Núnarpiaa

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search

Núnarpiaa - betekenis Ons land - is een federatief land op de 'Aard-achtige' wereld Kalton. Het land meet een oppervlakte van 22.914.200 km2 en is verdeeld in 14 deelstaten en 1 hoofdstedelijke gewest-staat. De geschiedenis van N. gaat ver terug doch is samen te vatten in een 2-tal samenvoegingen van staten. De noordelijke staten door samenwerking op gebied van delfstoffenwinning en economische ontwikkeling, enkele zuidelijke staten door afscheiding van vroegere oorlogsgebieden en volksmigratie. De staten kennen een grote mate van eigen wetgeving en bestuur en zijn daarnaast verder verdeeld in culturele regionale landen, met soms een eigen staatshoofd wat een stamhoofd kan zijn, een koning of een emir. In deze potpourie is de grondwet, de vlag, het volkslied, de federale president, de taal, de valuta-eenheid, het nationale leger en het economisch- en strategisch velvarendheidsplan een bindende factor naast de federale hoofdstad Mockmoon.

Núnarpiaa's ligging is aan de noordpool van Kalton en samen met een bergachtig landschap is het er daarom koud. IJs, sneeuw en hooggebergten domineren de noordelijke gebieden van N. De centrale gebieden zijn bebost en pas meer naar het zuiden vinden we gecultiveerde landschappen. In de meest zuidelijke staten is het dan weer warm en zijn er rotsachtige woestijnen.


Deelstaten van Núnarpiaa

Ófanlëitisland

(Betekenis Land dat voorspoed brengt.)

Wie Núnarpiaa per vliegtuig bezoekt zal doorgaans landen op de luchthaven van Parsa Dímona, Aldímona of Dímona Parhakkalla, het hoofdstedelijke gebied in het zuiden van Ófanlëitisland. Hier vanuit kan men verder reizen of de rijzig aanblikkende hoofdstad bezichtigen gelegen aan een lange baai en schiereiland. Ófanlëitisland is de meest bevolkte staat van N. met een inwoneraantal van 114 miljoen. Andere grote steden zijn Tomra Mikkalla, Stanstarra Rokka, Mockmoon. Ófanlëitisland is een glooiend land met een rotsachtige bodem in het noorden en vruchtbare zachtere gronden in het zuiden. De zuidelijke kust dan weer heeft rotsklippen afgewisseld met behaaglijke stranden. Het kan er in de zomer warm, soms subtroptisch warm worden. Landbouw gaat in het noorden over in bosbouw. In het noorden ligt ook de federale hoofdstad Mockmoon, daarover later.

Lëntomaan

(Betekenis Land van de rust.)

Lëntomaan grenst aan het oosten van Ófanlëitisland en ligt noordelijker. Er wonen 18 miljoen mensen. Het is een beboste staat met laaglanden in het zuiden. Er zijn talrijke meren en moerassen. Langs de zuidoostelijke kust komt een warme golfstroom met een koude golfstroom samen en is er veel mist. Hier ligt ook de grootste stad Vínejpúrii dat echter niet de hoofdstad is. De noordwestelijke gebieden van Lëntomaan (Melrakka Sletta) grenzen aan een subpolair gebied en kennen koude winderige toendra's met rotsige heuvels. De hoofdstad is Levanadina.

Kalattalëitisland

(Betekenis Land met de weg naar het ijs, Land van gletsjers.)

Kalattalëitisland is een deelstaat die grenst aan het noordoosten van Lëntomaan. Het is de meest oostelijke staat van Núnarpiaa, hoog in het noorden, dun bevolkt met slechts 2,5 miljoen inwoners waarvan een half miljoen in de hoofdstad Tarthuulii. De rest van de bevolking woont - op enkele duizenden inwoners na - in het gebied Kalomaan, ten zuiden van de hoofdstad, die wordt gezien als een toegangspoort naar de pool. Kalattalëitisland is langgerekt met hoge bergketens die in de richting van de pool steeds meer ijs voeren en uiteindelijk als 'nunatakker' (bergtoppen die nog net boven de ijsvelden uitsteken) eindigen wat prachtige ansichtkaarten oplevert. De staat is populair bij wintersporters en avonturiers.

Lagtiimaan

(Betekenis Land van het spiegelende meer.)

Lagtiimaan ligt in centraal Núnarpiaa. Het is een boerenstaat met afwisselende landschappen. Een soort 'hobbitland.' Rustieke dorpen, grazige landen, landbouwgronden, loof- en naaldwouden, heuvels en gebergten maar ook woeste vlaktes. En een prachtig merengebied. In het zuiden grenst de staat aan het Ṽadanalón, een binnenzee met minerale bronnen en zeer zout water. De hoofdstad is Ѻrfussa. Lagtiimaan is naast haar verscheidenheid in landschapsvormen erg geliefd vanwege haar klimaat. Die is met name in het zuidelijk deel zeer aangenaam warm zonder veel extremiteiten. Lagtiimaan heeft 20 miljoen inwoners.

Gólgótas Morgonđor

(Betekenis Rijk van de versteende wouden.)

Morgonđor is enige tijd terug door politieke- en militaire interventie van de federale overheid van Núnarpiaa in twee staten opgedeeld, waarvan Gólgóot Morgonđor de westelijke helft is. Het is een groot en roerig land dat niet bekend staat om een vriendelijke houding en tot heden slavernij en dwangarbeid bedreef met eigen burgers en reizigers. Voor het noordelijk deel van deze staat (Mórijaa, Morgor en Orgúr) geldt nog altijd een strak negatief reisadvies. In het zuidelijk deel (het 'paardenland' Rohanlëitisland) is de rust grotendeels terug. Morgonđor ligt ten noorden van Lagtiimaan en heeft aan de poolzijde diepe fjorden. Hoge bergruggen, koude rotswoestijnen en inderdaad (gedeeltelijk) versteende wouden kenmerken het landschap waar zich ook een reusachtige vulkanische caldeira bevindt, omzoomd door drie ringen bergketens. De nieuwe hoofdstad van Gólgóot Morgonđor is (voorlopig) Omeniista Nijartalpa. Deze industriestad aan de rivier de Niljaa wordt opnieuw opgebouwd met federale gelden en technieken. Gólgóot Morgonđor zelf, 11 miljoen inwoners tellend, is door eigen wanbeleid vrijwel failliet.

Valpúrgas Morgonđor

(Betekenis Rijk van de donkere wouden.)

Het oostelijk deel van Morgonđor is de deelstaat Valpúrgis Morgonđor, genaamd naar de oude hoofdstad van Morgonđor: Valpúrgis. De staat is meer veilig en toegankelijk dan het andere Morgonđor, al geldt dit niet voor de gesteldheid van het landschap. Dichte wouden in het gebied Taantumaan en bergketens domineren het land dat in het noorden de grootste fjorden van Kalton kent. 17 miljoen inwoners telt de staat die met name in de hoofdstad en in het gebied langs de Niljaa rivier wonen (Lagtalëitisland) die de oostelijke grens vormt met Ófanlëitisland. Valpúrgis Morgonđor kent zoals heel Morgonđor, een koud klimaat. De landspolitiek van Valpúrgis Morgonđor heeft een socialistisch-anarchistische inslag, meer dan in welke deelstaat van Núnarpiaa.

Gondṽanadin

(Betekenis De oorspronkelijke wereld.)

Gondṽanadin is de meest geїsoleerde deelstaat van Núnarpiaa. Het ligt ten westen van Morgonđor en is alleen per helicopter en via mountaintracks bereikbaar. Het grondgebied bestaat uit enorme bergketens bedekt met sneeuw en ijsvelden. Overal zijn bergen. Het noorden van de staat grenst aan - en wordt overdekt door - het pakijs van Kalton's noordpool. Daarom is niet overal duidelijk waar de kustlijn ligt en waar nog noordelijke eilanden liggen. De bergketens van Gondṽanadin kennen diepe dalen en kloven in de afgrond met soms bijna loodrechte hellingen. In de kloven en grotten onder het bergmassief zijn beschutte plekken waar zich woongemeenschappen bevinden van 'de ijsmens' die duidelijk kleiner en potiger is dan de relatief lange inwoner van Núnarpiaa. Op de berghellingen en op de ijsvlakten geselt een permanent vrieskoude wind een ieder die zich daar waagt. Door de uitgestrektheid, geїsoleerde staat en verborgen beschutte plekken is niet duidelijk hoeveel inwoners Gondṽanadin heeft. Geschat wordt ongeveer 1 miljoen. De hoofdstad Joóta, aan de voet van een reusachtige gletsjer, telt 150 000 inwoners. Ondanks de beroerde infrastructuur is Gondṽanadin een levensvatbare en zelfs rijke staat. Gondṽanadin heeft onuitputtelijke hoeveelheden delfstoffen waaronder zeldzame metalen die op de Aarde niet voorkomen. Mijnbouw is een belangrijke bron van bestaan. De 'ijsmens' is meer een 'grotmens' die werkt onder de grond.

Mitračhal Njártalpiaa

(Betekenis Groot land van vuur.)

De betekenis duidt op het actieve vulkanisme van Mitračhal Njártalpiaa. Een eveneens bergachtige en grootdeels met ijs bedekte staat ten westen van Gondṽanadin. De grootste vulkaan - Ẍalakratla - maakt deel uit van een uitgebreid netwerk van breuklijnen wat bijna de hele staat in geologisch opzicht zeer onrustig maakt door tektoniek en vulkanisme. De hoofdstad Rovoṽolta ligt wat dat betreft aan een relatief veilige baai maar is opmerkelijk genoeg gebouwd tegen hoge steile rotswanden. Voor de kust van Mitračhal Njártalpiaa liggen duizenden rotseilanden. Visserij is een belangrijke bron van bestaan. De staat kent ruim 4 miljoen inwoners.

Mitračhal Thüüle