Misoons-Sdacudoiaanse Oorlog

Geopoeia
(Redirected from Grote Invasie)
Jump to navigation Jump to search
Misoons-Sdacudoiaanse Oorlog
Onderdeel van Grote Oorlogen
Datum 7425-7429
Locatie Amagome en Utai
Oorzaak Aggressieve Expansie Misoonse Rijk
Resultaat Overwinning van Westelijke Alliantie
Verdrag Wapenstilstand van Valudis tot 7429-7435, daarna Congres van Mistel
Territoriale veranderingen zie Congres van Mistel
Strijdende partijen
Misoonse Factie
  • Misoonse Rijk
  • Dogau
  • Drie Koninkrijken
  • Udumaanse Stammen
  • Tromanen
  • Hsue
Westelijke Alliantie
  • Dasarb
  • Sdacudoi
  • Karandis
Leiders
Neppollonak
  • Stadhouder Aolith
  • Guruv Çuçorkesko
Guaxiro gi Thasrei Gistalo



De Misoons-Sdacudoiaanse Oorlog was een militair conflict tussen enerzijds de Westelijke Alliantie en anderzijds de Misoonse Factie en werd uitgevochten tussen 7425 en 7429. Het zwaartepunt van deze oorlog lag in de Grote Invasie van Hiduë en Sdacudoi onder persoonlijke leiding van Neppollonak. De strijd leidde tot het ineenstorten van het Rijk van Dasarb en grootschalige verwoestingen langs de hele kust van de Golf van Hiduë, tot in Taratur en Noord-Sdacudoi. Als onderdeel van deze oorlog was er ook een zuidelijk front waar strijdkrachten van de Drie Koninkrijken en Dogau het opnamen tegen Sdacudoianen en troepen uit de toenmalige Sdacudoiaanse vazalstaat Karandis. In het verre zuiden werd er ook gevochten aan de Sdacudo-Dogause grens in de regio's Riritai en Riridoi, dit zou echter beperkt blijven tot schermutselingen.

Prelude

De Grote Invasie

De Grote Invasie van Hiduë en Sdacudoi was een militaire campagne van de het Misoonse Rijk onder leiding van Generaal Neppollonak. De strijd leidde tot het ineenstorten van het Rijk van Dasarb en grootschalige verwoestingen langs de hele kust van de Golf van Hiduë, tot in Taratur en Noord-Sdacudoi. De strijd duurde van 7425 tot 7429, en eindigde kort na de beslissende Slag bij Sfixirẽ waarbij Neppollonak stierf. De dood van de overheer zorgde ervoor dat de Misoonse Factie desintegreerde. De Drie Koninkrijken en Dogau ontworstelden zich na het sterven van Neppollonak aan hun status als vazallen van het Misoonse Rijk en sloten een staakt het vuren met de Sdacudoianen en Karandezen (Wapenstilstand van Valudis). Dit staakt het vuren zou zes jaar lang aangehouden worden tot er een formele vrede werd gesloten tijdens het Congres van Mistel.

Oorlog met het Rijk van Dasarb

Strijd om Rúlb

De eerste fase van het conflict begon met de strijd om de stad Rúlb. Rúlb was toen een belangijke ankerplaats van de Dasarbijnse Vloot, en een cruciaal bevoorradingspunt. De stad ligt heel strategisch op een schiereiland in de Tarataizee. De Misonen wilden deze stad als eerste innemen om de bevoorradingsroutes naar de Golf van Hiduë in handen te krijgen, de Oostelijke Vloot van Dasarb uit te schakelen en oostkust van de Golf te kunnen beheersen. De strijd om Rúlb begon in het voorjaar van 7425 en was een casus belli voor Dasarb, dat meteen een tegenoffensief in de Vallei van de Zún voorbereide en delen van haar Centrale en Westelijke Vloot naar Rúlb stuurde om de stad te helpen ontzetten. De Zeeslag bij Kaap Rúlb eindigde echter catastrofaal voor Dasarb, een groot deel van haar vloot was compleet verwoest, de kust lag onbeschermd voor de Misoonse vloot en het strategische punt werd omsingeld. De Val van Rúlb was een eerste schok voor Dasarb, het verlies van de stad was een zware nederlaag.

Verovering van Sojent en Raok

Na de inname van Rúlb trok het Misoonse leger met behulp van de vloot verder noordwaarts, naar de stad Sojent, die het zonder veel slag of stoot kon innemen door het wisselen van kamp van de heerser van de stad, en verder naar het land Raok. Raok was strategisch belangrijk door de stad Nalb, gelegen aan de Kaap. Ook deze vazalstaat bood weinig weerstand, men hoopte op een goede behandeling door de nieuwe Misoonse heersers. Dit leidde tot wanhoop bij de Dasarbijnse heersers, die het verraad van de vazallen met lede ogen moesten aanzien. De Hoogste Ambtenaar kondigde nog een verlaging van de bijdragen voor Dasarb aan bedoeld voor de overige vazalstaten op voorwaarde dat zij de geëiste troepen leverden aan het Rijk. In Raok poogde men nog de bevoorrading vanuit het zuiden door te snijden via een omtrekkende beweging door de uitlopers van het Witaldgebergte heen, maar deze pogingen mislukten, onder andere door snellere acties van Raokse voetsoldaten die zich bij de Misonen hadden aangesloten en die het lokale terrein veel beter kenden.

Inname van Nõrwin

De stad Nõrwin was een belangrijke handelsplaats en een bastion van het Dasarbijnse leger. Dat had zich na de smadelijke aftocht in Raok teruggetrokken in deze vesting om te wachten op versterkingen. Dasarb had echter moeite met de nodige schepen te verzamelen voor zo'n actie en stuurde het bevel dat de troepen zo lang mogelijk moesten standhouden in de belegerde stad. Een eerste aanval van het Misoonse leger kunnen de Dasarbijnen nog afslaan, maar hun verliezen waren groot. Het Rijk wist ondertussen een versterkingsvloot uit te sturen richting Nõrwin, voornamelijk aangevuld met troepen uit de westelijke landschappen. Deze vloot werd echter onderschept door de Misoonse vloot bij Riãnd, waarop de Dasarbijnse schepen uitweken naar het eiland Gahand. Voor Gahand werden ze opgewacht door een ander deel van de Misoonse vloot, die de Dasarbijnen verpletterend kon verslaan in de Zeeslag bij Gahand. Wanneer het nieuws dat de nieuwe vloot met bevoorrading en versterkingen is vernietigd Nõrwin bereikte bereidde de Aanvoerder onderhandelingen over de aftocht voor. De poorten van de stad werden opengezet voor de Misonen en deze viel. Met de val van Nõrwin was in feite de hele zuidoostelijke kust van de Golf van Hiduë verloren voor Dasarb.

Verraad van de Boven-Zún

Als reactie op de Val van Rúlb bereidde Dasarb een tegenoffensief in de Vallei van de Zún voor om de Misoonse strijdkrachten te verdelen. Om de Vallei het eenvoudigst te bereiken moeten troepen echter door het Vorstendom van de Boven-Zún, een bufferstaat tussen het Misoonse Rijk en het Rijk van Dasarb ontstaan in 7280. Dit Koninkrijk had echter een geheim akkoord gesloten met Neppollonak, dat hem vrije doorgang garandeerde in het geval van een aanval op Dasarb. In ruil zou het koninkrijk zijn zelfstandigheid onder Misoonse dominantie blijven behouden en werd er zelfs gebiedsuitbreiding in het vooruitzicht gesteld. Toen de Dasarbijnen dit te weten kwamen waren ze razend, schortten ze de onderhandelingen met de Boven-Zún over een eventuele vrij doorgang van het Dasarbijnse leger en moesten ze zich haasten om de nakende aanval via het gebied te stoppen. Neppollonak legde echter niet al zijn eieren in dezelfde mand, een kleine expeditiemacht maakte namelijk een rondtrekkende beweging om het gebied heen door de steppeheuvels van de Logzãn richting Dasarb, om zo de Dasarbijnse troepenmacht op weg naar de Zúnvallei in de rug te kunnen aanvallen.

Slag bij het Gilzandmeer

Bij het Gilzandmeer, niet ver van Zúndled, de hoofdstad van het Vorstendom van de Boven-Zún, kwam het tot een confrontatie tussen de hoofdtroepenmacht van Neppollonak in het noorden, en het leger van Dasarb. De veldslag verliep minder rampzalig voor de Dasarbijnen dan Neppollonak had gehoopt. Hoewel het grootste deel van de Dasarbijnse troepen uiteindelijk gevangen werden genomen of gevlucht waren, hadden de Misonen toch een aanzienlijk deel van hun manschappen verloren. Dit verhoogde het moreel van Dasarb, het hoopte met een grote troepenmacht van reservisten uit het westen het tij te keren.

Mars naar Dasarb

Slag bij de Gele Rots

Plundering van Uan

Offensief van de Vlakke Kust

Tocht door Vanzad en Pirt

Strijd in Sdacudoi

Zuidelijk Front

Strijd in Karandis

Zuid Sdacudoiaans-Dogause Grens

Als onderdeel van de grote invasie viel in 7426 een Dogausch leger de Sdacudoiaanse landstreek Riritai binnen. Deze strijdkracht wist na een kort beleg de stad Durir in te nemen en later ook Polun. Sdacudoiaanse troepen trokken zich terug in de versterkte stad Rui Icalo. In de buurt van Rui Icalo kwam het tot enige schermutselingen en Dogausche troepen poogden in 7427 ook de stad te belegeren. Men zag echter dat dit zinloos was vanwege de mogelijkheden om de stad via zee te bevoorraden. Een tweede belegeringspoging met vlootondersteuning volgde in 7429, men wist de stad echter niet in te nemen voor de Wapenstilstand van Valudis.

Nasleep