Geografie van Durdaste

Geopoeia
Jump to navigation Jump to search
Link naar de voordeur van Taratai

Deze pagina bevat korte geografische beschrijvingen van alle regio's van Durdaste. Durdaste heeft drie continenten, waarvan er twee, het naamloze "grote continent" en sifandir via een landbrug met elkaar verbonden zijn. Deze twee continenten en een paar eilanden dichtbij zijn de enige gebieden die bewoond zijn. Het derde continent, Zemezala, en meer geïsoleerde eilanden hebben geen menselijke bewoners. De meest geavanceerde beschavingen op Durdaste hebben zich ontwikkeld in de meer gematigde gebieden van Taratai rondom de Tarataizee in het zuidwesten van het "grote continent" en in Gorogir in het oosten. Er is vrijwel geen contact tussen die gebieden, deels vanwege natuurlijke omstandigheden en deels omdat de tussenliggende steppegebieden bewoond worden door een nogal vijandig volk, de Udumanen.


Durdaste.png

het grote continent

Het naamloze "grote continent" omvat ongeveer de helft van alle land op Durdaste. Het gebied bestaat uit vijf grote en een aantal kleinere regio's. De vijf grote regio's zijn:

  • Taratai - het gebied rondom de Tarataizee in het zuidwesten;
  • Garamdes - savannes en tropisch regenwoud in het noorden;
  • Uduma - de uitgestrekte steppes in het centrum;
  • Misitu - wouden en koele steppegebieden (en een beetje toendra) in het zuiden; en
  • Gorogir - het vruchtbare en dichtbevolkte oosten.

De zuipool (Shatalbard en/of Thuyet) maakt ook deel uit van het continent, en daarnaast is er een aantal aangrenzende gebieden die in geografische zin wellicht het beste als deel van het grote continent beschouwd kunnen worden. Dit betreft de zee en eilanden ten noorden van Garamdes, Bakunawa, en het grote eiland ten zuidoosten van Gorogir, Ufalme, dat hieronder als deel van Gorogir beschouwd wordt.

Taratai

Referencearrow.png Hoofdartikel: Taratai
float

Taratai is het gebied rondom de Tarataizee. Het wordt begrensd door het Duvari Gebergte in het noorden en het Thechung Gebergte in het oosten. De zuidgrens is minder duidelijk. De ijskap van de zuidpool is een voor de hand liggende grens, ware het niet dat de volkeren van de meest zuidelijke regio's, Amayilcer en Thandirat, cultureel niet verwant aan de volkeren van Taratai maar aan die van Misitu zijn en hun leefgebied daarom doorgaans niet als deel van Tarati beschouwd wordt.

Taratai bestaat uit vier deelgebieden:

  • Utai - het grote noordwestelijke schiereiland;
  • Amagome - het noordoosten (de grens tussen Utai en Amagome is de heuvelrug in ruw-weg noord-zuid richting op ongeveer 5 graden westerlengte);
  • Tai - het grote zuidwestelijke schiereiland;
  • Demani - het zuidoosten (de grens tussen Demani en Tai is de lijn van 57ZB/10OL tot 62ZB/3OL; de grens tussen Demani en Amagome is het Ukuta Gebergte).

Utai

Referencearrow.png Hoofdartikel: Utai

Utai wordt verdeeld in een oostelijke en een westelijke helft door een lange berg- en heuvelrug. Het zuidwesten is nat, stormachtig en (relatief) koud. Het noordwesten is eveneens stormachtig en wordt periodiek geteisterd door orkanen en tropische stormen, maar wordt ook gekenmerkt door periodes van extreme droogte. Misoogsten (soms door droogte, soms door storm en regenschade) komen veel voor.

Het zuidoosten is aanmerkelijk minder nat en stormachtig dan het zuidwesten dankzij voornoemde berg- en heuvelrug, en heeft een zacht klimaat met het hele jaar door voldoende neerslag voor landbouw. Alleen in het uiterste zuiden (tegenover Tai) zijn de winters streng. Het noordoosten is droog en bestaat grotendeels uit steppe (BS) en semi-steppe (Cw*). Akkerbouw is in die gebieden niet mogelijk, maar veeteelt wel.

Amagome

Referencearrow.png Hoofdartikel: Amagome

Vrijwel geheel Amagome wordt gekenmerkt door kurkdroge winters met een vrijwel constante noordoostelijke wind, maar er zijn wat uitzonderingen.

Het westen van Amagome bestaat (evenals het uiterste noordoosten van Utai) grotendeels uit steppe (BS) en semi-steppe (Cw*). Extensieve (nomadische veeteelt is vaak de belangrijkste bestaanswijze in de steppegebieden, meer intensieve (en sedentaire) veeteelt in de gebieden met wat meer neerslag (i.e. Cw*). Langs de rivieren afkomstig uit het Duvari Gebergte is irrigatielandbouw mogelijk, maar de hoeveelheid water in die rivieren is beperkt en verschilt per seizoen. De kuststrook van West-Amagome wordt gekenmerkt door zomers met variabel weer. Droge noordwestelijke wind wordt afgewisseld met vochtige zuidoostelijke wind. Zuidoostelijke wind brengt neerslag, maar die neerslag komt zelden ver het binnenland in.

Het Oosten van Amagome heeft wat nattere zomers dan het westen en daarnaast een betrouwbaardere aanvoer van rivierwater uit het Thechung Gebergte, het hoogste gebergte van Durdaste (m.n. gletsjers dragen bij aan de betrouwbaarheid van die wateraanvoer). Het is daardoor de graanschuur van Taratai. In het noordoosten van Amagome ligt een binnenzee (of zoutmeer) dat betrekkelijk recent in de geologische geschiedenis is ontstaan (het had tot enkele 10.000en jaren geleden een uitgang in het zuiden) en dat daardoor een zoutgehalte heeft dat vergelijkbaar is met de oceaan.

De noordkust van het Ukuta Gebergte in het uiterste zuiden van de regio is het enige gebied in de regio met het hele jaar neerslag. Dat gebied is echter te bergachtig voor intensieve landbouw. In het uiterste zuidoosten van Amagome is het Thechung Gebergte wat lager dan elders. Via bergpassen in dat gebied zijn nomaden uit Uduma een aantal malen Amagome binnengevallen.

Het Thechung Gebergte is geologisch actief en er komen aardbevingen voor.

Tai

Referencearrow.png Hoofdartikel: Tai (Taratai)

Tai wordt verdeeld in een noordelijke en een zuidelijke helft door een lange bergrug. Het zuiden is stormachtig en koud. Het gebied heeft lange, strenge winters, en de zomers zijn te kort en te koel (deels vanwege vrijwel permanente bewolking) voor grootschalige landbouw. Het noorden van Tai heeft een veel zachter klimaat. Heel Tai heeft het hele jaar door neerslag.

Demani

Referencearrow.png Hoofdartikel: Demani

Demani heeft droge winters en (relatief) natte zomers, maar minder neerslag dan Amagome of Tai. Het noorden van Demani is het natste deel en behoort tot de belangrijkste agrarische gebieden van Taratai. Het zuiden heeft lange strenge winters en met name in het uiterste zuiden is landbouw vrijwel onmogelijk.

Zowel het Thechung Gebergte in het oosten als de bergrug in het zuiden van Demani zijn geologisch actief. Met name in zuidoost Demani zijn er regelmatig aardbevingen.

de zuidpool (Shatalbard/Tuyet)

float

De zuidpool wordt vrijwel geheel bedekt met een ijskap. Er is een groot schiereiland met een aantal kleinere eilanden op 140graden Westerbreedte. Dat gebied bestaat deels uit toendra en gebergte, maar heeft grotendeels een veel zachter klimaat. Het is zeer geïsoleerd en heeft een kleine bevolking die afstamt van kolonisten uit Ufalme. Vanwege de permanente westenwind is contact met Ufalme echter vrijwel uitgesloten en om dezelfde reden is het gebied ook vanuit Taratai nauwelijks te bereiken.

Tussen de ijskap van de zuidpool en Taratai liggen bossen en toendra's die in geografisch opzicht als deel van Taratai beschouwd zouden kunnen worden, maar niet in cultureel opzicht.

Amayilcer en Thandirat

Amayilcer en Thandirat zijn de bos- en toendragebieden ten zuiden van, respectievelijk, west- en oost-Demani. Deze gebieden worden bewoond door volkeren die afhankelijk zijn van jacht, extensieve veeteelt, en visserij (aangevuld met de inkomsten uit de handel in bont met Taratai). Cultureel (en talig) zijn deze volkeren verwant aan die van Misitu en niet die van Taratai, maar er heeft enige vermenging plaatsgevonden. (Zij het hoofdzakelijk in noordelijke richting. Dat wil zeggen, er zijn afstammelingen van deze volkeren in de bevolking van zuidelijk Taratai, maar vrijwel niet andersom.)

Garamdes

Garamdes is het uitgestrekte tropische regenwoud en savanne-gebied ten zuiden van Bakunawa. In het noordwesten en -oosten van Taratai wonen volkeren die ooit uit Garamdes geïmmigreerd zijn.

Kiangazi

Tussen Garamdes en Taratai ligt een woestijngebied dat wordt gescheiden in een noordelijk en een zuidelijk deel door een begrug. Kiangazi is het zuidelijk deel van die woestijn. In het zuidoosten grenst Kiangazi aan een binnenzee en vormt visserij een belangrijke bron van voedsel. Handel met de inwoners van noordoost Amagome is een aanvullende bron van inkomsten.

Bakunawa

"Bakunawa" is de naam voor zowel een enorme binnenzee ten noorden van Garamdes, als voor de duizenden grotere en kleiner eilanden in die binnenzee. De Bakunawazee is extreem rijk aan vis, maar ook aan roofdieren die van die vis leven waaronder een aantal "zeemonsters".

(Link naar pagina over "zeemonsters" toe te voegen.)

Uduma

De binnenlanden van het grote continent bestaan vrijwel geheel uit steppes. Deze steppes worden bewoond door de Udumanen, een nogal strijdlustig nomadisch herdersvolk. Langs de rivieren en meren is landbouw mogelijk. Sedentaire Udumanen ruilen een deel van hun oogst met nomadische Udumanen. In zekere zijn zou er van twee verschillende culturen gesproken kunnen worden, maar de sedentaire Udumanen kunnen zich onmogelijk verdedigen tegen de nomadische Udumanen en de twee groepen (die bijna als twee kastes fungeren) zijn sterk van elkaar afhankelijk.

Uduma kan verdeeld worden in een westelijk en een oostelijk deel: Samak en Majani. Beide delen hebben een groot meer als centrum (van voedselvoorziening en van politieke macht). De twee gebieden zijn dikwijls met elkaar in oorlog. Samak is kleiner en droger dan Majani, maar gemakkelijk te verdedigen. Majani is groter en volkrijker, maar heeft geen natuurlijke verdediging. Historisch vorm(d)en de Udumanen een bedreiging voor andere gebieden als de West- en Oost-Udumanen verenigd waren/zijn onder één centraal gezag. Als de Oost-Udumanen (uit Majani) de West-Udumanen (uit Samak) onderwierpen lag het zwaartepunt in het oosten, en werd Gorogir vervolgens doelwit van oorlog en plunderingen. Als de West-Udumanen de opperhand hadden - zoals in de laatste halve eeuw het geval is geweest - lag het zwaartepunt in het westen, en werd Taratai aangevallen.

Misitu

Ten zuiden van Uduma ligt een gebied dat grotendeels uit bos bestaat, afgewisseld met steppes en bergruggen, en in het uiterste zuiden wat toendra. Grote delen van Misitu liggen in de Udumaanse invloedssfeer. De bewoners van het gebied leven vooral van extensieve veeteelt en jacht (aangevuld met visserij langs rivieren en de kust). Beren vormen echter een continue bedreiging en gebieden met grote beren-populaties (zoals Tangbangtroi) hebben daardoor nauwelijks menselijke bewoners.

Gorogir

In het oosten van het grote continent ligt een groot gebied met een klimaat dat geschikt is voor landbouw. Het is wellicht het volkrijkste deel van Durdaste.

Ufalme

Ufalme is een groot eiland ten zuidoosten van Gorogir. In culturele zin behoort het tot Gorogir.

overige continenten

Sifandir

Sifandir is verbonden met het grote continent via een landbrug ten oosten van Bakunawa. Het bestaat grotendeels uit steppes, maar met name het noorden heeft een brede kuststrook met een aangenamer klimaat.

Zemezala

Zemezala bestaat grotendeels uit woestijn en steppe en heeft geen menselijke bewoners.

Eilanden

De tropische eilandketen tussen Gorogir en Zemezala wordt bewoond tot ongeveer 150 graden oosterbreedte.

In de Tekaranische Oceaan ligt een groot aantal koraalriffen en kleine eilandjes ten westen van Taratai, maar deze worden niet bewoond.