Ndandai school

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
Deel van een serie over het Irshanisme.

De Ndandai school ( Ndan Dhae Kio, "Eeuwige Wet School") is een school/traditie binnen het Irshanisme, een religie en fillosofie in Taratai. Het Irshanisme splitste in twee scholen, Ndandai en de Irghum school in de 63e eeuw. In tegenstelling tot de Irghum school benadrukte de Ndandai school de continuiteit van Yrczuan's gedachtengoed met pre-Irshanistisch Hsue volksgeloof, in het bijzonder het geloof in een ziel/geest die onder voorwaarden in een bepaalde vorm voortleeft na de dood. Daarnaast verschilden de twee scholen van mening over een aantal meer filosofische kwesties met betrekking tot de aard van de werkelijkheid en van kennis.

De Ndandai school splitste vervolgens in de 67e en 68e eeuw in twee sektes, de Kpoho sekte en de Jokpin sekte. De eerste gelooft dat trouw beloven aan Sziabhian het eeuwige leven garandeert; de tweede concentreert zich op het tegengaan en onderdrukken van angst in al zijn vormen.



Ndan Dhae Kio
Ndandai School
religie/filosofie in Taratai
sektes: Kpoho, Jokpin

informeel leider: Zuidelijke Ngandia

vlag/symbool:
Ndandaeflag.png

belangrijkste leerstellingen

De Irghum/Ndandai splitsing kwam voort uit meningsverschillen over twee filosofische problemen: (1) de interpretatie van Szueng Tiongmuan's filosofie, en (2) de verklaring van schijnbare inconsistenties in Yrczuan's gedachtegoed.

continuiteit met pre-Irshanistisch volksgeloof

Vanaf de Vroege Scholastieke Periode (56e~61e eeuw) vond er een debat plaats in het Irshanisme over (schijnbare) inconsistenties in Yrczuan's gedachtegoed en de continuïteit of discontinuïteit met pre-Irshanistisch Hsue volksgeloof. Meest centrale kwestie in dit debat was het idee van een onsterfelijke ziel of geest, qao . In sommige teksten leek Yrczuan het bestaan van zo'n ziel/geest te ontkennen (en volgens de Irghum school is die ontkenning zelfs één van de meest fundamentele punten van Yrczuan's filosofie), maar er zijn ook teksten die juist het bestaan van een ziel/geest lijken te veronderstellen.

Volgens pre-Irshanistisch volksgeloof heeft iedereen een qao (ziel/geest). Na de dood lost een ziel uiteindelijk op in de "wereldziel" ( Haqao), een soort collectieve en alles penetrerende geest, maar door gedurende het leven wilskracht te ontwikkelen en andere relevante technieken te leren kan de qao tijdelijk een sanqao  worden. Een sanqao kan zich vrijelijk door de wereld bewegen en communiceren met andere sanqao (maar niet met mensen) en kan zichzelf voeden met de "wereldziel". Uiteindelijk lost ook een sanqao op in de wereldziel, tenzij hij/zij de vaardigheid heeft ontwikkeld (in training gedurende het leven) om een nieuw lichaam over te nemen, dat wil zeggen, te reïncarneren. De Ndandai school accepteerde al deze ideeën en stelde zich op het standpunt dat Yrczuan het bestaan van qao, hayao en sanqao nooit expliciet ontkende en dat schijnbare ontkenningen verkeerd begrepen worden.

de Ndandai interpretatie van Szueng Tiongmuan's leer van de leegte

Op basis van Yrczuan's leer dat er geen zelf-essenties bestaan en dat de schijnbare zelf alleen maar lijkt te bestaan maakte Szueng Tiongmuan een onderscheid tussen twee soorten werkelijkheid en twee soorten waarheid:

  • Ngyangbae Gbi , letterlijk de "diepste werkelijkheid", is de werkelijkheid zoals die echt is, onafhankelijk van waarneming en conceptualisatie; de externe of objectieve werkelijkheid. Ngyangbae Nmu  is objectieve of onafhankelijke waarheid.
  • Xuaszuur Gbi , letterlijk "slechts oppervlakkige werkelijkheid", is de werkelijkheid zoals wij (mensen) die waarnemen; de schijnbare werkelijkheid; geconceptualiseerde / geconstrueerde / conventionele werkelijkheid; fenomenale werkelijkheid. Xuaszuur Nmu  is conventionele, schijnbare, of fenomenale waarheid.

Volgens Tiongmuan betekende Yrczuan's leer dat alles zonder essentie is dat de diepste waarheid (Ngyangbae Nmu) is dat de diepste werkelijkheid (Ngyangbae Gbi) "leeg" (hueng ) is. Omdat de dingen zoals we die waarnemen slechts sociale, conceptuele constructies zijn, zijn ze impermanent en afhankelijk on het schijnbare ("slechts oppervlakkige") bestaan van andere dingen (inclusief mensen) die net zo schijnbaar en illusoir zijn. Daarom hebben de dingen geen essentie en zijn ze dus "leeg". "Leeg" in Tiongmuan's denk is een verkorting van "leeg aan essentie" ( kaegyua na hueng). En leegte is dus de werkelijke aard van de (diepste) werkelijkheid.

Tiongmuan's geschriften waren nogal cryptisch, hetgeen tot debat onder zijn volgelingen leidde. Brandpunt van dat debat waren de intepretatie van het begrip "leegte" (hueng ) en Tiongmuan's bewering dat:


Ngyangbae Gbi gba hueng kua, hueng gba Ngyangbae Gbi.
"De diepste werkelijkheid is leeg(te) en leegte is de diepste werkelijkheid."

Er ontwikkelden zich in eerste instantie twee interpretaties waaraan later een derde werd toegevoegd:

  1. Hueng (leegte) is niets, en uiteindelijk bestaat er dus niets (d.w.z. alles is illusie).
  2. Hueng (leegte) is iets, namelijk het diepste/ultieme substraat van de dingen zoals wij ze waarnemen. Hueng is een soort vormloze en karakterloze substantie en alles bestaat uiteindelijk uit hueng.
  3. Hueng is noch niets noch iets, maar is een begrip van een hogere orde dat het ontbreken van essentie uitdrukt.

De Irghum school opteerde aanvankelijk voor (1), maar uiteindelijk voor (3); de Ndandai school opteerde voor (2).

De Ndandai interpretatie werd vooral ontwikkeld door Hzae Umvua(en). Als leefte (hueng) niets is, zoals de Irghum school (aanvankelijk) beweerde dan is er dus geen diepste werkelijkheid, maar volgens Yrczuan is het begrijpen van de diepste waarheid (d.w.z. het overkomen van begoocheling / illusie en het realiseren van geen-begoocheling en geen-angst) één worden met de diepste werkelijkheid. Als er geen diepste werkelijkheid is dan is dat echter onmogelijk, en derhalve is - volgens Umvua - de interpretatie dat hueng niets is strijdig me Yrczuan's leer. Hueng moet dus iets zijn, maar dat werpt de vraag op wat voor iets hueng dan zou kunnen zijn. Umvua beantwoorde die vraag door hueng te identificeren met de "wereldziel" ( Haqao), de geest/ziel-substantie waar alle geesten/zielen deel van worden na de dood (behoudens uitzonderingen; zie boven). Die vormloze geest/ziel-susbtantie is dus het uiteindelijke, "diepste" substraat van/onder alle dingen. Uiteindelijk is alles geest/ziel-substantie.

Umvua's interpretatie was en is de dominante interpretatie van Tiongmuan in Ndandai. Na Umvua splitste Ndandai zich op in twee sektes, de Kpoho sekte en de Jokpin sekte, die verschillende aspecten benadrukten, maar geen fundamenteel nieuwe inzichten toevoegden.

geschiedenis en organizatie

De Ndandai school ontstond ten tijde van het "Grote Schisma" in de 63e eeuw en splitste vervolgens zelf op in twee sektes, de Kpoho sekte en de Jokpin sekte, in de 67e en 68e eeuw. Vanaf die laatste splitsing bestond er feitelijk geen overkoepelende Ndandai school meer. Tot op zekere hoogte veranderde dit in 7019 toen Jsabjăn Soo, de laatste Irshanistische koning van Sambekistan, het gefortificeerde eilandje Ngyue Ha Bhian Ngan Hyum Hyu  aan het Irshanisme doneerde onder de voorwaarde dat het een intersektarisch klooster zou worden. Ngyue Ha Bhian Ngan Hyum Hyu is in de praktijk een clusters van kloosters met twee oversten waarvan er één gekozen wordt (in een complex getrapt systeem) door de kloosteroversten van de Ndandai school, en de andere door de Irghum school. De eerste is de Diamanten Meester van het Zuiden (ook wel Zuidelijke Ngandia;  Ae Ngan Dia); de tweede is de Diamanten Meester van het Noorden (ook wel Noordelijke Ngandia;  Cia Ngan Dia). Het bestaan van een leidend figuur voor de Ndandai school heeft de twee sektes gedwongen meer samen te werken en die zijn daardoor weer wat naar elkaar toegegroeid. Er bestaat mede daardoor sinds een paar eeuwen ook een aantal kloosters die elementen van Kpoho en Jokpin combineren (meestal Kpoho erediensten met Jokpin trainingen). (Maar radicalen in beide sektes zien niks in die toenadering.)

Behoudens de verkiezing van de Zuidelijke Ngandia heeft de Ndandai school geen formele organisatie. Kloosters zijn grotendeels vrij (hetgeen ook het geval is in de Irghum school), maar moeten zich formeel affiliëren met de school als ze aan de verkiezing van de Zuidelijke Ngandia willen deelnemen. Desondanks bestaat er in de praktijk een rangorde van belangrijke/vooraanstaande kloosters en wordt de autoriteit in doctrinaire kwesties van de Zuidelijke Ngandia en die van oversten van kloosters hoger in die rangorde vrijwel overal in de school erkend.