陰嫪, werd geleidelijk een soort algemene "godin" van de vruchtbaarheid. De oorsprong van An-laa is onbekend. Sommige suggereren een verwantschap met Al-lāt, de dochter van Allah / pre-Islamitische Arabische godin van vruchtbaarheid, maar die verwantschap wordt betwist. De meeste schrijnen (plaatsen voor offers en rituelen) in Kwang Yung zijn aan één van deze drie lhiang gewijd.

Daarnaast ontstond in deze periode een nieuwe sub-klasse van wung: khuáng 隍, beschermgoden van dorpen en steden. De belangrijkste is Yang-khuáng 湾隍, beschermgod van de hoofdstad, Khuáng Yǝ́ng Ʒǝ. (Maar merk op dat - zoals hierboven al aangegeven - de term "god" niet helemaal correct is.) Overigens was de scheiding tussen de drie soorten xen in deze periode niet erg scherp en werden khuáng soms ook geclassificeerd als ʒǝnof lhiang. (De definitieve classificatie is van later datum. Zie hieronder.)

nationalistische reconstructie: "Qán-dhaa"

In de 19e eeuw werden Christendom en Nagaskisme (opnieuw) geïmporteerd uit Schellingen, maar inmiddels had het Shenchaoisme een sterke eigen identiteit ontwikkeld. Christendom en Nagaskisme werden derhalve niet opgenomen in het Shenchaoisme en vormden evenmin belangrijke concurrenten. Beide religies hebben zich zelfstandig als minderheidsreligies ontwikkeld en komen nog steeds voor. Beide zijn populairder onder vrouwen dan onder mannen.

De belangrijkste 19e eeuwse ontwikkeling is de vaststelling van een officiële vorm van het Shenchaoisme onder de naam "Qán-dhaa" 蟬道, 'de weg van de Qán', door de Qán nationalisten die onder andere ook de Tjannese taal reconstrueerden. Zoals de taal gereconstrueerd werd naar Chinees model, moest ook het Shenchaoisme meer Chinees (en dus minder Afrikaans, etc.) worden. Gepoogd werd om Taoistische en Confucianistische elementen in de religie te verwerken, maar uiteindelijk zijn er slechts twee innovaties uit deze periode met een aanwijsbaar Confucianistische achtergrond.

Ten eerste werd de uit de piratentijd stammende en cultuur ingebedde ondergeschikte positie van vrouwen in overeenstemming gebracht met het Confucianistische model van rol/positie-gerelateerde (hiërarchische) rechten en plichten. Hiertoe werden An-laa 陰嫪 en andere vrouwelijke xen 神 geherdefinieerd als echtgenotes van mannelijke xen aan wie ze ondergeschikt zijn. An-laa is de echtgenote van Xé-maa 邪卯, bijvoorbeeld, evenals sommige andere vrouwelijke fǝng-lhiang 豐魎, maar Tsí-te 齊徳 en Lhí-shu 厘苴 kregen ook een aantal echtgenotes. (Merk op dat wung geslachtsloos zijn en dat Ustite/Tsí-te in het Shenchaoisme mannelijk is i.p.v. vrouwelijk.)

Ten tweede werd een categorie van Shong-xen 宗神, clan-goden, toegevoegd, losjes gebaseerd op Confucianistische voorouderverering. De oorspronkelijke Qán piraten, d.w.z. de voorouders van de 346 nog bestaande Qán Clans werden allemaal tot lhiang 魎 of ʒǝn 蜃 verheven. In tegenstelling tot normale geesten zijn ze dus niet opgenomen in ng 㵩, maar bestaan ze nog steeds al zelfstandige entiteit. Pas met het uitsterven van een clan wordt de beschermende geest van die clan opgenomen in ng.

Uit deze periode stamt ook de vaststelling van de officiële terminologie en de officiële classificatie van xen. Termen werden soms gekozen op basis van hun uitspraak (d.w.z. er werd een Chinees karakter passend bij die uitspraak gezocht) en soms op basis van betekenis en in dat laatste geval veranderde dus de uitspraak van betreffende term. Zoveel mogelijk werd een compromis tussen die twee methodes gezocht, maar dat was maar in een beperkt aantal gevallen mogelijk. Het karakter 㵩 voor ng is een voorbeeld van de eerste variant. Het is een obscuur Chinees karakter dat wordt uitgesproken als ng en dat geen andere functie had (en geen negatieve betekenis).

classificatie van xen
lhiang ʒǝn wung
(incl. khuáng 隍)
1e categorie Tsí-te 齊徳
Xé-maa 邪卯
An-laa 陰嫪
(geen) Yang-khuáng 湾隍
2e categorie 346 shong-xen 宗神 (geen)
3e categorie Lhí-shu 厘苴
6 fǝng-lhiang 豐魎
(geen) 17 dhǝ-wung 地氳
4e categorie overige

Shong-xen 宗神 zijn de clangoden/-voorouders; fǝng-lhiang 豐魎 zijn gewas-gerelateerde vruchtbaarheidsgoden; dhǝ-wung 地氳 zijn plaatselijke en regionale beschermingsgoden (inclusief een aantal khuáng). Er zijn meer fǝng-lhiang en dhǝ-wung dan de hier genoemde aantallen, maar die vallen onder "overige". Op de officiele lijst worden alle 6 fǝng-lhiang en alle 17 dhǝ-wung bij naam genoemd.

Deze classificatie is nog steeds van belang. Shenchaoisme is staatsgodsdienst en wordt deels gecontroleerd en gefinancierd door de overheid. Het Ministerie van Religieuze Zaken (Xen-yi-ʒeng 神儀省) financiert een netwerk van schrijnen voor xen van de 1e en 2e categorie. De districten mogen in aanvulling daarop schrijnen voor xen van de 1e en 3e categorie (mede) financieren. In de meeste gevallen zijn schrijnen echter ook afhankelijk van andere inkomsten.

Shenchaoisme in de 20e en 21e eeuw

In de 20 eeuw nam het religieus bewustzijn onder de Qán sterk af. Christendom en met name Nagaskisme verwierven meer aanhang onder vrouwen, maar zijn nog steeds heel kleine minderheidsreligies. Met de Chinese en ander immigraties werden ook de Chinese volksgodsdienst en de Islam geïmporteerd, maar beide hebben vrijwel uitsluitend aanhang onder recente (niet geassimileerde) immigranten. De meerderheid van de Qán beschouwt zichzelf als niet religieus, maar dat is enigszins misleidend aangezien ze dikwijls wel in xen geloven en/of aan Shenchaoistische rituelen deelnemen. Oorzaak van deze schijnbare tegenstelling is dat onder nationalistische invloed, Shenchaoisme niet als een "religie" beschouwd wordt; d.w.z. niet als een leer waarin men gelooft, maar als een verzameling rituelen en gewoontes met deels praktische en deels gemeenschapsbevorderende doeleindes.

Binnen het moderne Shenchaoisme kan een aantal varianten onderscheiden worden:

  • de staatsreligie, Qán-dhaa 蟬道: een verzameling rituelen uitgevoerd door ambtenaren-priesters en politici ter bescherming van de natie.
  • dorps-Shenchaoisme (ook wel schrijn-Shenchaoisme), georganiseerd rond plaatselijke schrijnen, met een soortgelijke functie als de staatsreligie, maar gericht op de lokale gemeenschap.
  • clan-Shenchaoisme: idem, maar gericht op de clan (en dus op verering van de shong-xen).

Deze drie vormen worden door de meeste Qán niet als religieus beschouwd. De geassocieerde rituelen zijn vooral jaarlijkse festivals georganiseerd door vrijwilligers (of de staat i.g.v. de staatsreligie). Deze drie overlappen, maar lang niet iedereen doet aan alle drie mee. Deelname aan de staatsreligie is vanzelfsprekend nogal beperkt, maar ook het aantal volgers op TV daalt al jaren. Clan-Shenchaoisme neemt ook af, al bestaan er grote verschillen tussen de clans. Dorps-Shenchaoisme is tamelijk sterk, maar dat heeft er veel mee te maken dat het jaarlijkse festival feitelijk ook het dorpsfeest is.

  • religieus Shenchaoisme: een meestal tamelijk mystieke vorm van de religie gericht op eenwording met ng in dit leven door middel van meditatie, rituelen en het volgen van bepaalde leefregels.

Deze laatste vorm overlapt met dorps-Shenchaoisme, maar de meeste religieuze Shenchaoisten wijzen de shong-xen (clangoden) af als een nergens op gebaseerde toevoeging. Ze staan doorgaans ook zeer afwijzen tegenover de naam Qán-dhaa 蟬道. De meeste verkiezen Xen-ngiu-jiao 神祐教 of Sa-xen-jiao 卅神教, maar Mǝ-ng-jiao 覓㵩教 ('zoek ng (God) leer') komt ook voor. De laatste term is min of meer standaard onder gelovigen die menen dat de verering van xen een te grote rol speelt in het Shenchaoisme. Religieus Shenchaoisme is geen homogeen geheel, maar een spectrum met aan het ene uiterste festival-vrijwilligers die geïnteresseerd raken in Shenchaoistische theologie, en aan het andere uiterste fanatici die een groot deel van hun tijd mediterend doorbrengen. Wellicht de beste wijze om de aanhang van religieus Shenchaoisme te meten is via enquêtevragen over specifieke geloofskwesties en het persoonlijk belang van Shenchaoisme. Op basis daarvan wordt de aanhang op ongeveer 38% geschat.

religieuze demografie

religie (zelf-identificatie) opmerkingen
Shenchaoisme 61% Ca. 38% religieus Shenchaoisme; ca. 23% dorps/clan-Shenchaoisme.
niet religieus 27% Ca. 11% de facto dorps/clan-Shenchaoisme (hetgeen dikwijls niet als religie geïdentificeerd wordt).
Nagaskisme 5% Van de aanhangers van het Nagaskisme in Kwang Yung is ongeveer driekwart vrouw.
Islam (incl. Soefisme) 3% Het merendeel hiervan hangt een vorm van door Shenchaoisme beïnvloed Soefisme aan. Daarnaast zijn er Sunna en Shia gemeenschappen die vrijwel uitsluitend uit recente immigranten bestaan. Moskeeën in Kwang Yung zijn niet sektarisch.
Christendom 2% Van de aanhangers van het Chistendom in Kwang Yung is ongeveer tweederde vrouw.
Chinese volksreligie 2% Vrijwel uitsluitend recente Chinese immigranten.

Als de 11% de facto dorps/clan-Shenchaoisme bij de zelf-identificerende Shenchaoisten wordt opgeteld, dan is het totale percentage Shenchaoisten 72%. Van de overige 16% "niet religieus" is het merendeel atheïst, maar het exacte percentage atheïsten in Kwang Yung is onbekend. (Overigens zijn er ook onder de dorps-Shenchaoisten wel atheïsten die zich slechts om sociale redenen met deze "religie" identificeren.)