Ngyue Ha Bhian Ngan Hyum: 7458.2

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
NgyueHaBhianNgan.png
nummer 14 — najaar 7458


Zuidelijke Ngandia overleden

(Ngan Hyu) — Dia Faagum , de 28e Zuidelijke Ngandia is op 74-jarige leeftijd overleden. Faagum was afkosmtig uit Skachora (Sdacudoi) en trad op jonge leeftijd toe in een klooster in West-Kuanga. Hij vervolgde zijn studie in Hirrië en het Voorland alwaar hij naam maakte met zijn uiterst zorgvuldig gechoreografeerde erediensten die tal van volgelingen sterkten in hun trouwbelofte aan Sziabhian. Faagnum was een behoudend en voorzichtig Ngandia, die controverse meed en weinig in het nieuws kwam, maar die op de achtergrond de Kpoho sekte vaardig geleid heeft. Vooraanstaande leden van de Jokpin sekte zijn echter minder te spreken over zijn leiderschap.

De procedure voor selectie en benoeming van een opvolger is begonnen. De verwachting is dat het enkele maanden zal duren voor de 29e Zuidelijke Ngandia gevonden is. Speculaties over uit welk land de opvolger zal komen zijn al begonnen. Hirrië is verreweg het grootste land qua aantal Kpoho volgelingen, maar de Hirrische kloosters lijken enigszins ingeslapen te zijn. De nummer twee, Morün-Oı̯omod, steunt dikwijls de Hirrische kandidatuur, maar de laatste jaren lijkt de relatie tussen Moruunse en Hirrische kloosters wat bekoeld te zijn. De nummer drie, het Verbonden Voorland is doorgaans tamelijk onvoorspelbaar en of oude allianties tussen andere grote Kpoho landen nog intact zijn is evenmin niet helemaal duidelijk.

Nieuwe Dhyɩr Lhaɂa gevonden

(Harbhɩr) — De 35e Dhao Lhaɂa heeft bekend gemaakt dat de 25e Dhyɩr Lhaɂa gevonden is in Carcuŋŭatu en op weg is naar Yoğor. Nadere details zijn nog niet bekend gemaakt.

Opschudding in conferentie over Isrhanisme en Fraternalisme

(Chrounïngë) — In een conferentie georganiseerd door de Universiteit van Chrounïngë over overeenkomsten en verschillen tussen Irshanisme en Thurilisch Fraternalisme heeft een spreker uit Sambekistan grote opschudding onder de Thurilische aanwezigen veroorzaakt door te beweren dat het Thurilisch Fraternalisme niets anders is dan een gecorrumpeerde versie van het Irshanisme. Het Irshanisme is door de Hsue in de 64e eeuw naar Thurilië gebracht. De voorouders van de huidige Thuriliërs leefden toen met name in de binnenlanden en waren ongeletterd en uiterst primitief. De Hsue immigranten brachten beschaving, schrift, en filosofie. De Thuriliërs namen veel daarvan over, maar gaven er hun eigen draai aan. Omdat het Thurilisch Fraternalisme weinig theoretisch georiënteerd is en nauwelijks een schrift-traditie kent, zijn de historische wortels van die levensbeschouwing geleidelijk uit het oog verloren. Desondanks zijn er nog steeds belangrijke overeenkomsten in zowel "filosofische" grondslagen (voorzover daarvan gesproken kan worden in geval van het Fraternalisme) en praktijk. De spreker beëindigde zijn betoog met de stelling dat het Thurilisch Fraternalisme als en stroming binnen het Irshanisme beschouwd moet worden.

Nadat de gemoederen weer bedaard waren vond een discussie plaats tussen de aanwezigen (die niet boos de zaal verlaten hadden). De consensus was min of meer dat er geen bewijs tegen of voor deze beschrijving van de geschiedenis van het Fraternalisme is en dat een en ander dus louter speculatie is. Desondanks vond een relatief groot aantal aanwezigen het verhaal "aannemelijk". Vrijwel iedereen was het er echter ook over eens dat dit een louter academische kwestie is en dat de toekomstige relatie tussen Irshanisme en Fraternalisme veel belangrijker is. Echter, één van de aanwezigen wees er op dat verleden en toekomst geen losstaande kwesties zijn. Als Fratenalisme als een vorm van Irshanisme beschouwd zou worden, dan behoort het wellicht tot de Irghum school en in dat geval zou de Noordelijke Ngandia ook het Fraternalisme moeten vertegenwoordigen.

Volgens een andere spreker, een volkenkundig onderzoeker die veldwerk heeft gedaan in het uiterste oosten van Thurilië, wordt in delen van die regio helemaal geen onderscheid gemaakt tussen Irshanisme en Fraternalisme. Aanvankelijk dacht hij dat dit vooral het geval was in gemeenschappen met een hoog percentage Hsue afstammelingen, maar uit nader onderzoek bleek dat dat niet het geval was. Hsue gemeenschappen met meer contact met andere Hsue landen (omdat ze op een belangrijke route tussen de zuidelijke en noordelijke kerngebieden van de Hsue liggen) maken wel een onderscheid en hangen meest vormen van Irghum aan. Andere gemeenschappen in de regio – en etnische achtergrond speelt daarin geen rol – hangen een syncretisch mengsel van Irshanisme en Fraternalisme aan, maar identificeren dat mengsel verschillend: sommigen noemen het "Irshanisme" en anderen noemen het "Fraternalisme". In het noordwesten van Thurilië is de situatie weer heel anders. Irshanisten in die regio behoren tot de Kpoho sekte en maken een duidelijk onderscheid tussen Irshanisme en Fraternalisme. De twee worden aldaar echter als complementair gezien en de meeste Irshanisten in west Thurilië zijn dus ook Fraternalisten.

Zirkoonse overstes bezorgd over onrust in noord-oost Amagome

(Ngan Hyu) — De Diamanten Meesters hebben een brief ontvangen van de overstes van de twee belangrijkste kloosters van Zirkonia op het eiland Tionghyuahyou  in de deelstaat Arin. Deze overstes maken zich grote zorgen over onrust in noord-oost Amagome. Oreva schijnt een oorlog voor te bereiden, in Misonia roept ene Lening op tot gewelddadige revolutie, en in Opper-Ulughe en Zirkonia zelf lijkt het ook te broeien. Het eiland waarop de kloosters staan ligt in het grootste meer van het land in een regio die historisch veel soldaten aan Misoonse legers leverde. Mede daardoor is de regio een smeltkroes van etniciteiten, varierend van Misoons en Zirkoons tot Moruuns, Opper-Ulughees en – naar verluidt – zelfs Udumaans. Gerucht gaat dat dit multi-etnisch "volk" zich in Zirkonia gediscrimineerd voelt en verzet tegen de centrale regering voorbereidt. De bezorgde kloosteroverstes vragen of de Diamanten Meesters een gezand kunnen sturen om tussen de verschillende partijen te bemiddelen en zo (burger-) oorlogen te voorkomen. Vanwege het overlijden van de 28e Zuidelijke Ngandia hebben de Ngandia's echter (nog) niet op de brief gereageerd.