Defensie van Vremburg
Defensieve activiteiten zijn per gewest ontplooid. Troepen worden gezamenlijk opgeleid en onderhouden, dezelfde kleren, wapens en protocollen wordt door het gehele leger gebruikt. Elk gewest kan zijn toegewezen middelen echter op eigen wijze toepassen. Voor rampen en nationale kwesties worden de defensieve middelen echter nationaal aangestuurd. Er is een minimale inzet vereist van elk gewest waarvoor geen toestemming hoeft worden gevraagd door de koning. In de geschiedenis is het zelden voor gekomen dat gewesten de inzet beperkten tot het wettelijke minimum.
Vestingen
Vrijwel elk gewest heeft vestingen in de grotere nederzettingen. Deze zijn daar oorspronkelijk gebouwd ter bescherming van de bevolking tegen rooftochten, oorlogen, rampen etc. Op de Värnu zijn de vestingen geregeld nog uitvalspunten van vergeldingsacties en beschermde locaties tegen rooftochten. De grotere steden in
Stationering
Wegens de moeizame relatie met Ghal zijn in Kandeläre permanente troepen gestationeerd bij strategische forten en verdedigingswerken op Äreland, Aerud en Grafnar en Harnus. Ook in Esbjergen, Esöstad en Stanberg en Rieberg zijn permanente werken aanwezig. In Norlande zijn speciale boten op Kernburg en Olberg uitgerust voor defensieve activiteiten.
De Donnersbaai is tegen vijandelijke invallen en rooftochten beschermd door een reeks wachtposten langs de kust tussen Kaep Heck en Bjerg. In Esbjör, Därberg en Arnlande zijn nog diverse wachtposten te vinden, sommigen hiervan zijn nog in gebruik.
Militaire macht
Beroepsmilitairen en reserves
Het percentage beroepsmilitairen per gewest bedraagt minstens 1% van de bevolking. Omdat je pas vanaf je 20e mag aanmelden voor beroepsmilitair valt dit percentage per gewest anders uit. Men kan zich aanmelden voor beroepsmilitair vanaf 20 jaar oud. Reserves worden opgeroepen vanaf 16 jaar, indien nodig. Personen jonger dan 20 worden in eerste instantie niet voor gevechtstaken ingezet.
50% van de Vremense bevolking is 20 jaar en ouder. Van dit deel kan ten minste 25% worden opgeroepen voor de militaire reserves. Dit zijn voornamelijk personen tussen de 20 en 45 jaar oud. Er wordt bij de Vremense defensie geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen in de voornaamste militaire activiteiten. Van de bevolking van een gewest is 0,5*0,25=0,125e deel reserve voor de defensie.
De beroepsmilitairen in Vremburg zijn personen die op regelmatige basis trainingen en exercities volgen. Alleen in Gouwland (500) en Esbjör (300) zijn er daadwerkelijke beroepsmilitairen aanwezig die 100% van de tijd militaire taken uitvoeren.
Gewest | Militairen | Reserves | Vestingen | Bevolking | Bevolkingsdichtheid [p/km2] |
Vremolen | 360 | 4.100 | 8 | 35.500 | 72,82 |
Oldfel | 480 | 6.000 | 11 | 48.200 | 60,63 |
Iërke | 30 | 400 | 2 | 3.100 | 123,51 |
Norlande | 180 | 2.200 | 6 | 17.100 | 80,06 |
Kornlande | 350 | 4.400 | 12 | 34.700 | 75,78 |
Kandeläre | 570 | 7.100 | 24 | 56.600 | 61,68 |
Börham | 250 | 3.200 | 7 | 25.750 | 112,64 |
Därberg | 90 | 1.150 | 4 | 9.000 | 70,87 |
Arnlande | 240 | 3.000 | 8 | 23.850 | 90,17 |
Esbjör | 800 | 10.000 | 32 | 78.700 | 26,09 |
Schöndale | 550 | 6.800 | 17 | 54.200 | 24,70 |
Gouwland | 1.300 | 16.000 | 45 | 127.000 | 51,15 |
Militaire middelen
De militaire macht van Vremburg bestaat uit drie delen; beroepsmilitairen, marine en milities. Beroepsmilitairen worden geleidt door de ridderlijke macht en op militaire academies opgeleide officieren. De marine bestaat deels uit de beroepsmarine en burgermarine. De milities worden aangevoerd en opgeleid door rondreizende ridders en het graafschap (gewest).
Typische eenheden in het leger zijn voetsoldaten, boogschutters, piekeniers, ridders en de bereden garde. Het leger heeft de beschikking over karren en koetsen, ballista's, slingerblijdes en katapulten. De ballista's worden van alle mechanische legereenheden het meest gebruikt omdat zij het meest mobiel is. Zij wordt voornamelijk gebruikt voor het wegschieten van brandbare materialen (zogenaamde pofpotten).