Marianne van Kronenburg

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search

Marianne Isabella Louisa Carolina Wilhelmina (geboren op 15 juni 1860 in Kronenburg-Stad; gestorven op 17 januari 1953 in Alexanderstad) was van 1879 tot aan haar dood koningin van Kronenburg.

De troonopvolging

Het stond al vrij vroeg vast dat Marianne koningin van Kronenburg zou worden. In het jaar van haar geboorte sloot haar oom, prins Frederik, een morganatisch huwelijk, waarmee hijzelf en zijn nageslacht van troonopvolging uitgesloten werden. Daarnaast werd het al snel duidelijk dat Mariannes moeder vanwege complicaties bij de geboorte van Marianne, verder geen kinderen meer kon krijgen.

Nadat haar vader in 1879 afgezet werd wegens pro-Amerikaanse sympathieën (wat in die tijd beschouwd werd als landverraad), besteeg de 19-jarige Marianne de troon als koningin. Alhoewel ze een gedegen opvoeding had gekregen, kwam de plotselinge troonsbestijging als donderslag bij heldere hemel, en ze had enige moeite om zich aan te passen. De inperking van haar macht door de grondwet die enkele jaren later door het parlement werd aangenomen, deed ook haar relatie met de vertegenwoordigers van het volk bekoelen, en vanaf 1890 liet zij zich gedurende enkele jaren nauwelijks in het openbaar zien.

Huwelijk en gezin

In 1884 trouwde ze met Ernst van Habsburg-Lotharingen (1859 - 1929), die hiervoor protestant werd en zijn rechten op de Oostenrijkse troon verloor. Zij kregen drie kinderen:

  • kroonprins Alexander (1884 - 1943),
  • prinses Wilhelmina (1890 - 1961), en
  • prinses Astrid (1895 - 1971)

Daar zij haar oudste zoon overleefde, werd koningin Marianne na haar dood in 1953 opgevolgd door haar kleinzoon Willem V Hendrik.

Marianne als koningin

Gedurende haar 74-jarige bewind heeft koningin Marianne een grote stempel gedrukt op de Kronenburgse maatschappij. Als voorzitster van de regering bracht zij een rode lijn aan in de grillige Kronenburgse partijpolitiek van de eerste helft van de twintigste eeuw. Ze bezat - met name op latere leeftijd - goede luistervaardigheden en de kunst om iemand de andere kant van zijn verhaal te laten inzien. Door feministische bewegingen wordt zij geroemd voor haar bijdrage aan de invoering van het algemeen kiesrecht in 1910 voor mannen én vrouwen, en voor het feit dat ze - verhoudingsgewijs erg vroeg - al vrouwen tot minister benoemde, terwijl vrouwen pas in 1957 in de Noord- en Zuidkamer gekozen konden worden.

Tussen 1938 en 1947 namen de koningin en haar regering de wijk naar het buitenland, nadat de nationaal-socialisten een staatsgreep hadden gepleegd en het land in 1941 werd bezet door de Verenigde Staten. In 1947 heeft de hoogbejaarde koningin - met succes - hemel en aarde bewogen om de Kronenburgse onafhankelijkheid te herstellen. Ze overleed in 1953 op 92-jarige leeftijd en is daarmee de oudste monarch in de Kronenburgse geschiedenis.