De Spiegel van Karandis 4
◀ nummer 4 — najaar 7453 ▶
Regering besluit tot bouw van nieuwe oorlogsschepen
De Karandese regering heeft onlangs het besluit genomen om tien nieuwe oorlogsschepen te laten bouwen en heeft daarvoor in de begroting voor 7454 een bedrag van bijna vijfduizend kims uitgetrokken. Hoewel het voorstel nog door de Kermis goedgekeurd moet worden, wordt aangenomen dat er binnenkort op de scheepswerven van zowel Lindis als Kalodis toch al met de bouw begonnen kan worden, aangezien er onder de leden van het parlement een ruime meerderheid lijkt te zijn voor deze, volgens velen hoogst noodzakelijke investering in ´s lands defensie. Volgens de regering van Karandis is de huidige vloot van het land thans te klein om met name de oostelijke kustwateren rond de eilanden van het landschap Vildice te kunnen verdedigen en hoewel er op dit moment niet gevreesd wordt voor een aanval ter zee van vreemde mogenheden, wil men niettemin iedere verrassing op dit gebied voorkomen. In de jaren na de onafhankelijkheid heeft Karandis een groot bedrag in de opbouw van een staand leger gestoken en heeft men zelfs de dienstplicht ingevoerd voor alle mannelijke inwoners tussen de 16 en 30 jaar. Dit leidde met name op het platteland tot veel protesten (maar helaas, de overgrote meerderheid der plattelandsbewoners heeft geen stemrecht) en veel dienstplichtigen verschuilen zich in het onbewoonde binnenland in de hoop zich aan de gehate dienstplicht te kunnen onttrekken. Maar de vloot bestond tot nu toe uit niet meer dan enkele omgebouwde koopvaardijschepen die met kanonnen uitgerust waren en daar wil men nu verandering in aanbrengen.
Rechter verbiedt lokaal blad van Hsue na kritisch artikel
Het stadsbestuur van de stad Pardis is er onlangs in geslaagd het blad Paardi Hyaa (, "Pardis Nieuws") door middel van een rechtsproces te laten verbieden, nadat in een volgens het stadsbestuur wel zeer kwalijk artikel in dit blad weergave gedaan werd van de uitspraken van de thans hevig bekritiseerde bovenmeester van het Diamanten Bloem College van de universiteit van Chrounïngë (welke meende een onjuist verband te leggen met de verdrijving en moord op 80.000 Hsue enkele decennia geleden en de vermindering van de Karandese bijdrage aan een ander college van diezelfde universiteit). Dit was volgens zowel het stadsbestuur als de rechter natuurlijk niet de officiële reden voor het verschijningsverbod, net zo min als het feit dat de uitgever een Hsue is (aangezien er volgens de wet vrijheid van meningsuiting heerst in Karandis, ook voor minderheden), maar volgens veel Hsue in Pardis en andere steden kan dit wel zo opgevat worden. In het artikel werd namelijk ook aangekondigd dat er een bijeenkomst gepland werd voor alle Hsue in Pardis om te eisen dat de nu nog in Karandis levende Hsue recht op schadevergoeding zouden moeten hebben voor het verlies van familieleden en eigendom tijdens de verdrijving van de Hsue in de decennia voor de onafhankelijkheid. Daarbij komt dat het desbetreffende blad uitsluitend gelezen wordt door de Hsue als een van de weinige publicaties in de taal van de Hsue, maar volgens het stadsbestuur van Pardis, en nu dus ook volgens de rechter, zette het desbetreffende artikel daarentegen aan tot opruiend gedrag tegen het wettelijk gezag en kan dus niet getolereerd worden. In het vonnis wordt iedere verdere uitgave van het blad verboden op straffe van een geldelijke boete van honderd kims, maar de Hsue in Pardis hebben al aangekondigd geld in te zamelen om in hoger beroep te kunnen gaan en om deze boetes te betalen indien nodig.
Nieuwe uitvinding vergemakkelijkt mijnbouw
In de zinkmijnen in het uiterste zuiden van het landschap Arvice is men onlangs begonnen met een nieuwe methode voor het wegpompen van het grondwater. Dit was tot op heden een groot probleem bij de ontginning van het zinkerts, daar het grondwater voortdurend dreigde de mijnschachten onder water te zetten. Regelmatig verdronken mijnwerkers in de kilometerlange onderaardse gangen nadat de primitieve pompen, aangedreven door paarden of ossen, kapot gingen en het grondwater daarna vrijelijk de gangen instroomde. Een uitvinding van de ingenieur Tomes Koms, een mechanische pomp aangedreven door stoomkracht, kan hier evenwel een oplossing voor zijn. Het principe van expansie door verhitting was in wetenschappelijke kringen al eerder bekend, doch de ingenieur heeft dit principe nu toegepast door een zuiger in een cylinder door stoom te laten voortstuwen. Koelt men vervolgens de cylinder af wordt de zuiger teruggetrokken en ontstaat er een vacuüm welke in dit geval gebruikt kan worden om bijvoorbeeld water op te pompen. Hoewel er voor het voortdurend opwarmen en weer afkoelen van de cylinder enorme hoeveelheden brandstof en water nodig zijn, geloven veel mijneigenaren dat met deze effectievere pomp uiteindelijk diepere schachten gegraven kunnen worden, waardoor ook meer zink gedolven kan worden. Ook in de tinmijnen van Undice en in een aantal mijnen in onze buurlanden Sdacudoi en Dogau is inmiddels veel belangstelling voor deze mechanische stoompomp getoond.
Handelsverdrag met Dogau ondertekend
Minister van Handel en Nijverheid, de heer Barins Arnts, heeft kort geleden een handelsverdrag met ons zuidelijke buurland Dogau ondertekend. De minister bevond zich de afgelopen weken in Thäimen om onder andere de handelsrelatie tussen onze beide staten te bespreken. In Dogau is veel belangstelling voor Karandese goederen en ook was men geinteresseerd in de nieuwste technische uitvindingen in de mijnbouw (zie artikel hierboven). Helaas is de weg over zee lang en gevaarlijk en daarom kwam men tot het besluit om te gaan onderzoeken of het mogelijk is om een weg aan te leggen over de bergpas in het Taigebergte naar de plaats Bänlo. Volgens de regering van ons land was het bezoek overigens uitsluitend op de handel gericht en in zowel Orudis als in Thäimen ontkent men alle geruchten dat Karandis en Dogau ook een militair verbond zouden willen aangaan.